Het omslag van het boek straalt armoede uit: het ziet er uit als een tweedehands uit de jaren zeventig, met kapitaal- en schreefloze letters en een meisje in een trui uit die tijd. Marieke Groen, ik kreeg de naam geserveerd als “vriendschapsverzoek” op Facebook (waar ik eigenlijk zo goed als niets doe). Ik voelde mij vereerd, zij bleek schrijfster, en combineerde de namen van twee leuke collega’s uit het verleden, een van hen een dierbare liefdesherinnering, ook al gold “you leave them laughing when you go”.
Toen drong het tot mij door dat het helemaal geen vriendschapsverzoek
was maar een suggestie van de firma Facebook zelf. Wellicht heb ik die
twee collegae van vroeger daar een keer gezocht en niet gevonden maar
Zuckerberg weet alles: your daddy ain’t your daddy but your daddy don’t
know. Hij combineerde de namen. En toen zag ik een aanbeveling van weer
een andere oud-collega op BlueSky in ieder geval haar boek te kopen. Het
ging over haar armoede, een ervaring die velen met haar delen. Ik ook.
Ik zou ongeremd verscheidene raakpunten kunnen opsommen en voordat ik
mij zette aan dit stukje dacht ik die ook uit te werken. Maar afgezien
van der Feind die mit liest en die als linkse of rechtse aasgier op je
afdaalt – dag, toean besar – zou ik te veel van de inhoud van het boek
weggeven.
Wel een opluchting, dat doe ik dus niet. Op een punt na, waar de
aanbeveling op BlueSky van Paul Vlaanderen, de makker van de radio, om
draaide: de armoede.
Want die deel ik, en ik kan u verzekeren dat – tenzij je tot de status van bestsellerschrijver mag opstijgen, wat Marieke Groen nu misschien beschoren is – van de pen (“het toetsenbord” bekt nog niet) niet of nauwelijks te leven valt. Albert Helman, toch een bekende schrijver zou je denken, is ooit uitgevaren tegen de recensent, een idioot die meer krijgt voor zijn ranzige stukkie dan jij voor je hele boek: goeiemiddag Oebele de Jong en Jan Meng. Ik heb voor één werkje voor de poorten van de hel een opdracht kunnen binnenslepen, die voor straf niet gepubliceerd werd maar wel geld opleverde waarvan ik een tijd heb kunnen freewheelen. Want de bijstand mag je niemand gunnen, en daarmee begint Groens boek: zij geeft het op en vraagt het aan. Veertig jaar geleden was Nederland nog een aardig land waar de Egyptische havenarbeider die op onze afdeling in de studentenflat woonde en die niet meer aan de slag kon illegaal en al kon vangen. Kommt niemals wieder her…
Dus ja, herkenning, op meer punten, maar dit noem ik. Plotseling tot het besef komen dat je altijd in armoede hebt geleefd en zo zal het waarschijnlijk wel blijven. Kortom, ik ken het Latijnse citaat van niemand minder dan Karl Marx: mutato nomine de te fabula narratur, vertaling in de titel van dit stukje. Koop het boek of lees het uit de bibliotheek, nu het nog kan.
– Marieke Groen, Het verhaal van mijn schaarste – een memoir. Amsterdam: Thomas Rap, 2024. 222p, €22,99. (Wat regime-Wilders betreft wordt de prijs €25,55.)