In de klas van dochterlief, het jongste kind, was vandaag een kind ziek. “Dat gaat wel weer over,” zegt mama, en “beter dat ze thuisblijft, anders besmet ze jullie allemaal.”
Gelukkig. Dat kind is vanmorgen niet afgevoerd naar Kamp Zeist. Daar zegt mama maar even niks over, over die vijf kinderen die ze door het zetten van haar handtekening met hun ouders naar de gezinsgevangenis heeft laten afvoeren vandaag. Ze moeten naar Afghanistan en willen niet, dus tja... Mama vertelde het papa een paar maanden geleden nog tijdens de thee op zondag: “We hebben die bevoegdheid tegenwoordig,” en “ik ben nu gepromoveerd tot uitvoerder bewaring”. Allemaal woorden die kinderen toch niet begrijpen, maar volwassenen wel. 'Uitvoerder'. 'Bewaring'. Alsof je iets veilig opbergt. Waardepapieren of geld.
Het is een gewoon gezin, dat gezin van de familie Deporteur. Ze hebben twee kinderen, een jongen van 13 en een meisje van 9. Ze gaan beiden naar een witte school in Suburbia en zingen 's morgens voor aanvang van de les het volkslied. Dat geeft een gevoel van saamhorigheid en bij elkaar horen. De normaalste zaak van de wereld.
“Eindelijk hebben we weer een regering,” verzucht papa “met goede plannen”. Papa werkt bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Of nee, Justitie en Veiligheid heet dat nu. Dan kon er weer wat geld over de balk worden gesmeten aan nieuw briefpapier. Terwijl de kinderen de rookworst op hun bord aansnijden, bespreken papa en mama de situatie in de wereld. Bomaanslagen in Kabul. De deals die de nieuwe regering wil sluiten met landen als Libie...
"Waar is dat, Kabul?"
"Wat is dat voor deal?"
Jonge kinderen. Lastige vragen. Wat bommen zijn, dat weten ze wel. Dat vragen ze gelukkig al niet meer. De beelden van bomaanslagen in Frankrijk en Engeland hebben ze wel moeten zien want het was wekenlang voorpaginanieuws en iedereen had het erover. “Heel erg,” zeiden hun ouders de hele tijd, “al die onschuldige slachtoffers”. Maar hoe ga je nu de rest uitleggen?
“Kabul is de hoofdstad van Afghanistan. Het is daar heel gevaarlijk. Wees maar blij dat we daar niet wonen.” zegt papa. Bespeuren we enig schaamrood op de kaken van mama vanwege die vijf kinderen die daarheen moeten? Vraagt ze zich af of het net als bij de familie Zarifi nodig zal zijn om ook dit Afghaanse gezin voor de vlucht naar Kabul van elkaar te scheiden en de handen en voeten te binden en de mond dicht te plakken, zodat ze niet om hulp kunnen roepen? Gelukkig maakte de piloot van KLM er andermaal geen probleem van dat dit in zijn toestel gebeurde.
De kinderen van het gezin van de Deporteur zijn inderdaad blij dat ze daar niet wonen, in dat verre land Afghanistan. “En wat is dat voor deal?” herhaalt de oudste.
“Dat is een afspraak met een ander land. Ze krijgen dan geld om vluchtelingen op te vangen,” weet mama te vertellen. Op televisie komt iemand van Amnesty International die net vrijgelaten is uit een gevangenis in Turkije. De man is blij dat hij vrij is en heeft het over massa-arrestaties en “de slechte mensenrechtensituatie in Turkije”.
“Turkije, daar worden toch ook vluchtelingen opgevangen?” weet de oudste nog. Mama knikt. “Ja, daar worden vluchtelingen opgevangen.” Ze zucht. Het valt niet mee om dagelijks te doen alsof haar werk een baan is als elke andere, om niet eerlijk te kunnen zeggen dat het haar werk is om mensen in gevaar te brengen. Papa besluit om een andere zender op te zetten, voordat zoonlief het verband tussen slechte mensenrechten en de opvang van vluchtelingen legt en de deal met Turkije gaat bekritiseren en vragen gaat stellen over de deal met Libie. De hypotheek moet betaald, de kinderen moeten naar school, en ze willen minstens twee keer per jaar op vakantie. Hoe leg je een kind uit dat zijn comfortabele leventje betaald wordt met de dood van andere kinderen?
“Ik lust niet meer.” zegt de jongste.
“Eet je bord nu leeg, er zijn kinderen in Afrika die niets hebben,” zegt mama. Boven hun woning in Hoofddorp stijgt een vliegtuig op. Wat een herrie. In dit vliegtuig naar Soedan zit een eenzame jongeman tussen twee marechaussees ingeklemd. Het werk van een collega van mama. Deal gesloten met weer een andere dictatuur om dat mogelijk te maken.
'Wat is dat, een dictatuur?' Die vraag horen papa en mama liever niet.
“Zullen we het over iets anders hebben?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten