We kwamen elkaar regelmatig tegen en op die kruispunten maakten we een praatje met elkaar. Waarover, ik zou het niet meer weten, waarom zou ik het moeten weten. Pas nu ik het, met een kersverse context, opschrijf, vermoed ik dat we wel met elkaar aan het flirten waren. Al kan ik er niet voor instaan, het is zo'n vederlichte bezigheid die net zo goed kan wegwaaien. (Ook al wordt het woord in heel ander verband gebruikt in commerciële context).
Toen kwam de chef maar weer eens langslopen. "Ja je kunt haar nou wel een leuke meid vinden, maar er moet wel gewerkt worden." Meende hij te moeten zeggen, tegen mij alleen, niet iets vergelijkbaars tegen haar. Twee insinuaties in een klap, maar dat er door de anderen gewerkt moest worden was inherent aan zijn baantje. Het eerste stak mij, maar haar nog meer. Het was uit met onze ontmoetinkjes.
Ik had wel het vermoeden dat zij gekwetst was, maar of dit zo was en in welke mate - we zijn er niet aan toegekomen. Want dan hadden we moeten praten, wat niet mocht, en indringender dan we gedaan hadden tot dan toe.
Een van de regelmatig bezochte posten op mijn weblog hier werpt de vraag op waarom Nederlanders zo onbeschoft zijn. Het is een karaktertrek die aan de staatsvorming voorafgaat. De wandelende rekenmachine Dijsselbloem bestond het onlangs in een interview in de Frankfurter Allgemeine te suggereren dat de Zuideuropeanen ("de PIGS"- landen) "hun" geld verjubeld hebben aan drank en vrouwen (!) en dan nu hun handje ophouden bij de sobere hardwerkende noorderlingen. Je moet maar durven. En Dijsselbloem beroept zich dan ook nog maar op "het calvinisme" dat hem als Nederlander zo direct maakt. Al net zo'n flauwekul.
Saskia Pieterse is geen sociologe, althans zij doceert Nederlandse literatuur, maar haar historische uitstap tot naar het koloniale verleden (en heden) toe vind ik een zeer plausibele verklaring. Tot en met het verband tussen die zogenaamde directheid, botheid, onbeschoftheid en de eigen superioriteitswaan, het racisme - zo tentoongespreid door Dijsselbloem, die nog steeds niet lijkt te beseffen wat hij miszegd heeft. Pieterse bezoekt in haar stuk Curaçao en zo kom ik weer in de gangen van de posterijen terecht.
En ik weet nog steeds niet wat ik terug had moeten zeggen tegen die lomperik. Ik zou dingen kunnen bedenken maar nu hangt er niets meer van af. Toen wel.
Loonslavernij en slavernij liggen bij alle verschil ook in elkaars verlengde.
02 april, 2017
Doe normaal, houd op over die slavernij
Labels:
Antillen,
kolonialisme,
Nederland,
Onbeschoftheid,
Prousten,
Racisme,
Sociaal-democratie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten