Het begin bij De AS was onder een ongelukkig gesternte: een themanummer, geregeld door toenmalig redacteur Bas Moreel, gewijd aan wat ik met een gerust hart – wat Nederland betreft – mijn exclusieve specialisme kan noemen: het christen-anarchisme. Ik was in onderhandeling met Kees Koning en Roel van Duijn over hun visie hierop toen “ze” in de morgen kwamen. Met zeven politieauto's van je bed gelicht worden om half vijf is niet ieder gegeven. Dat ik hierna enigszins van slag was en min of meer onderdook in België hinderde mijn werkzaamheden onder andere hieraan. Hans Ramaer ontsloeg mij begripvol van de verdere taak als mederedacteur. De uitnodiging om mee aanwezig te zijn bij een etentje met Murray Bookchin sloeg ik af, ik weet niet meer waarom – het was duidelijk een aanloop tot opgenomen worden in de ploeg – misschien voelde ik intuïtief dat het op een teleurstelling zou uitlopen. Hetgeen ik in elk geval met een gerust hart achteraf kan constateren.
In die dagen was ik verbonden aan een belijdend adornistisch genootschap, de Academie voor Ambulante Wetenschappen. Er zijn wel officiële anarchisten die dicht bij de kritische theorie van de samenleving staan, hoewel niet veel. Van de overledenen noem ik Jacques Ellul, van de thans levenden mijn Engelse kameraad Paul Cudenec, die sneller publiceert dan de door bezuiniging uitgeklede recensierubriek van De AS verdraagt, zodat ik de moeite maar niet eens meer genomen heb. De Academie liep helaas ten einde. Via het Jaarboek Anarchisme kwam ik dan toch bij De AS terecht, al is het idee van gebondenheid aan thema's niet het mijne. Uitbreiding en verjonging was het idee van die vergrote redactie van 1998. Nu schiet mij te binnen dat ik min of meer een sollicitatiegesprek heb gehad, goedmoedig, maar toch, met de oprichters. Wim de Lobel vroeg zich af of ik, met mijn schamele maar niettemin leverbare ervaring als dagbladredacteur, het buitenlandoverzicht kon hervatten. Hij gaf zelf al het antwoord – niemand kon dit zo goed als Constandse, dus dat konden we wel vergeten. Hans Ramaer vroeg mij of ik ideeën voor thema's had. Die geef ik dan hierbij alsnog aan de openbaarheid.
“Natuur”. Wie bepaalt wat natuur is en waarom, en wat voor gevolgen heeft dit. Hans zag er niets in. Of het te ruim was, of er niet genoeg anarchisten te bedenken zijn die zich er mee bezig houden, ik kan het niet alsnog vragen. Het andere was: hoe de lineaire tijd te bestrijden. In klein comité begreep in ieder geval Siebe Thissen wat de gedachte erachter kon zijn, verder kreeg het ook geen hand op elkaar. En Siebe was alweer snel weg bij De AS. Tezeer geënt op de kritische theorie weer, ondanks Jay Griffiths, George Woodcock, Paul Cudenec en anderen – men zou buiten het anarchistische weiland moeten kijken maar daar zeg je zoiets. En dan: Jay Griffiths anarchiste? Ze kan wel zoveel over zichzelf zeggen, maar een echte anarchist heeft een baard, is wit en dood en man en atheïst. Simone Weil is om (een aantal van) die redenen bijvoorbeeld als onderwerp weggestreept de afgelopen jaren. Over Arundhati Roy ben ik dus maar nooit begonnen. Ik geef even een inkijkje in de redeneertrant op redactievergaderingen van De AS.
Ik heb een poging gedaan aan de hand van onder anderen Jaspers, Tillich, Berdjajew en niet te vergeten Willem Schinkel in de vorm van een lezing in Loughborough, de breuk in de tijd die het Socialisme met zich meebrengt te benaderen. Een poging, essay dus – en achteraf ben ik geschrokken van mijn moed dit ter sprake te brengen op een bijeenkomst met wetenschappelijke pretenties. Vorig jaar, in gesprek met congresgenote Hannah Hofheinz, uitte ik mijn schaamte over deze hubris, en nu ik dit opschrijf schiet mij te binnen dat zij het geen hubris noemde maar een uiting van besef wat nodig is. Waarmee ik ook herinnerd word aan het kennismaken met anarchisten die “gewoon” (er is niets gewoons aan) aardig zijn. Wellicht is het een generatiekwestie. Niet helemaal: De AS is gaande gehouden door de oprichters, vooral toch door Hans Ramaer, die met een steeds apaiserende en pragmatische instelling de zaak in stand hield. En deze verbinder is weg (Wim de Lobel als doener was het weer op zijn eigen andere manier).
Dan houd je dus een verzameling zich noemende anarchisten over, van wie er enkelen van harte eigen onbeschaamdheid koesteren. De vraag naar het hoe en waarom en wanneer naar het Socialisme is heel ver weg. Ik ga er verder niets over zeggen, stel je voor dat iemand herkenbaar zou kunnen worden. Het zou ook teveel eer zijn. Hora est, klinkt het in de zaal.
En nu, broeders en zusters, ik beveel u Gode, om de aangepaste titel van een fraaie anarchistische brochure tot slot te citeren voor hen die De AS serieus blijven nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten