Onlangs was Chimamanda Ngozi Adichie in Nederland, en zij werd geïnterviewd voor de heuse serieuze televisie. Ik heb het mij bespaard, maar ik vernam van een hoop ergernis over de vraag of zij een gelukkige jeugd had gehad. De schrijfster, verbaasd lachend: "Ja hoor. Waarom vraagt u dit?" Het antwoord op de wedervraag ging niet over Purple hibiscus - maar de gemiddelde Nederlandse literatuurbeschouwer m/v in de Media is altijd op zoek naar het "echt gebeurde", liefst autobiografische, in een verhaal. Een verhaal omwille van het verhaal, dat kan eenvoudigweg niet.
Paarse hibiscus ziet things fall apart door de ogen van het opgroeiende meisje Kambili, de instorting geschiedt in de vorm van haar angstwekkend katholieke vader die er niet voor terugdeinst haar moeder tot twee keer toe een miskraam te meppen. Zijn katholieke façadewereld stort daverend in. Meer wil ik eigenlijk niet zeggen over het verhaal, niet het eerste dat ik van de schrijfster gelezen heb. Maar het is een daverend debuut, aansluitend bij de uiteenvallende wereld van Achebe. Het blijft een rare vraag van die interviewer, die natuurlijk ook had kunnen impliceren dat een ongelukkige jeugd een goudmijn is voor een auteur.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten