Het maakt mij nog benieuwder naar het nieuwste boek van Bert Altena, waar hij naar ik heb begrepen wel wat jaren aan gewerkt heeft: het leven van een Onbelangrijke Persoon, een Arbeider.
Niemand is onbelangrijk en het gaat in het geval van Berts boek wel degelijk om een wereldverbeteraar, zoals de titel al aangeeft. Ik moet het nog lezen, zoals zoveel. Nu doe ik even verslag van eigen speurwerk, dat met betrekking tot deze Ene Speciale Persoon een tijd heeft stilgelegen, sinds mijn persoonlijke naqba, om precies te zijn. De tijd gaat wel dringen.
Een archief biedt inzage in de activiteiten van de te bestuderen persoon of personen. Een enkele keer biedt een briefwisseling zicht op wat je intuïtief verwacht, hetgeen dan toch onderzoekersgeluk mag betekenen. Misschien klopt het resultaat dan niet of niet helemaal.
Voor Henri Roorda van Eysinga hoefde ik niet naar Lausanne, hoe aantrekkelijk het ook zou zijn. En nu ging ik naar Utrecht, gezegend met de virtuele vriendschap van een archivaris die mij een - voor mij bijzonder en pikant klinkend - document in context plaatste. Leve de archivaris!
Zonder loep bij mij (ik verwachtte niet veel, niet in numerieke zin en niet in inhoudelijke zin) begeef ik mij in persoonlijke handschriften. Dit is meer dan de papegaai van Flaubert, dit is als het ware aan de ontbijttafel zitten van een gezin. En aan een sterfbed. Hier komt de afweging: wat hiervan is van belang voor waar het tenslotte om gaat, de latere wereldverbeterende activiteiten van degene die uit het handschrift naar voren komt. Ik heb maar een paar uur, vind ik, het wordt toch al langer dan ik dacht. Ik besluit dat het meeste dat ik te weten kom niet van belang is, mocht ik er later anders over denken dan kan ik er op terugkomen. Zolang er nog archieven mogen zijn, want in een "samenleving" die collectief Alzheimer koestert en waar een regime is aangesteld dat er welbehagen in schept alles van waarde als waardeloos de deur uit te doen (de genadeloze deportatie van de bibliotheek van het Tropenmuseum is veelbetekenend geweest) weet je maar nooit welke toekomst het verleden nog mag hebben.
De knoop doorhakkend wat relevant is en wat aan de ontbijttafel mag blijven begeef ik mij aan de lunch met mijn gastvrouwe. Heel zondig een uitsmijter met spek kiezend. Ik beken ook deze zonde.
Hopelijk merkt u het resultaat van het speuren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten