Ze neemt afscheid aan de telefoon met die regel uit Prikkebeen van Boudewijn de Groot en Elly Nieman, die ze wel moet kennen: vaarwel en tot ziens, misschien tot ziens. Legt dit nog uit aan de hand van een Engels gedicht dat ik niet ken en dat niet tot mij doordringt. "Dag".
Ik heb besloten niet bij het einde te zijn.
Zij wil beslist geen enkele vorm van uitvaart. Een maaltijd ergens in Waterland ter gedachtenis, ooit in de toekomst die niet zal komen want wat de mensen die daarbij aanwezig zouden moeten zijn bindt is zij, en haar overlijden, dat verder weg in de tijd raakt. Zij vindt het ook een slecht idee om er bij te zijn, mee te helpen de kist in de oven te schuiven.
Haar zoon denkt daar anders over, en mijn gade en ik zijn er dan bij, op een zonnige vrijdagochtend vroeg. "Ze ligt er mooi bij hoor," zegt de vrouw van de PC. We hoeven het niet te zien, de kist gaat dicht, we leggen er een bloem op en neef en ik rijden de kist naar de oven. Hij waarschuwt nog even dat het hobbelig gaat worden als de tocht even over een grindpad gaat, op en af op een betegelde stoep. Tot aan de oven. Dan besluit hij dat hij er verder niet bij hoeft te zijn, dus wij ook niet.
De herdenkingsmaaltijd bestaat uit koffie met gebak voor de aanwezigen bij deze minimale uitvaart, in een banketbakkerij in het winkelcentrum van het Buikslotermeerplein.
En nu de uitstrooiing. Dat wordt nog een punt. Ik kan nog niet zeggen waar zij het wilde laten gebeuren, dus nu zwijg ik maar weer verder. Ik heb nu wel eens opgeschreven en aan de openbaarheid overgeleverd wat op mij weegt en gewogen heeft, de afgelopen ruim drie maanden.
Ik dank u voor uw aandacht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten