Het is alweer ruim zeven jaar geleden dat Hans Ramaer zijn lezing Anarchisme in domineesland gaf in het Domela Nieuwenhuismuseum in Heerenveen. De uitdrukking komt ook voor in De piramide der tirannie - het lijkt dan ook meer dan toevallig waarschijnlijk dat de twee grootste namen van "het anarchisme" in Nederland tot 1938 verbonden zijn aan voormalige dominees. Ik herinner mij nog dat ik hem enkele namen heb genoemd van anarchistische mannen op de kansel die hij niet wist.
Wat mij ontgaan is, is dat hij een werkstuk (de status is ongewis) heeft geschreven voor zijn studie maatschappijgeschiedenis in Rotterdam over christen-anarchisme en religieus anarchisme in Nederland, 1896-1926. Het laatste jaartal is gekozen omdat de Bond van Religieuse Anarcho-Communisten toen zijn blad van De Vrije Communist heeft herdoopt in Bevrijding< een naam die door de reputatie van Bart de Ligt nog geadopteerd kon worden door de PSP later. Ik vind het een nogal willekeurige keuze wat jaartal betreft, iets dergelijks zou ook voor het beginjaar kunnen gelden (uittreden van wat hij "de tolstojanen" belieft te noemen uit de Nederlandse Protestantenbond, iets wat overigens in het geheel niet ter sprake komt zodat deze keuze ook onduidelijk is). Dat de uitdrukking Religieuse Communisten (het toevoegsel anarcho- maakt het voor hoi polloi niet helderder) verwarring kon stichten bij een weinig tot niets wetend publiek kan ik mij voorstellen. Toch heeft het tot 1932 geduurd voordat deze naam werd veranderd in Bond van Anarcho-Socialisten. Hans schrijft dat de BRAC religie niet in de traditioneel godsdienstige betekenis opvatte maar als universele verbondenheid zag. Het verschil met de wellicht dan even verwarrend genoemde christen-anarchisten is dan echt kleiner dan hij denkt. En zou mij sterk lijken als Bart de Ligt niet kennis heeft genomen van Rudolf Otto's Das Heilige, bijvoorbeeld, zoals Hans ook over het hoofd ziet dat bij de christen-anarchisten nogal wat hegeliaanse dialectiek voorradig was. Niet alleen bij de nogal op zich zelf staande Henri van den Bergh van Eysinga, maar ook bij Lod. van Mierop. Daarom kan ik ook zeker niet instemmen met het peroratieve slot: hoe veelzeggend het zou zijn dat het Tolstojaanse Vrede een toestand, het religieus-anarchistische Bevrijding een proces uitdrukt. Aardig gevonden, maar voorbijgaand aan toch bekende gedachten als "Er is geen weg naar vrede, vrede is de weg" (Felix Ortt identificeerde zich gaandeweg steeds meer met het taoïsme trouwens) en de mogelijkheid bevrijding als een toestand te beschrijven. Hiermee eindig ik hier wat inmiddels een eenrichtingsdialoog (het woord krijgt geen belerend kringeltje maar het is intrinsiek onmogelijk) is, ik kom er later D.V. via het speciale nummer van De AS op terug.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten