Donderdag 22 mei 2014 werd in Athenaeum Boekhandel in Amsterdam een facsimile-uitgave van alle nummers van het blad Provo en de bijbehorende Provokaties ten doop gehouden. Een voor de hand liggende plaats: vlak bij het monument van de verslaafde consument bij uitstek, Het Lieverdje, aangeboden door de makers van Ha Hunter Heerlijk Hoesten – uche uche, om Robert Jasper Grootveld met zijn anti-rookhappenings in ere te houden.
En nee, er is geen plaquette op het onnozele standbeeldje, ter herdenking van de happenings, de kloppartijen namens Het Gezag op zaterdagavonden in het holst van de jaren zestig. De bestrating om het beeldje heen heeft de vorm van een Gnot-appeltje, werd ons verteld, iets wat mij – en hoe vaak heb ik dit punt niet gepasseerd! – nog nooit was opgevallen. Dit is dan de gedenksteen. Provo wordt in de vergetelheid gedrukt, als de vervaarlijke ideoloog van het nieuwe Nederlandse protofascisme in de Tweede Kamer kan balken over Nederlandse academici die in 1968 een klap van de marxistische molen hebben gekregen, dan wordt hij ook op dit punt niet tegengesproken. Afgezien van het feit dat het niet waar is, klopt ook het als zo belangrijk aangeduide jaar nou juist niet voor Nederland.
En nee, er is geen plaquette op het onnozele standbeeldje, ter herdenking van de happenings, de kloppartijen namens Het Gezag op zaterdagavonden in het holst van de jaren zestig. De bestrating om het beeldje heen heeft de vorm van een Gnot-appeltje, werd ons verteld, iets wat mij – en hoe vaak heb ik dit punt niet gepasseerd! – nog nooit was opgevallen. Dit is dan de gedenksteen. Provo wordt in de vergetelheid gedrukt, als de vervaarlijke ideoloog van het nieuwe Nederlandse protofascisme in de Tweede Kamer kan balken over Nederlandse academici die in 1968 een klap van de marxistische molen hebben gekregen, dan wordt hij ook op dit punt niet tegengesproken. Afgezien van het feit dat het niet waar is, klopt ook het als zo belangrijk aangeduide jaar nou juist niet voor Nederland.
Nederland had zijn “1968” voor 1968 – het hoogtepunt was 1966, het rumoer rond het huwelijk van de kroonprinses en de onvermijdelijke val van de hoofdcommissaris van politie en de burgemeester van Amsterdam. Misschien wel het laatste grote arbeidersoproer van Nederland, van bouwvakkers op 14 juni 1966, stond niet los van de sfeer van “er is iets te doen in de stad” maar had verder niet met Provo te maken. Misschien was het ook het sluitstuk. Er viel een dode, dit zag er ernstig uit. Dat was het ook, maar het had geen verder vervolg.
Als Provo in anarchistische kringen of door hen die het anarchisme bestuderen als vroege Nederlandse start voor 1968 wordt gezien, waarom raakt het fenomeen zelf dan in de vergetelheid? Ik geloof helemaal niet dat dit zou komen doordat de Nederlandse samenleving als het ware zodanig doordesemd is van de geest van Provo dat het niet vermeld hoeft te worden. Als een neo-regent als Van der Laan (ook weer PvdA, net als Van Hall) een anarchistische 1-meidemonstratie in Amsterdam meteen bij het begin uit elkaar laat slaan door de Mobiele Eenheid (2012), als een week voor de presentatie van de Provo-uitgave Joke Kaviaar terechtstaat voor opruiing vanwege door haar verspreide teksten, als bekend gemaakt wordt dat de zogenaamde illegalen die in het voormalige Huis van Bewaring aan de Havenstraat het na de aanstaande ontruiming maar moeten uitzoeken – dan is er geen reden op de lauweren te gaan rusten en te denken dat Amsterdam (en bij uitbreiding Nederland) een vrijzinnig paradijsje is. En juist omdat het dit niet is moet Provo van hogerhand maar liefst vergeten worden, is de verdenking die ik koester.
Het klinkt niet zo aardig, maar ik kan het toch niet anders zeggen: een doos met herdrukte nummers, inclusief realia als het klappertje dat het startschot moest zijn van de revolutie in mei 1965, uitgegeven door een marginale uitgeverij, prijs: 49,50, is geen waarborg tegen het Grote Vergeten. In ieder geval kunnen nu alle nummers van Provo bij de boekhandel terechtkomen. Maar ze hadden er eigenlijk altijd moeten zijn, vanaf 1965/67, ze hadden geen moeilijk vindbare speculatieobjecten mogen worden en iedereen had deze bronnen zo moeten kunnen ophalen bij de betere boekhandel. O, die heeft Nederland al nauwelijks meer, dat is waar. En welke grotere uitgeverij zou zich er aan wagen? En vindt het Gezag het wel goed?
En toch – misschien komt het er alsnog van, na deze facsimile-uitgave.
Als professioneel titelbeschrijver waag ik mij nu aan de titel die verzuchtingen zou opleveren in het bibliotheekwezen als dat nog functioneerde [en neen, de duidelijkste spelfout blijft mooi staan]:
Provo – Provo is een maandblad voor anarchisten, provoos, beatniks, pleiners, scharenslijpers, bajesklanten, zuilenheiligen, magiërs, pacifisten, patapooiers, sjarlatans, filosofen, bacillendragers, opperstalmeesters, happenaars, vegetariërs, syndikalisten, huslers, brandstichters, Klazen, kleuterleidsters, opruiers, pyromanen, schurft- en syfillusleiders, BVD-ers en ander rapalje / Provocaties / Vlugschriften van PROVO anarchistenblad. [Met een voorwoord van Roel van Duijn en een inleiding van Jan Donkers] Amsterdam/Utrecht: Kelderuitgeverij, 2014. 49,50 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten