In de titel heeft Lansen zijn kennelijke roepnaam, maar zoals meestal ongeveer een eeuw geleden heeft hij op papier geen voornaam, maar initialen. "Een gewone arbeider" - maar er bestaan geen "gewone" mensen, en toch: Lansen was geen "voorman" van de socialistische of de arbeidersbeweging. In een tijd waarin biografieën van die categorie mensen het al moeilijk zullen hebben een opmerkelijke onderwerpskeuze. Die dan weer niet onverwacht meer kwam: toen ik Bert Altena sprak op de Anarchist Studies Network-conferentie in Loughborough in 2008 vertelde hij mij dat hij met een biografie van "een arbeider" bezig was. Die is sinds vorig jaar dan uit. Misschien was het toch Jacques Giele die het veld rijp heeft gemaakt voor een dergelijke onderneming, in zoverre dat ik niet opkeek van Berts opmerking.
Lansen was vrijmetselaar, een hoedanigheid die hij tot mijn verrassing deelde met de voorman die hij bewonderde (en van wie ik niet wist dat hij "een broeder" was, eerlijk gezegd), Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Bij alle verhuizingen die het proletarische bestaan met zich meebracht bleef de maçonnieke connectie, ook al was op menige plaats geen loge. Bij de vrijmetselarij hoorde het vrije denken, later vaak in tot fanatisme oplopend atheïsme vertaald. Lansen noemt zich op den duur religieus atheïst, een uitdrukking die nogal wat later uitgewerkt zou worden door Leo Apostel.
Een breuk met Lansens geloof in de roeping van het proletariaat vindt plaats als hij werkt aan het Panamakanaal, waar werkelijk de heffe des volks van overal tewerkgesteld is. Terwijl hij daar is sterft zijn vrouw, hij komt te laat terug om haar in haar laatste ziekte te begeleiden. Persoonlijke tragiek, uitsluiting bij het vinden van werk vanwege zijn socialistische gezindheid, werkloosheid en - niet expliciet vermeld - aan lager wal geraakt door drankgebruik. Maar ook daar is hij bovenop gekomen.
Anarchist is hij niet geworden, ondanks het voorbeeld van FDN, geleidelijkaan staat hij toch, lijkt het, links in de sociaal-democratie van toen.
Lansen had zoals denkende arbeiders in die dagen, een boekenplank, en hij schreef zelf verdienstelijke gedichten die het wat publicatie betreft niet verder gebracht hebben dan maçonnieke bladen. Tot nu dan.
Lansen komt tot leven in deze biografie, als persoon en ook als vertegenwoordiger van zijn klasse. Het is bijna onnodig te vermelden dat ik het boek van harte aanbeveel. Een waagstuk noem ik het omdat de officieel beleden tijdgeest van nu niets met "onbekende" mensen opheeft en al evenmin met arbeiders. Toch blijkt er een radioprogramma gewijd te zijn aan de biografie.
- Bert Altena, Machinist en wereldverbeteraar - het leven van A.J. Lansen 1847-1931. Hilversum: Verloren, 2014. 29,50
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten