19 februari, 2018

Portfolio 30: Ruud Lubbers, achteraf - Overpeinzingen bij kurk - Een willig oog - Het roze drankje, omdat zij het wilde

Ruud Lubbers, achteraf

Hij ging voor de jonge progressieve katholiek door in het kabinet-Den Uijl, maar we konden het al meteen weten: in dat kabinet zei hij dat er begrip getoond moest worden voor die groep mensen over wie werkelijk niemand nog iets aardigs zei in Nederland en die daardoor zwaar in de verdrukking was.

De ondernemers.

Het werd met de mantel der vergeetachtige liefde bedekt, en toen kwam zijn kans, met de val van Aantjes in 1978: fractievoorzitter van de nieuwbakken combinatie CDA, en premier vanaf 1982.

De tijden dat we ons moesten inzetten voor Tamils van Sri Lanka. Vluchtelingen. Tout ça change.

De premier van “we moeten allemaal inleveren”. Zoiets zei de chirurg toen mijn moeder geopereerd moest worden voor borstkanker. Ze bleef.

*

Overpeinzingen bij kurk

Als ik een wijnfles opentrek moet ik onveranderlijk denken aan wat mijn moeder tegen mij zei toen ik nog jong en onslijtbaar vrijgezel was. "Als je verkering hebt moet jij zo'n fles openmaken bij haar ouders." Dus dat moest ik maar kunnen. Waarom dit eigenlijk aan mij uitbesteed zou worden door die schoonouders kan ik niet meer navragen. In de praktijk is het nooit voorgekomen en ik verwacht niet dat het anders zal gaan. Schoonmoeder heeft wijn met schroefdoppen.

Die zie je helaas steeds meer. Kurk is een schitterend plantaardig product, de zoveeljarige bast van de kurkeik die, eenmaal afgepeld, weer jaren moet aangroeien tot nieuwe kurk. In het rode bolwerk van Portugal, Alentejo, wordt het geoogst. Wordt of werd?

*

Een willig oog

Je kunt dat zo hebben, zo'n eerste blikwisseling. Dat je interesse gewekt wordt voor Die Ander, het middenrif roert zich een beetje. We zouden het leuk kunnen hebben. Het hoeft niet hoor, maar het zou kunnen.
Een jaar later was ik vrij, niet tot mijn genoegen, maar juist wel de gelegenheid een Andere Ander te zoeken. En zij schoot mij te binnen. Zou zij ook een beetje dat gevoel gehad hebben, bij die eerste blik?

Het moet wel. Het signaal dat ik terugkreeg was als het kinderlijk stampen met de voet, "jij bent stom, wat denk je wel". Maar het water werd wel erg diep gemaakt. Dus maar niet.

En jaren later vernam ik weer over haar. Ze kweekt wilgen.

*

Het roze drankje, omdat zij het wilde

Zij zat naast mij aan de bar. Nou ja, eigenlijk zat zij naast haar man, en ik links van haar. Rechts van haar man zat de Lellebel van het Café. Die had je toen nog, ik spreek van best wel lang geleden. En haar man zat binnen de kortste keren verwikkeld in een langdurige tongzoen met de LvhC.
Dus praatte zij met mij en omgekeerd. In gedachten streelde ik haar fraaie benen en ik vroeg mij af waarom die man haar geen aandacht gaf. “Wat wil je drinken?” vroeg ik.
Campari.
Na een slok stond zij op en haar man ook. “Ik ga met hem mee. Niet omdat het moet, maar omdat ik het wil”.
Mijn eerste en laatste campari.

Geen opmerkingen: