Ergens in mei heb ik voor "volgende week" meer over Nigeria beloofd - tenslotte is iedere week de volgende (en het zal mij leren geen uitdrukkelijke toezeggingen meer te doen hier). Al met al is, tussen alle oorlogstoestanden van dezer dagen, de campagne van "Boko Haram" nog steeds gaande. Chinua Achebe sprak in There was a country al de verdenking uit dat dit genootschap Vrienden in de Hoogste Kringen heeft - het Nigeriaanse leger zou weten waar de ontvoerde meisjes worden vastgehouden en doet niets. En langzaamaan worden zij vergeten tussen en dankzij de (andere) gruwelen van het nieuws dat men via de "andere" media kan vernemen. (De staatsmedia roeren de trom alsof er een frisse vrolijke wereldoorlog gevoerd kan gaan worden, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag).
Stanley Diamond schetst hoe de mislukking die tegelijk een succes genoemd kan worden van het koloniale bouwsel Nigeria van begin af aan ingebouwd heeft gezeten - speciaal dankzij de privilegiëring van de islamitische "noorderlingen". Nu zijn er noorderlingen en noorderlingen. Degenen die de feodale verhoudingen, die officieel in 1908 zijn afgeschaft, in stand houden, zijn "noordelijker" dan hun onderhorigen. De feodaliteit gaat door het leven onder de speciale naam talakawa [meer hierover in het gelinkte artikel]. Dit "noorden" heeft steeds de politieke hegemonie gehad in het hele koloniale geval, ook na de zogenaamde onafhankelijkheid. Het Model voor Heel Afrika kende in het noorden, voorzover verkiezingen al betekenis hadden, een censuskiesrecht gebaseerd op bezit. Vrouwen waren geheel uitgesloten. Na een reeks junta's, eveneens beheerst door de noorderlingen, werden pas in 1979 verkiezingen volgens echt algemeen kiesrecht in het hele land georganiseerd. Voor wat ze waard waren en zijn.
Ideologen in het wereldnoorden, van Westminster tot betaalde praatjesmakers in de gangbare pers, prezen het voorbeeld bij uitstek, en werden niet gehinderd door enige gêne na de staatsgrepen van 1966, de moordcampagne tegen de zuiderlingen in hun Sabon Gari ("eigen" wijken), vooral gericht op Igbo, die zich overal in het land gevestigd hadden. De genocidale oorlog tegen Biafra, de verdere staatsgrepen, het was allemaal voorbeeldig. Wat ik tot nu toe niet wist is dat het Britse koloniale ambtenarenapparaat "gewoon" gehandhaafd bleef en dat pas in de jaren zeventig aan "nigerianisering" werd gedaan in de ambtenarij. Corruptie moest tenslotte ook hier uitgeleefd kunnen worden. Wat mij evenmin bekend was is de liefde die het noordelijke regime koesterde voor het Zuidafrikaanse - met zijn eigen apartheidswijken, zijn bijzondere behandeling van de Maguzawa ("heidense" noorderlingen) zagen zij een voorbeeld in de gepredikte "gescheiden" ontwikkeling. Verbazen doet het mij niet.
Achebe koos niet voor Biafra, de keuze werd hem opgedrongen. En toen de genocide plaats maakte voor het tot tweederangsburger verklaren van de Igbo en andere Delta/Zuidoosten-bewoners fulmineerde hij tegen de doorwoekerende corruptie. Hij noemt Nigeria een mislukte staat. Vanuit het oogpunt van degenen die grootschalig kunnen roven - 400 miljard dollar weggesluisd door de heersers naar comfortabele bankrekeningen, de afgelopen halve eeuw - is Nigeria een model van geslaagdheid. Het verdere verloop van dit succes hoeft hij niet meer mee te maken.
28 juli, 2014
De geslaagde mislukking Nigeria
Labels:
Biafra,
Chinua Achebe,
Corruptie,
kolonialisme,
Nigeria,
Slavernij,
Vrouwenonderdrukking
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten