20 april, 2014

Wij eisten geluk - poging tot plaatsbepaling van "de jaren zeventig"


Wij eisen geluk is wel aangehaald als toppunt van malle leuzen die de jaren zeventig kleurden als "de tien rode jaren" - zoals Antoine Verbij ze noemde. Er is op verscheidene manieren in te gaan op het aankomen met deze woorden - in de eerste plaats: "en wat is er tegen geluk? zijn wij voor onze ellende op de wereld?" Maar deze gerechtvaardigde tegenwerping gaat er aan voorbij dat de leus nooit zomaar op een spandoek opgedoken is. Het is graffiti op een van de desolaatste plaatsen van Amsterdam, aangebracht in de kersverse maar reeds naar de al dan niet vermeende mislukking koersende nieuwbouwwijk die nog net de Bijlmermeer mocht heten. De leuze is van begin af aan als surrealistisch bedoeld geweest. Ik weet dit van degene die hem heeft aangebracht.

Overigens is er niets mis met de eis tot geluk. Wij zijn niet voor ons verdriet op aarde. Wat onlogisch klinkt aan de slogan is dat geluk niet of maar hoogst zelden uitgedeeld wordt, ongeluk des te meer. Er was een tijd in de hoogontwikkelde wereld waar Nederland toe behoort een periode in de afgelopen eeuw waarin als vanzelfsprekend de obstakels tot geluk ter discussie stonden zoniet bestreden werden. Het was een tijd van emancipatiestreven op alle mogelijke terreinen, niet alleen de "groot" aandoende verhalen (zoals ze toen nog niet heetten) van vrouwen, homo's van beiderlei kunne, arbeiders, om hun geloof of huidskleur gediscrimineerde mensen...

Het emancipatiestreven omvatte mensen die gecategoriseerd werden of opgesloten of beide. Het streven is inmiddels in de vergetelheid of in de hoek met de zotskap weggezet: gekken, gevangenen, zwakzinnigen - of ingebed in de subsidieerbare en daardoor te temmen stroming, zoals milieuactivisme en inzet voor de ge(de-)koloniseerde wereld. Men kan het een kwestie van politieke cultuur noemen: streven naar geluk althans naar het opheffen van barrières ernaar hoorde bij "de jaren zeventig", die zich bij deze kwalificatie uiteraard niet aan kalenderbladen houden. De breuk met deze cultuur valt ergens in "de jaren tachtig", als rechts, dat Gramsci beter bestudeerd heeft dan "links", bepaalt dat geluk niet hoort omdat een op consumptie drijvende zogenaamd vrije markt juist structureel een gevoel van ongelukkigheid en tekort vereist. Een contrarevolutie tegen het Geluk die geslaagd mag heten.

De revolutionairen van het geluk verdienen het echter in geschiedschrijving opgenomen te worden, verwaarloosd als ze zijn doordat zij buiten de politieke hoofdstromingen vielen. Omdat iemand het zal moeten doen zal ik (in goed gezelschap weliswaar) deze oproep in dit geval zelf opvolgen.

Illustratie: verdediging van op last van hogerhand te slopen panden in de Amsterdamse Kinkerbuurt. Uit de overgangstijd tussen hoop en geluksstreven en wanhoop en nagestreefd ongeluk.




Geen opmerkingen: