03 augustus, 2017

Er is een man met een geweer, hij maait u met genoegen neer


Twee onverlaten met hond

Windkracht 6 vanuit het westen, de geur van de egelantieren achter ons omkleedt ons. Boerenzwaluwen zwieren boven het water, een klein groepje spreeuwen waagt zich boven het veld. Wagen is het juiste woord. De groep is te snel, te ver weg om de kijker bij de hand te hebben en te klein om de ganzen op naam te kunnen brengen. Het moeten welhaast kolganzen zijn. Plotseling begeven zich twee menselijke gestalten met een foedraal over hun schouder in beeld, in gezelschap van honden. Zij gaan naar de bosjes die her en der de eentonigheid van de weilanden breken. Men zou denken dat die landschappelijke elementen er zijn om de koeien (die er niet zijn) beschutting te bieden, of als schuilplaatsen voor dieren die pas in nacht of schemering op pad gaan. De gestalten gaan er kennelijk doelbewust op af. De ganzen zullen er zich verscholen hebben.

De opgeschrokken ganzen

De honden verstoren hun rust, ze vliegen op. De mannetjes (vermoed ik) zetten het op een rennen. Paf paf. De honden zijn blij. Een komt er met een gans, groter dan de hond zelf, in zijn bek naar het baasje. Die schiet nog maar eens, een kruitwolk stuift op. Achteloos wordt het intussen ongetwijfeld levenloze dier in de richting van het grijsharige andere mannetje gegooid. Door de kijker kan ik niet zien wat de types er verder mee doen. Ik roep maar even "klootzak" over het water, door de kijker lijken de onverlaten veel dichter bij dan ze zijn. Ze zullen het niet horen. En dan nog.
In totaal blijken er vier mannetjes met evenveel honden op het veld te zijn. De werkloosheid blijft toch een probleem, nietwaar.

Als wij ons maar van het uitzicht losmaken klinkt de roep van een wulp. Kan die ook een schot verwachten?

Geen opmerkingen: