27 september, 2022

Voor een onrealistisch (gematigd) links

 

Dit stuk heeft vragen opgeroepen en natuurlijk, in combinatie met de bloemlezing waarin een poseur eerste klas even herinnerd werd aan zijn zogenaamde onpartijdigheid, die met betrekking tot de oorlog tegen Oekraïne natuurlijk nooit onpartijdigheid inhoudt, maar partij kiezen voor het fascistische regime in Moskou. Nu is een van de onnozele leuzen van andere poseurs “Vuur en vlammen voor iedere staat”, maar in de praktijk is geen partij kiezen altijd partij kiezen, voor de macht.

Vuur en vlammen voor iedere staat. Hoe kom je er ook eigenlijk op als je nou werkelijk wel over je eerste jeugd heen bent (niet lijdt aan een Peter Pan-complex zoals Kees Stad)? Wat is “staat”? Hoe steek je die in brand? Hoe zullen de jonge kleinburgers van nu daar over luttele jaren over denken?

Er zijn drie gelegenheden geweest waarbij anarchistische milities strijd gevoerd hebben: de Mexicaanse revolutie, Oekraïne (Machno wordt dan altijd genoemd) en het bekendste en zwaarstwegende geval: Spanje. In geen van deze gevallen ging het gevecht tegen “de” staat. Een eventuele overwinning zou geleid kunnen hebben tot een vorm van zelfbeheersocialisme als er niet de buitenwacht bij betrokken was geweest: de VS, Rusland, Duitsland/Italië/USSR.

De revolutie ligt aan de horizon, het is niet de eerste keer dat ik het schrijf.

En intussen? Voor mijn schuldbekentenis als gematigd links liet ik in gedachten de solidariteitsacties waarmee ik mij heb beziggehouden, vooral, moet ik toegeven, in de rode jaren zeventig. Biafra. Bangladesj. De Six Counties. Chili. Palestina. Oman. Spanje. Oost-Timor. Wat het dichtst in de buurt kwam van Het Anarchistisch Ideaal, als er zoiets is, was Portugal ’74-’76. Ook daar sloeg het zwaarste staatsapparaat, het leger dat eerst de revolutie had gefaciliteerd, toe. Ik vergeet vast iets en over daarna heb ik het maar niet eens. Hoewel ik persoonlijk denk te verklaren waarom ik besef “gematigd links” te zijn ga ik er geen politieke autobiografie van maken.
Maar “vuur en vlammen voor elke staat” is toch iets anders.
(Moet ik “de Nieuwmarkt” ook noemen? Zo dicht bij huis, ik heb er zelf lang gewoond).

Het activisme van die rode jaren, de naam suggereert het alhaast, speelde zich af in de schaduw van een sterk parlementair links. Een grote PvdA, die ook de kern van de regering-Den Uyl was. PPR. PSP. D’66 ging toen ook nog voor links door, je aarzelt het te zeggen. De CPN, in veel gevallen de grote tegenstrever. Dat parlementair links is zo goed als weg, een potentiële actieve aanhang verweesd achterlatend. (Zie What’s Left). Zonder parlementair links geen levensvatbaar buitenparlementair links. En omgekeerd, zeker.

Joop den Uyl vond heel bromberig dat het buitenparlementaire links het zich maar makkelijk maakte. De wederzijdse gebondenheid zie ik pas nu in. En het is waar dat PvdA en GroenLinks een eind naar rechts op het spectrum zijn geschoven, en eigenlijk bedoelde ik dat te zeggen:

  • Het is nu onrealistisch links om te stellen dat de nutsbedrijven, van openbaar vervoer tot posterijen in gemeenschapshanden – en dus in de huidige omstandigheden: de staat – horen te zijn.
  • Het is nu onrealistisch links om te vinden dat zoiets als bijstand, werkloosheidsvoorziening, oudedagsvoorziening, ziektekostenvoorziening op behoorlijk niveau bij een beschaafde politiek horen.
  • Het is nu onrealistisch links om een snelle energietransitie voor te staan.
  • Het is nu onrealistisch links om de hoe dan ook koloniaal verworven rijkdom van een land als Nederland in te zetten ter ondersteuning van zwaargetroffen landen “in het zuiden” (in de jaren zeventig zei men nog “derde wereld”).
  • Het is nu onrealistisch links om vluchtelingen beschaafd op te vangen en ze niet aan de “rand van Europa” te laten verdrinken.

Wat onrealistisch links heet was nog niet zo heel lang geleden niet eens per se gematigd links. Er bestond ook nog zoiets als gematigd rechts dat niet zo ver van gematigd links afstond.
En “gematigd links” gebruik ik ook ter afscherming van het muggenzwermpje dat overloopt van begrip voor Poetin, zoals in bovenvermelde bloemlezing genoemd. Blijkbaar kwam het citeren hard aan voor wie zwelgt in quasi-anarchistisch zelfbeeld, klaar om dolken in de rug te steken van echte anarchisten in Oekraïne en Rusland in het bijzonder en Oost-Europa in het algemeen. Al dan niet achter de rug van Noam “kies voor het kleinste kwaad: de Democraten” Chomsky. Blijkbaar ben je dan extreem links.

Dan ben ik maar gematigd links, hoe onrealistisch ook.
Het zij zo.

– Afbeelding: Door Mediateca INAH – https://mediateca.inah.gob.mx/islandora_74/islandora/object/fotografia:445507, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=103578397

18 september, 2022

En dan weet je het plotseling: je bent gematigd links

 


Het was een weelde waarvan we niet konden beseffen dat het dat was. Buitenparlementair (ook wel apartidair) links kon betrekkelijk groot zijn bij de gratie van een behoorlijke parlementaire vertegenwoordiging van links. Ik denk hierbij vooral aan de zogenaamde rode jaren zeventig, maar het gold – zeker op cultureel gebied – ook in de jaren tachtig. Er waren trouwens verbindingen tussen bijvoorbeeld anarchisten en de PSP, de PPR, ook nog met de PvdA en in de begintijd zelfs met D’66.

Maar parlementair links hield op te bestaan. PSP, PPR, CPN en EVP werden samen een grijze gehaktbal die zich om marketingredenen GroenLinks noemt. Er was een tijd dat de jongerenclub daarvan nog rechts van de partij als geheel stond. Inmiddels is dat niet meer zo maar maakt het nog veel uit? Al voordat de PvdA zogenaamd de ideologische veren afschudde was de partij die kwijt. Mijn makkers van Bilwet schreven het al: socialisme is perfect mogelijk, maar de socialisten willen het niet (meer, kan men er aan toevoegen). En dat D’66 deel uitmaakte van parlementair links was al in 1982 definitief voorbij.
De SP was, of is misschien zelfs nog een beetje, actiepartij, maar dan wel ter meerdere glorie van de partij. Het is bijna gênant te denken dat ze deel uitmaakt van parlementair links. Maar het maakt ook niet veel uit. Als we grootmoedig SP en nieuwkomers PvdD en BIJ1 meetellen komt parlementair links in Nederland nu uit op – 33 zetels. Dat is nog een stuk minder dan de PvdA alleen had in 2012.

En ja, dat kiezerskrediet is verkwanseld. En komt het nog goed?
Laten we even eerlijk kijken What’s Left van wat men buitenparlementair links kan noemen. Dan blijkt dat het angstwekkend klopt. Het stelt nog minder voor. Er is geen schaduw van een parlementair links waarin men zich kan profileren als linkser dan zij. In deze dagen, die doen denken aan die van de Spaanse Burgeroorlog, valt ook nog eens het chomskyaanse zogenaamd anti-imperialistische vertoog op. De overval op Oekraïne is “uitgelokt” en wel door “de NAVO”, en de NAVO, dat is “Amerika”.
Dat Rusland de Sowjet-Unie niet is en dat de USSR NOOIT het Vaderland aller arbeiders is geweest, maar het Russische imperium in een rood jasje, is een ongewenste waarheid.

Bijna alle sites die we bij Krapuul oorspronkelijk “bij de buren” noemden en waarvan we onbeschroomd broeder-/zusterlijk stukken overnamen zijn op de pro-Poetintoer. Chomsky in zijn gênante nadagen wordt de hoogte ingeprezen.
Het voelt eenzaam, dat niet meejuichen. Niet kiezen voor (1936/37 even in gedachten) Moskou, in de wetenschap dat Oekraïne allesbehalve een volmaakte democratie is, maar altijd beter dan het Rusland van Poetin. Dat bovendien op genocide uit is, naar steeds duidelijker wordt.

Tijdenlang dacht ik dat ik wel op de uiterste linkerflank stond. Maar als het extreemlinks is om malle leuzen voor actie te laten doorgaan. Als het extreem- of zich noemend radicaal links is om de anti-imperialist uit te hangen, en imperialisme, dat is de VS en niets of niemand anders.
Dan ben ik gematigd links.
Amen.
Misschien ben ik dat dan altijd wel geweest.
Nogmaals, het zij zo. De belijdenis doe ik nog wel eens apart. Of misschien niet.

– Het hoefijzer is ontleend aan het weblog van Lothar Birkner, die mij aan het denken heeft gezet. “Gematigd links” staat verder af van “gematigd rechts” dan “extreemlinks” van “extreemrechts”.

17 september, 2022

Het hardnekkig vasthouden aan een laatste Britse kolonie

 

Het boek ligt prominent in de etalage van een zelfstandige Londense boekhandel, geen “alternatieve” zoals Housmans of Freedom. De laatste kolonie, welke zou het zijn? Simon Winchester heeft er een stel bezocht voor zijn boek Outposts, ook verschenen onder de titel The sun never sets. Want de officiële restjes van het Britse Rijk dat in de eerste atlas waar ik mee kennis maakt een groot deel van de wereld lichtroze met een naar de linkeronderhoek gericht diagonaal wit streepje tussendoor. Soms met een witte rand op de kaart, dan was het een namens de VN door Groot-Brittannië bestuurd land dat “uiteraard” nog lang niet aan onafhankelijkheid toekwam.

Tot als door een enorme golf die onafhankelijkheid er wel kwam, India/Pakistan, Burma en Indonesië waren de voorbeelden die er voor zorgden dat de kleuren op de kaart drastisch veranderden.
Met sommige onderhorigheden was of is Groot-Brittannië niet royaal. De onafhankelijkheid van Mauritius werd getraineerd tot 1968.

Het is tussendoor wel interessant te vermelden dat Mauritius – jawel, vernoemd naar prins Maurits van Oranje-Nassau – onbewoond door mensen was, tot de VOC geroofde mensen van Madagaskar inzette als slaven.
Onder Frans bewind bleef dit zo, de Britten hebben de slavernij tenslotte afgeschaft en het eiland werd verder bevolkt met contractarbeiders uit Brits-Indië die allengs de meerderheid van de bevolking gingen uitmaken.

Aan de onafhankelijkheid van Mauritius ging forse chantage vooraf. Het Britse koloniale bewind had – op verzoek van de regering van de VS – de bij Mauritius horende Chagos Archipel afgescheiden tot een nieuwe kolonie, het Britse Indische Oceaan Territorium (BIOT). Al vanaf 1964 beoogde de Labour-regering onder Wilson er een VS-basis in te laten richten. De VS eisten om redenen die eigenlijk niet bekend zijn dat de archipel onbewoond zou zijn. Blijkbaar zouden er dingen gebeuren die het daglicht minder verdroegen (dat bleek later te kloppen).


De bedoeling van het koloniale bewind was de beoogde premier van Mauritius bang te maken met hoop. Mauritius wordt onafhankelijk, maar dan zonder de bijbehorende Chagos Archipel.
Geheel tegen resolutie 1514 van de VN te kunnen, die het recht van alle volkeren op zelfbeschikking erkende en het opdelen van koloniale gebieden verbood. Op de achtergrond van de resolutie moet de door de Belgische kolonialen aangestuurde verkruimeling van de officieel voormalige kolonie Kongo gespeeld hebben (waarmee het nooit [meer] goed gekomen is, maar dat is weer een geheel ander verhaal).

Resolutie 1514 kan in stelling gebracht worden tegen de afscheiding van BIOT van Mauritius. Mauritius heeft de herkolonisering van dit gebied nooit geaccepteerd, en terecht.
De grootste leugen van het koloniale bewind, Labour of Tories, het maakte niet uit, is dat de eilanden niet “permanent” bewoond waren. Alsof de bewoners een soort toeristen waren of seizoensarbeiders. Op het koloniale ministerie omschreven als “some birds” [sixties-jargon voor “meisjes”, en natuurlijk kent de archipel een grote rijkdom aan zeevogels] en “some Men Fridays [naar Robinson Crusoë]”. Schaamte over het racisme was er totaal niet.

Er was noodzakelijk handelsverkeer tussen Mauritius en de afgelegen eilanden. Het bestaan aldaar werd en wordt aangeduid als paradijselijk, door de bewoners, maar niet alles was voorhanden.
De manier om de eilanden te ontvolken was te zeggen dat er geen boot terug ging. Zodat de eilanders (de eigen naam voor de bewoners is Îlois) plotseling verkommerd en ontheemd achterbleven op hoofdeiland Mauritius.
De laatste bewoners zijn openlijk zonder meer gedeporteerd (“Het eiland wordt gesloten”), slechts enkele bezittingen mochten worden meegenomen en zeker niet de honden. Die werden afgemaakt, vergiftigd met strychnine en verbrand waar de bewoners nog bij waren. Zo werd hun extra schrik aangejaagd.

Amerikanen zijn diepgevoelige mensen. Bij de basis op Diego Garcia is een speciale begraafplaats voor honden. Voor de honden van de koloniale bezetters uiteraard.

Liseby Elysé-Bertrand, de spilfiguur in The last colony is hoogzwanger als zij in 1973 gedeporteerd wordt. Het kind komt dood ter wereld.
Elysé blijft op Mauritius wonen, haar later geboren kinderen trekken naar Engeland. Alle Chagossianen en hun nazaten willen naar hun geboorteland terug. Phillippe Sands, advocaat op het gebied van internationaal recht, gaat in jaargangen na hoe het recht van Chagossianen en Mauritius als hoofdeiland waarbij de archipel hoort door de Britse kolonialen tot op heden worden gedwarsboomd. Dat Mauritius inmiddels heeft ingestemd met het voortbestaan van Camp Justice, zoals de VS-basis fijnzinnig genoemd is, maakt niet uit. De nieuwste truc is het tot zeereservaat benoemen van de oceaan rond BIOT. Zo fijngevoelig en milieubewust… Afgewezen in internationale rechtszitting, maar de Britse regering houdt vol.

Camp Justice is gebruikt als basis voor bombardementsvliegtuigen die Irak bestookten. Het is ook tussenhaven geweest voor “harde ondervragingen”(marteling dus) van al dan niet vermeende terroristen.

Het Britse koloniale regime heeft wat geld ter beschikking gesteld aan de gedeporteerde Chagossianen, en meent dat hiermee de schuld wel vereffend is.
Als troost mogen geselecteerde gedeporteerden af en toe op heritage visit (dit soort typisch Engelse hypocriete taal is moeilijk te vertalen). Liseby Elysé kan in de enkele toegestane uren de kerk, haar oude huis, de begraafplaats bezoeken. Daken zijn er niet meer. Veel is overwoekerd in die decennia (nu vijftig jaar).

Het Internationaal Gerechtshof verklaart in 2019, dus ruim vijftig jaar na de afscheiding van BIOT, dat deze afscheiding illegaal is. De uitspraak wordt bevestigd in een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
De internationale rechtsorde zal Westminster aan de reet roesten, tenzij het uitkomt. Er is nog geen enkele stap gezet om de afscheiding ongedaan te maken. (De enige politicus van belang in Engeland die zich uitdrukkelijk tegen de afscheiding heeft uitgesproken is Jeremy Corbyn. Een van de redenen waarom die beslist weggewerkt moest worden.)

Op haar recente heritage visit is Liseby blij en optimistisch. Zij vertrouwt er op dat het goed komt.
In haar langdurig-tijdelijk huis op Mauritius hangt een portret van Elizabeth II aan de muur. Liseby heeft een zwak voor haar.
We kunnen met een gerust hart zeggen dat de gevoelens niet wederzijds waren.

Ik zie dat The last colony gelijktijdig in Nederlandse vertaling is verschenen. U heeft geen excuus voor uw onwetendheid, als u hier nog niet erover op Krapuul of alhier gelezen heeft.


 – Bibliografische gegevens naar het boek in mijn bezit:
Philippe Sands, The last colony – a tale of exile, justice and Britain’s colonial legacy. London: Weidenfeld & Nicolson, 2022. 208p.