De Frankfurter Schule is in het laatste boekwerk van Th. Baudet opnieuw de boeman die de Westerse Beschaving ondermijnt. Ik vraag me wel af of de man ooit ook maar één boek heeft gelezen van welke auteur dan ook die ooit verbonden is geweest aan het Institut für Sozialforschung te Frankfurt/Main. Het maakt niet veel uit, want dat geldt uiteraard ook voor zijn achterban die gedoemd lijkt flink geslonken te zijn na de grote overwinning van vier jaar geleden.
In de roemruchte jaren zestig werd die school ook al allerlei belangrijk omwoelends toegeschreven. De studenten van mei ’68 in Frankrijk gingen gewapend met de ideeën van Herbert Marcuse de barricaden op, wisten De Media (die toen nog niet zo heetten). Het was alleen niet waar. Ze kenden het werk van Sartre en wellicht het een en ander van Marx, niet Marcuse. In de biografie van Roel van Duijn door Wildemeersch wordt wel vermeld dat Van Duijn Marcuse gelezen had en door hem beïnvloed was. Hetgeen ik mij wel kan voorstellen: het idee dat de arbeidersklasse niet per se nog revolutionair is kan hij mede aan Marcuse ontleend hebben. Onmiddellijk komt de vraag op: wanneer was die arbeidersklasse eigenlijk wel revolutionair? Maar vooruit, die vraag nu even niet.
Frankfurt is een hondenfluitje dat zonder probleem kan passeren in
Nederland. Bijna alle namen die ik uit mijn hoofd kan noemen van de
School horen bij mannen van joodse achtergrond, dat moet de achterban
eventueel weten. Vaderlandloze gezellen oftewel globalisten, dat laatste
woord komt zeker voor in het vocabulaire van de onversneden nazi’s van
FvD. En niet alleen bij hun.
En inderdaad, op Walter Benjamin na, die te laat vluchtte voor de Duitse
invasie in Frankrijk, zijn de aan het Institut verbonden mensen tijdig
naar New York, onder de hoede van Union Theological, verhuisd – en
sommigen, zoals Marcuse, bleven in de VS, ook na de nederlaag van
nazi-Duitsland.
Zijn vluchtelingen vaderlandloze gezellen?
Het moet welhaast typisch Nederlands zijn, dat een intellectueel lichtgewicht als Baudet voor intellectueel kan poseren. Smijt wat woorden in het rond en je bent een Licht, dat evenwel toch aan het doven lijkt te zijn dezer dagen. Want lekker gewoon doen valt altijd nog beter in Nederland. Tot ook dat weer voorbij is (en intussen karren we door naar de afgrond).
Hoe beschikbaar zijn de werken van Frankfurters buiten bibliotheken?
In het Duitse en Engelse taalgebied is (nog) van alles te vinden. Op
marxists.org trof ik de volgende namen aan: Adorno, Benjamin, Bloch,
Fromm, Horkheimer, Löwenthal en (H.) Marcuse. Er staan belangrijke
werken tussen, zoals Das Prinzip Hoffnung van Bloch (in het Engels) en het echte boemansboek One dimensional man van Marcuse.
Van Erich Fromm was een heleboel in het Nederlands vertaald bij
uitgeverij Bijleveld. Weinigen van de genoemden zijn na 1945
teruggekeerd naar Frankfurt: Adorno en Horkheimer met name.
Hier
vindt u de tekst van Franz Neumann over de verknoping van grootkapitaal
en nazipartij, tegenwicht tegen de Mythos des 21. Jahrhunderts (ook
gekoesterd door Baudet) dat de nazi’s “links” waren.
Als warmlopertje stel ik voor Die Angestellten van Siegfried Kracauer, over proletarisch bestaan buiten de fabriek (1930).
En mocht u het heel dichtbij willen zoeken dan heb ik hier een eigen vertaling van Het kapitalisme als cultusreligie van Benjamin.
Misschien is het zinloos of overbodig dat ik er weer eens even op wijs, maar het moet/kan niet anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten