Het waren vage overwegingen die mij er toe brachten naar wat ik maar de mannenpraatgroep zal noemen toe te gaan. Net als bij het roeien waar ik eerder over geschreven heb was het iets wat een snaar bij mij raakte bij de informatiemarkt voor net aankomende studenten, bij het stalletje van de club. Het was een collega-begeleider, of beter begeleidster van intredende eerstejaars, met wie ik de folder besprak en die mij aanmoedigde er heen te gaan. Als het mocht ging zij mee, zij was wel benieuwd. Zij mocht aanwezig zijn, graag zelfs. Zij zou de enige vrouw blijken die zich er vertoonde in de korte tijd dat ik meeliep. De avond zou lang duren, er kwam weinig op gang en op zeker ogenblik moest zij weg. Waarna nog naar haar verwezen werd als mijn vriendin, wat wel vleiend was maar niet juist. Intree liep voor menigeen uit op verkering, en dat zou voor mij ook blijken te gelden, maar niet met C. die het erg moedig van mij vond dat ik deze stap zette. Dat wel.
Er is een filmpje van Van Kooten en De Bie over een mannenpraatgroep dat perfect de landerigheid en sloomheid typeert. De onachtzaamheid ten opzichte van elkaar: heel laat komen, en dan merken dat er nog niets besproken is. En drinken. Je zou de heren er van “verdenken” dat zij er zelf bij een gezeten hebben, in ieder geval hebben zij een bron dicht bij het vuur gehad. Dergelijke profetische beschrijvers van (sommige aspecten van) het leven in Nederland missen wij dezer dagen. En misschien is hun catalogus wel compleet. Het onderdeel eindigt met op niets uitlopende plannen tot vrijwillige castratie; mogelijk ingegeven door de film La dernière femme van Marco Ferreri, die in ieder geval net gedraaid had in de dagen waarvan ik spreek. De mannelijke hoofdpersoon in de film gaat tot deze daad over nadat tot twee keer toe ontevreden vrouwen in zijn leven hem afwijzen op gronden die men feministisch kan noemen. Een flink deel van de bioscoopzaal liep leeg voor het einde dat al bekendgemaakt was door de recensies.
Ging het om een bezinning op de mannenrol, het bestrijden van patriarchaat en machismo? Of er een gedachte van handelen-door-niet-handelen achter zat kan ik onmogelijk zeggen. Ik vond alles zo wazig dat ik mij er eigenlijk weinig van herinner. Behalve dan dat er ernstig moest worden nagedacht over de overstap naar de homo- of in ieder geval de biseksualiteit. “Wie heeft het wel eens met een man gedaan? Ik natuurlijk wel,” gooide de zich als natuurlijke leider voordoende man als vraag in de groep. Eerlijk gezegd was ik verbijsterd – dit was het tegendeel van machismo-afwijzing. Want het bleek dat je dat toch echt wel eens meegemaakt moest hebben. Het toen wel degelijk courante idee van seksuele voorkeur als een keuze is geheel weggespoeld, waarschijnlijk door de grimmige aids die in de jaren tachtig grootschalig opdook en die het element van spel voor op ervaring uit zijnde jonge mensen opzijgeschoven heeft – zo grondig, dat deze hele episode weggewist lijkt. Mijn betrokkenheid bij het wazige geheel eindigde met wat ik als ervaring tijdens de #zeghet-actie heb beschreven. Ik had niet de indruk dat aangerand worden door een andere man nou tot de leuke bespreekbare ervaringen behoorde die ik kon delen. Ik heb het in ieder geval niet geprobeerd. En zo eindigde mijn ervaring met het Mannengebeuren, wij schrijven 1976.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten