Is het de leeftijd? Bij de demonstratie van 28 augustus “Elke Afghaan heeft recht op een bestaan” schoten de tranen in mijn ogen. Natuurlijk klopt de leuze en tegelijk weten we dat de nacht van het obscurantisme en de vrouwenhaat over dat ongelukkige land is gevallen en er is eigenlijk niets wat “wij” er aan kunnen doen. Zo strijdbaar en tegelijk zo machteloos.
Ik zag mijzelf als in een visioen met het autonome radicale blok in de demonstratie de zaterdag na de staatsgreep in Chili, het was een mooie nazomerdag. Het was 1973, Nederland had een kabinet-Den Uyl (waarover spoedig meer) en de stemming in ons blok was eerder uitgelaten dan somber. We zagen eenvoudigweg het heden niet als historie. Misschien ben je daar ook jong voor.
“De parlementaire weg naar het socialisme eindigt op een met bloed
bevlekte sofa.” De leuze bleek te lang voor een spandoek. Het verhaal in
de dagen van de staatsgreep was dat Allende zelfmoord had gepleegd,
zich door het hoofd had geschoten liever dan zich overgeven aan de
putschisten die hem toch vermoord zouden hebben. De zelfmoord heette een
rechtse leugen, natuurlijk was hij vermoord. De zelfmoord was dat hij
het volk niet bewapend had en vertrouwd had op het leger. In zekere zin
is dit alles waar: hij heeft wel zelf een einde aan zijn leven gemaakt –
de schoten zijn zelfs opgenomen bij zijn laatste radiotoespraak – maar
die beslissing komt neer op moord, en de keuze voor een door de VS in
het algemeen en de CIA in het bijzonder gesteund leger kwam dan weer
neer op zelfmoord.
Bijna vijftig jaar later is Chili er aan toe het
militair fascisme van zich af te schudden. Wat Afghanistan nu te wachten
staat – is binnenlands verzet, en dan bedoel ik niet het legertje dat
zich in een vallei verschanst heeft, in staat zich van de barbaren te
ontdoen? Je zou het willen. De Chilenen heeft het bijna twintig jaar
gekost de terreur niet meer te vrezen en openlijk in opstand te komen.
Het fascistoïde neoliberalisme bestrijden was nog moeilijker.
*
En in dezelfde dagen nam ik weer het doornemen en (trachten te) ordenen van mijn archief ter hand. Licht aangetast door het vocht van de zolderkamer die ik in 2011 moest ontruimen, mijn laatste vertrek in mijn ouderlijk huis: Repressie Revue nr. 3 – het gedrukte exemplaar. Het blad dat in dezelfde serieuze en toch ook luchthartige stemming werd gemaakt die ook hing rond de demonstratie van 15 september 1973. Het is waar en het kan niet waar zijn. Ik wilde de rubriek met overzicht van repressieve zoniet fascistische toestanden Kroniek noemen, mederedacteur vond dat met verwijzing naar de ondergrondse pers in de Sovjet-Unie niet gepast. De inhoud zou wellicht gedigitaliseerd moeten worden, scannen heeft nooit zoveel zin. De leefbaarh1/2d weet u wel. Het zou een monnikenwerk worden, geen idee of ik er zin in heb.
Maar dat het allemaal gedocumenteerd is, dat twee studenten politieke wetenschap(pen) van begin twintig dit den volke presenteerden, ik zie het met verwondering aan. Tegelijk kan ik zeggen, plus ça change, dat een online krant als Krapuul een soort Repressie Revue van nu is. Maar met het zwaartepunt enerzijds op Nederland en de blik dan wel weer ook buiten Europa. Dat het nodig is, is nog het treurigste misschien. Maar rusten, berusten is de dood, is zich neerleggen bij de doodscultus die rechts in de breedste zin des woords is. De fascisten in Spanje hadden als motto ¡Viva la muerte!
Nog niet zo lang geleden schoot mij als grootste binnenlands verlies van die dagen te binnen, dat het niet mogelijk is geweest isolatiecellen als in de nog te bouwen Bijlmerbajes tegen te houden. Intussen is de Bijlmerbajes zelf alweer weg. Men kan maar beter niet stilstaan bij strijdpunten die men niet gewonnen heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten