Het strandje is ongelooflijk druk, alsof het een grote attractie is. Ik krijg associaties met Muiderberg en in samenhang hiermee met Zdwórz. Onze vaste rustige pleisterplaats met zicht op een trekgat, omzoomd met populieren - Nederlands water omgeven door bomen, zo gewoon is het niet - is afgesloten met een hek en slot. Er ligt een motorboot ("jacht" zou toch echt een groot woord zijn) aangemeerd. Het afsluiten van ruimte die openbaar leek of was, dat is "ruimte voor ondernemers scheppen". Elders kunnen wij alsnog het Joppe beleven, maar dan zonder zicht op de bomen en de vogels.
Ergens in de drukte van de dag en het strand moet in die tijd officieel een minuut stilte in acht zijn genomen "want iedereen kent wel iemand die...".
Nee, ik ken niemand en ik ken ook niemand die iemand kent. Ik zal de plechtige zestig seconden gemist hebben en kan me afvragen of ze in acht genomen zijn aan het strand. Of dat iedereen op iedereen ging letten of de ander de Nationale Rouw en het Fijngevoel wel in acht nam, om vervolgens over te gaan tot de Verplichte Haat Jegens Poetin.
Een week geleden kwam ik 's avonds terug "in de wereld" van de uitvaart van mijn zwager en het vertoeven met mijn zus en nicht. Ik las dat Nederland "in diepe rouw" verkeerde, volgens minister-president Rutte. Hier botste de collectieve kitsch met het echte achterblijverdom van mijn naaste familieleden en mijzelf. Ook zonder dit gegeven zal ik waarschijnlijk niet meevibreren met het nationale gevoel. Een gevoel dat alleen beangstigend genoemd mag worden - geregisseerde hysterie die al ruim twaalf jaar rondwaart in een land dat ooit trots was op zijn gebrek aan nationale trots (wat op zich natuurlijk zeer dubbelzinnig was).
(Illustratie: een geleende foto van het strand van Koudenhoorn in rustige tijd. Ik moet het een en ander aan eigen foto's hebben maar die bevinden zich op andere computers).
Boomomzoomd water bedekt met populierenpluis. Verboden uitzicht nu |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten