“Er blijft altijd een groep die begeleiding nodig heeft, of maar gedeeltelijk kan werken. Daar moet dan toch geld op toegelegd worden. Nu is het idee: “de arbeidsmarkt lost het wel op”. Maar zo werkt het niet.” Staatssecretaris Klijnsma van de PvdA, toen zij even geen staatssecretaris was, over mens met een “beperking”. De uitspraak, geboekstaafd op zorgwelzijn.nl, werd gedaan toen de Partij van de Arbeid in de oppositie was. Het démasqué van deze partij na de verkiezingen van 2012 is nauwelijks pijnlijk te noemen – de Nederlandse parlementaire politiek heeft haar eindpunt bereikt – het gaat zelfs niet meer om tienden van procenten bij dit of dat, het gaat er om: wie breekt het hardst de zogenaamde verzorgingsstaat af, en de al even zogenaamde rechtsstaat er bij.
Het is allang tijd voor de opstand van het leven tegen – Bakoenin noemde het “de wetenschap” maar ik ben geneigd eerder in de geest van Herbert Marcuse te zeggen: tegen de krachten die de dood nastreven. Geregeerd worden betekent dezer dagen uitgedrukt te worden in geld, er moet geld bij als je “een beperking” hebt maar in principe moet het al duidelijk zijn dat “je geld gaat opbrengen” in je vierde zoniet je derde levensjaar. Er moet getoetst worden of je “de samenleving” geld gaat kosten of gaat opleveren. Wat “de samenleving” is dient niet gevraagd te worden. “Je” doet er iets voor als je verplicht papiertjes prikt in het park, die door waardevoller mensen zijn achtergelaten (ze zijn niet betrapt door de immer waakzame politie of de overal speurende camera’s). “De samenleving” is nu pas echt het kapitaal, de maatschappelijke verhouding die Marx zo’n honderdvijftig jaar geleden in woorden wilde vatten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten