Laat op de avond, ik zal uit Roodmerk gekomen zijn en op weg naar mijn huis in Oost geweest zijn, werd ik op of bij de Nieuwmarkt aangesproken door een in wit gekleed meisje. Of zij een stukje mee mocht liften achterop mijn fiets - zij kon, zei zij, niet tegen het tafereel van de vernieling van de buurt terwille van de metro.
Ik was verrast maar stemde in want haar gevoel begreep ik wel. Ik hoopte maar dat mijn achterband het zou houden.
Aan de rand van de buurt stapte zij af, zei dat zij daar woonde en dat ik niet moest denken dat zij iets anders bedoelde met de vraag naar een lift. Dat dacht ik ook niet maar ik was geïntrigeerd door haar openlijk vertoonde gevoel en verzoek en ik zie haar voor mijn geestesoog nog steeds mijn blikveld uitlopen langs de gracht.
Twee jaar later zag ik haar terug op een feestje, zij had een zeer bolle buik. Ik vertelde mijn metgezellin dat en hoe ik haar ontmoet had en deze zei droogjes: dus die buik komt niet van jou.
Later vernam ik hoe zij heette en dat zij - dat was volstrekt mogelijk in die tijden met zoveel studenten die je onmogelijk allemaal kon kennen - een studiegenote was.
Gisteren zag ik een duur oblong boek van haar in de nieuwetijdsboekwinkel, het ging over de speurtocht naar de Godin. Zoekend naar mogelijke bronnen van deze wending in haar geestelijk bestaan (als het een wending is) vind ik haar site. Ik heb niets met een Nieuwe Tijd maar haar fascinatie voor de Godin staat voor mij los hiervan. Haar mystieke ervaring beschrijft zij niet. Jammer, maar wel begrijpelijk.
In de dagen dat zij mij om een lift vroeg verdiepte ik mij in Erich Neumann's Ursprungsgeschichte des Bewusstseins, hij bleek ook de schrijver van Die grosse Mutter. Zo komt alles op haar plaats.
Via Selma Sevenhuijsens site kom ik bij het blad Vruchtbare Aarde, dat een special gewijd aan Maarten Toonder aanbeveelt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten