
De prefascistische eenmanspartij de PVV staat dezer dagen op de eerste plaats in de peilingen die in Nederland worden gehouden. Nu zijn deze peilingen berucht om hun onbetrouwbaarheid, maar het nieuws van deze eerste plaats vermag geen rimpeling in de oficiële openbare opinie te veroorzaken.
Er kan niet eens een hulpeloos antifascisme geconstateerd worden in Nederland - in Hongarije en Griekenland wordt in ieder geval nog gedemonstreerd en in het laatstgenoemde land is de partij van de andere kant even sterk zoniet sterker dan de fascisten - alleen heeft zij geen knokploegen. Er is geen hulpeloos antifascisme in Nederland omdat het in praktische zin verboden is fascisten fascisten te noemen. Er is zo goed als geen partij die samenwerking met of buigen voor de "ideeën" van de PVV afwijst.
Zaterdag 21 september wordt in Nederland zowel door de prefascisten als door tegenstanders van het huidige o zo toegeeflijke regime gedemonstreerd. Het is voor het eerst sinds 1945 dat ultrarechts een demonstratie aankondigt die wel eens groot zou kunnen uitvallen. Of niet. Ik krijg associaties met de maioria silenciosa die Spínola wilde mobiliseren in Portugal, 28 september 1974, tegen de linkse koers van de Aprilrevolutie. Er is nooit iemand op straat gekomen en Spínola moest aftreden. Misschien valt het mee, zaterdag in Den Haag. Misschien is de achterban van de "PVV" vooral een stelletje kankeraars met een zapbak op de sofa en een legioen anonieme schuimbekkende slechtspellende "reageerders" op internetsites. Misschien.