Het was een weelde waarvan we niet konden beseffen dat het dat was. Buitenparlementair (ook wel apartidair) links kon betrekkelijk groot zijn bij de gratie van een behoorlijke parlementaire vertegenwoordiging van links. Ik denk hierbij vooral aan de zogenaamde rode jaren zeventig, maar het gold – zeker op cultureel gebied – ook in de jaren tachtig. Er waren trouwens verbindingen tussen bijvoorbeeld anarchisten en de PSP, de PPR, ook nog met de PvdA en in de begintijd zelfs met D’66.
Maar parlementair links hield op te bestaan. PSP, PPR, CPN en EVP
werden samen een grijze gehaktbal die zich om marketingredenen
GroenLinks noemt. Er was een tijd dat de jongerenclub daarvan nog rechts
van de partij als geheel stond. Inmiddels is dat niet meer zo maar
maakt het nog veel uit? Al voordat de PvdA zogenaamd de ideologische
veren afschudde was de partij die kwijt. Mijn makkers van Bilwet
schreven het al: socialisme is perfect mogelijk, maar de socialisten
willen het niet (meer, kan men er aan toevoegen). En dat D’66 deel
uitmaakte van parlementair links was al in 1982 definitief voorbij.
De SP was, of is misschien zelfs nog een beetje, actiepartij, maar dan
wel ter meerdere glorie van de partij. Het is bijna gênant te denken dat
ze deel uitmaakt van parlementair links. Maar het maakt ook niet veel
uit. Als we grootmoedig SP en nieuwkomers PvdD en BIJ1 meetellen komt
parlementair links in Nederland nu uit op – 33 zetels. Dat is nog een
stuk minder dan de PvdA alleen had in 2012.
En ja, dat kiezerskrediet is verkwanseld. En komt het nog goed?
Laten we even eerlijk kijken What’s Left
van wat men buitenparlementair links kan noemen. Dan blijkt dat het
angstwekkend klopt. Het stelt nog minder voor. Er is geen schaduw van
een parlementair links waarin men zich kan profileren als linkser dan
zij. In deze dagen, die doen denken aan die van de Spaanse Burgeroorlog,
valt ook nog eens het chomskyaanse zogenaamd anti-imperialistische
vertoog op. De overval op Oekraïne is “uitgelokt” en wel door “de NAVO”,
en de NAVO, dat is “Amerika”.
Dat Rusland de Sowjet-Unie niet is en dat de USSR NOOIT het Vaderland
aller arbeiders is geweest, maar het Russische imperium in een rood
jasje, is een ongewenste waarheid.
Bijna alle sites die we bij Krapuul oorspronkelijk “bij de buren” noemden en
waarvan we onbeschroomd broeder-/zusterlijk stukken overnamen zijn op
de pro-Poetintoer. Chomsky in zijn gênante nadagen wordt de hoogte
ingeprezen.
Het voelt eenzaam, dat niet meejuichen. Niet kiezen voor (1936/37 even
in gedachten) Moskou, in de wetenschap dat Oekraïne allesbehalve een
volmaakte democratie is, maar altijd beter dan het Rusland van Poetin.
Dat bovendien op genocide uit is, naar steeds duidelijker wordt.
Tijdenlang dacht ik dat ik wel op de uiterste linkerflank stond. Maar
als het extreemlinks is om malle leuzen voor actie te laten doorgaan.
Als het extreem- of zich noemend radicaal links is om de
anti-imperialist uit te hangen, en imperialisme, dat is de VS en niets
of niemand anders.
Dan ben ik gematigd links.
Amen.
Misschien ben ik dat dan altijd wel geweest.
Nogmaals, het zij zo. De belijdenis doe ik nog wel eens apart. Of misschien niet.
– Het hoefijzer is ontleend aan het weblog van Lothar Birkner, die mij aan het denken heeft gezet. “Gematigd links” staat verder af van “gematigd rechts” dan “extreemlinks” van “extreemrechts”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten