07 januari, 2014

Dubbele boterham met kaas - 11



Een overval en zijn gevolgen

In het winkelcentrum Buikslotermeerplein was een overval op een bank gepleegd, wij schrijven voorjaar 1974. Zoals de geruchtenmachine het graag wilde waren de overvallers naar het studentenpakhuis, in de wandeling de Zilverberg geheten, gevlucht. Volgens de regelen der kunst werd binnen de kortste keren de flat omsingeld door politie, kreeg iedereen binnen een uitgaansverbod en wie buiten was een betredingsverbod. Kortom, de staat van beleg voor een gebouw met meer dan zeshonderd bewoners. (Jaren later vernam ik dat Andreas Baader er nog ondergedoken had gezeten, maar die was twee jaar eerder al gearresteerd - of de smeris zich hier alsnog voor wilde wreken, wie zal het zeggen). De staatsgrepen in Latijns-Amerika, Chili bovenal, lagen kersvers in het geheugen, enkele lagen nog voor de boeg.

Uiteraard waren de overvallers, die zo sluw waren geweest panty’s over hun hoofd te hebben, niet in het gebouw gevonden. Er werd een “van de universiteit gestolen” typemachine aangetroffen en of men echt iets aan het ongetwijfeld volop aanwezige Kruid heeft gedaan zou ik niet weten. De er op volgende zomer had ik flinke struiken op mijn vensterbank, daar wordt men dezer dagen dan weer voor ingerekend. Een merkwaardige rol bij het beleg speelde de huismeester die voor alle kamers sleutels had en aan de hand van de politie deuren open en dicht deed die soms niet eens op slot waren geweest.

Het waren nog de dagen waarin studenten op de een of andere manier te mobiliseren waren, al was de bereidheid dankzij aanhoudende CPN-retoriek al aan het wegebben. Er kon een comité worden samengesteld aan de hand van een muurkrant die werd opgehangen in het gebouw: Kan dit nu zomaar? Laten we dit over zijn kant gaan? Wat te doen? Gangmaker bij het initiatief bleek een collega-barman van Roodmerk, het actiekoffiehuis waaraan deze (sub)rubriek haar naam ontleent. Prominent aanwezig bij de bijeenkomsten met betrekking tot mogelijke reactie op de politieoverval was een flamboyante man die twee keer zou oud was – op zijn minst – als de meesten onder ons. Hij wilde de Muurkrant tot een vast papieren blad transformeren en had hiervoor de naam De Ghettobode in gedachten. Zijn motivering was dat wij, als in een speciaal gebouw weggezette studenten, in feite een ghetto vormden ten opzichte van de “normale” omwonenden. De geïsoleerdheid van de Zilverbergers zou in de naam tot uitdrukking worden gebracht. Verder was een ghetto van oudsher een bundeling van talenten, juist door de samenhang in isolement. Ik heb de redenering onthouden en zie er nu meer in dan wij allen toen: dit ging te ver. Op de een of andere manier werd vervolgens besloten tot Centraal Station, de bestemming die de buslijn die ons naar “de stad” vervoerde, lijn 33, toen (en ook nu weer) aangaf. En al spoedig vond de Flamboyante Man dat het blad een literair tijdschrift zou worden, waarvan hij de redactie en de uitgave op zich nam. Geïmponeerd door de wetenschap dat hij bij de Toonderstudio’s had gewerkt en de eerste Eric-de-Noormanverhalen had geschreven gingen wij allen aan de slag.

- wordt vervolgd -


Geen opmerkingen: