Beren spreken tot de verbeelding. Ze zijn cultureel verankerd bij mensen wier voorouders er direct mee te maken hebben gehad.
De beer speelt in sommige streken nog steeds een rol in cultussen, elders verwijst het zelfstandig naamwoord voor het dier naar een taboe op het noemen van de intussen vergeten, echte naam: medved (honingkenner) is een fraaie, en ons 'beer' zelf, dat identiek is aan 'bruine'. Het dier is tweeduizend jaar geleden al verdwenen uit Nederland, sindsdien zijn er slechts verhalen over in omloop en speelgoedversies die op hun eigen merkwaardige manier verwijzen naar het magische verleden van de band tussen beer en mens. Cultus en taboe zijn in mediterraan Europa blijkbaar vanouds afwezig - maar hoe het ook zij, de moderne mens met een snelvurend makkelijk draagbaar geweer heeft raad geweten met deze grote voedselconcurrent. In deze eeuw is Ursus arctos alsnog uitgeroeid in Duitsland, Zwitserland en het grootste deel van Frankrijk. In Spanje, Italië en Oostenrijk zijn nauwelijks levensvatbare restpopulaties over. En ja, dan is er het restant aan de Franse kant van de Pyreneeën.
Waarschijnlijk is dit schamele overblijfsel van een ooit gevreesde en intens bejaagde diersoort nu het bekendst als symbool in de strijd tegen de snelweg door het dal van de Aspe. De beren zouden het meest last hebben van de aanleg van deze rustverstorende weg in een ecologisch toch al kwetsbare streek. Deze weg speelt maar een heel kleine rol in het onderzoek dat Philo van Gastel in
de 'berenstreek' heeft gedaan, waarvan zij verslag heeft gedaan in Beresporen.
De wisselwerking tussen mens en beer in deze streek wordt door deze antropologe met empathie voor beiden beschreven. De beer is van oudsher de vijand van de herder, een beroep dat steeds meer onder druk staat in een ontvolkende, vrijgevochten streek waar vanoudsher de Franse overheid (en de Franse taal, men spreekt er Gasconès) op zijn minst met argwaan bekeken wordt. Het jagen op beren was nodig om de schapen te beschermen en het is ook toegestaan geweest tot op het punt waarop de beren bijna verdwenen waren. Als Parijs nu vindt dat er natuur beschermd moet worden, plaatst dit de eigen levenswijze van de mensen nog verder onder druk, zonder dat het nog veel uitmaakt voor de beren.
De plaatselijke bevolking kiest nu dan ook in meerderheid voor een regionale pro-jacht-partij, en Van Gastel weet aannemelijk te maken dat dit geen rechts, schietlustig gezelschap is. 'Het milieu' of natuurbehoud doet zich aan de bevolking van de berenstreek voor als aanleiding voor de centrale overheid om greep te krijgen op de mensen - een anarchistisch dilemma. En daarnaast zijn er
plaatselijke overheden die brood zien in toeristische exploitatie van de beer, die niet protesteren tegen de opgedrongen bescherming en de berenstand proberen op te voeren door van elders beren te importeren: de wilde beer als figurant in de spektakelmaatschappij. En de beren zelf, die met mensen en geïmporteerde soortgenoten te maken hebben? Er zijn er minder dan tien van over.
Van Gastel hoopt dat tegen de verwachtingen in de echte Pyrenese beer alle lawaai van mensen toch nog zal overleven. Wie bij deze conclusie komt, heeft een mooi en verrassend boek gelezen over de vele valkuilen in de verhoudingen tussen mensen en dieren en mensen onderling.
- Philo van Gaste!, Beresporen - over mensen en beren in de Pyreneeën. Amsterdam: Het Spinhuis.
(1998)
NASCHRIFT
De tijd van uitsterven van de beer in het huidige Nederland is zeker duizend jaar verlegd - in het Stichtse waren er nog jachtrechten te vergeven in de hoge Middeleeuwen. Wanneer het dier dan echt is verdwenen is niet na te gaan.
Met de Pyrenese beer is het bijna afgelopen - hier een nog lopende petitie om het tij te keren.
Zie ook hier.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mensen zijn bang voor beren en dat is onterecht. De beer is een onschuldig dier, tenzij zij jongen heeft dan kun je maar beter rennen voor je leven.
Een reactie posten