Ontwakend uit een benauwde droom waarover ik het maar niet zal hebben lig ik na te mijmeren. Een mijmering die ik even deel...
Spelen op straat is (was) in feite ruimtelijk uitgevoerd dromen. Jij bent de boef en ik ben de sheriff. Jij de cowboy ik de indiaan (ja de droomfabriek van de film werkte natuurlijk mee). Voetballen op straat is in feite ook dromen: er is geen grasmat, geen doel aan beide kanten, geen middenstip, geen strafschopgebied...
In Kees de jongen draait veel om de binnenwereld die gedacht/gedroomd wordt door de naamgever van het verhaal. Ik hoor dat het godbetert hertaald wordt "naar de jongeren van u toe". Ten eerste is het geen kinder- of jongerenboek. Ten tweede: wat wordt er nu van die machtig of eeuwig mooie gymnastiekpantoffeltjes gemaakt? Hou toch op.
En het ernstigste misschien wel: hebben kinderen nu nog de ruimte of tijd (in zekere zin hetzelfde) om alleen of in elkaars gezelschap dromen uit te leven? Overal staan auto's en als ze niet staan rijden ze. Ik vrees dat spelende jongeren al snel voor terrorist uitgemaakt zullen worden dezer dagen, afkomst onbelangrijk (al zal dat ook meespelen in bepaalde steden).
De groene ruimte die ons - wij zijn allen kinderen - nog steeds ontnomen wordt, naast de stedelijke, dient (diende) 0ok voor geleefde dromen. Wat te doen?
En misschien valt die hertaling mee.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten