Wanneer zijn gedachten van anderen waarmee je kennis hebt gemaakt, in gesprek, van het net, van radio, televisie of film, uit blad of boek, nog van die anderen als je ze inmiddels eigen hebt gemaakt - uit herkenning of erkenning? In wetenschappelijke publicaties kun je maar beter wel met voetnoten werken om serieus genomen te worden door degenen die jou serieus zullen moeten nemen - in een eigen publicatie hoeft dat niet, op den duur, of meteen.
Paul Cudenec ontvouwt in zijn nieuwste boek, Forms of freedom (hij wilde het eerst Philosophy of freedom noemen, maar die titel was al gebruikt, door Jacques Ellul bijvoorbeeld) een benadering van definitie van vrijheid. (Vrijheid definiëren beschouw ik als een intrinsiek tegenstrijdig streven, ingaande tegen wat het definiendum is). Vrijheid is niet de afwezigheid van dwang en evenmin maar doen waar je zin in hebt. Paul kiest voor een diepergaande en radicalere analyse die individuele (ik zou liever: persoonlijke zeggen), collectieve, planetaire en metafysische niveaus van vrijheid beschrijft. Als hij er over had kunnen bloggen zou hij geen boek hebben geschreven, stelt hij zelf, dus ik zal het u bovenal aanraden te lezen.
Ik had de eer het boek nog in typoscript te mogen lezen en mijn mening of kanttekeningen te geven. De aantekeningen die ik bij die gelegenheid heb gemaakt, bewerkt weergegeven:
- Je kunt niet tegelijkertijd een groep mensen zien en een individu - je ziet het een of het nader, niet beide tegelijk. De groep bestaat bij de gratie van de individuen en omgekeerd. Persoonlijke vrijheid kan ook alleen collectieve vrijheid zijn en omgekeerd.
- Fons Elders omschrijft God in zijn Analyseer deconditioneer als de collectieve menselijke identiteit. Hoewel ik het een mooie benadering vind sluit deze wel de rest van de levende wezens, zoniet het universum uit. Is God niet meer dan de mensheid? Paul Cudenec wijst een god die buiten de schepping staat af, maar eveneens het pantheïsme, de voorkeur gevend aan panenhenisme - "al-in-het-ene-isme". Als mensen maken wij deel uit van de uiteindelijke Eenheid, een benadering die overeenkomt met Ortts God in zijn pneumat-energetisch monisme. Dit panenhenisme kan ik niet anders dan mystiek noemen. Enkele uitwerkingen:
- Kunnen wij het gemakkelijk aanvaarden dat we tenslotte niet de stralen van individuele levens-essentie die op de wereld schijnen, zijn waarvoor we ons altijd gehouden hebben, maar eerder onderdelen van een en hetzelfde stralende licht, dat tijdelijk verdeeld is in verschillende stromen door de gaten in het dak van het universele bestaan die onze individuele vormen uitmaken? (Neen, Plato komt niet voor in de literatuurlijst).
- Er zijn mystieke momenten waarop we naar het schijnt ophouden te bestaan als individu en opgenomen worden in alles wat ons omgeeft - bomen, bergen, rivieren, wilde planten en dieren. Wij ervaren dan niet een illusie maar juist het wegvallen van een illusie.
- Mensen die begrijpen dat zij de uiteindelijke realiteit van het universum zijn zullen zich niet voorstellen dat hun eigen individuele sterfelijkheid hun bestaan betekenisloos of absurd maakt. Ze zullen evenmin door nepgoden bij de neus genomen worden die blinde gehoorzaamheid eisen als dat zij bezeten zijn door de vrees voor de inidividuele dood en zo de volle collectieve verantwoordelijkheden van het individuele leven te ontlopen.
Mystiek anarchisme dat tot constructief verzet aanspoort, zeker niet tot resignatie (u verwacht ook geen instemming van mij, hoop ik, als het anders was).
- Paul Cudenec, Forms of freedom, Winter Oak Press, 2015. 173p.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten