25 juni, 2017

Stellingen over de schaalvergroting en versnellingsslag in het Amsterdams openbaar vervoer


  1. Nu op bijna alle Amsterdamse tramlijnen alleen Combinotrams rijden kan men zeggen dat op die lijnen de voertuigen toegankelijk zijn voor passagiers met rollators, kinderwagens of andere hulpmiddelen.
  2. Dit dienstbetoon wordt in hoge mate ongedaan gemaakt door het afschaffen van haltes, of die nu veel gebruikt worden of niet. Deze afschaffing dient een zogeheten "versnellingsslag". Het betekent ook dat mensen verder moeten lopen om een halte te bereiken of te verlaten.
  3. Ook het instellen van het zogenaamde visgraatmodel in tegenstelling tot het "spinnewebmodel" * bemoeilijkt het gebruik van het openbaar vervoer voor velen voor wie dit bezwaarlijk is. Overstappen omdat het de reis heet te verkorten is niet gemakkelijk met rollator, kinderwagen enz.
  4. De eerste series tramwagens in Amsterdam waren vermaard zoniet berucht om hun geschommel. Pas eind 1950 gingen de laatste schommelende motorwagens uit dienst. Inmiddels is er de Combino. Die rijdt niet alleen lekker snel - zullen de versnellingsslag-liefhebbers vinden - maar schommelt daarbij ook weer vervaarlijk. Dit is niet alleen voor de hier genoemde mensen met speciale in- en uitstapeisen een probleem.
  5. Vermoedelijk is het jakkertempo dat men versnellingsslag noemt een gevolg van het zoveel mogelijk afschaffen van pauzes bij de eindpunten. Voor bestuurders en chauffeurs zou een redelijke pauze tussen de ritten of een complete omloop (bij lijnen naar het Stationsplein) geen overbodige luxe zijn.


*Beide onzinnige aanduidingen van de opbouw van het lijnennet - daar is geen "model" aan te pas gekomen, het is historisch gegroeid.

Geen opmerkingen: