Het breekt Han van der Horst zo te zien op dat hij nogal wat uit het hoofd verhaalt in De mooiste jaren van Nederland, zoals het misschien hoort bij een geschiedverhaal aan het haardvuur. Maar het geheugen is niet zo maar een betrouwbare raadgever. Hij laat het Marxistisch-Leninistisch Centrum Nederland een rol spelen bij de grote havenstaking van augustus 1970 in Rotterdam. Nu heb ik het daar, ook freewheelend op eigen geheugen, ik geef het toe - meestal noem ik het hier "prousten" als het persoonlijk is, anders is het deel van de Dubbele boterham met kaas - nog zeer onlangs over gehad. Het was de Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (ml) die zich hier presenteerde, een extra aansporing voor de CPN van Paul de Groot zich evenzeer in de studentenwereld te storten (met alle wederzijds funeste gevolgen van dien). In de pers waren in die dagen "de koppelbazen" de kwaaie pieren maar daar ging het helemaal niet om, dat kon ik als nazaat van dagloners in de haven zelf wel bedenken. De staking ging om gelijk loon voor vaste en losse werkers - de eersten kregen minder en de als altijd gelijkgeschakelde staatsvakbond van de sociaal-democraten vond het allang best.
Dan het Amsterdamse Bouwvakkersoproer van 14 juni 1966. In de eerste plaats heeft Van der Horst de data fout. De oorspronkelijke aanleiding tot de boosheid van de bouwvakkers was dat hun 2% op de vakantiebonnen werd ingehouden omdat zij "niet georganiseerd" waren. Dat waren zij wel. Het regime erkende de Bond van Werkers in de Bouwnijverheid, laatste vakbondsuiting van de CPN, evenwel niet, had het uitkeren van het vakantiegeld uitbesteed aan de staatsvakbond die de "verkeerd" georganiseerden hun twee procent inhield. Waarom hadden de bouwvakkers dit moeten accepteren? Het was 1966, het 1968 van Nederland. Het werd al snel knokken met de politie en wel zo, dat de rector hoogstpersoonlijk langskwam om ons te vermanen niet naar de binnenstad te gaan, hoe nieuwsgierig we misschien ook waren, want het was echt ernstig en gevaarlijk wat er gaande was. (Op dat ogenblik wist ik eerlijk gezegd nog niet wat er aan de hand was, de snelle om je heen vliegende nieuwsstroompjes van nu waren er niet en wij hadden een avondkrant - "iets met Provo?").
De Telegraaf werd niet belegerd omdat die krant schreef dat Jan Weggelaar, de man die dood op het plaveisel was blijven liggen, een hartaanval had gehad, maar in de eerste editie van die krant stond dat hij geveld was door een steen die door een van zijn makkers gegooid zou zijn. Het eerste verhaal stond namelijk in alle kranten, alleen werd De Telegraaf 's avonds laat in het uitgaansleven uitgevent in de Amsterdamse binnenstad dus dit bericht kon niet verborgen blijven, ook al stond het alleen in de eerste editie.
Ook als Weggelaar een hartaanval had gehad - wat waarschijnlijk zo is, of hij nu in elkaar getimmerd is door politie of niet - maakt dit de staatsvakbond en de politie niet onschuldig. Iets dergelijks gold voor de nooit meegetelde of vermelde mevrouw in de Nieuwmarktbuurt die doodbleef bij de aanblik van de politietroepen in haar straat bij de ontruiming van de Lastageweg, 1975. In die buurt hadden gewapende en gehelmde politieagenten een geschiedenis en extra betekenis. Dus ja, Weggelaar is vermoord, het is niet terzake of hij bij een andere gelegenheid wellicht toch een hartaanval zou hebben gehad.
Ik weet dat Han van der Horst aan de goede kant staat, waarom dit dan niet beter uit de doeken gedaan over waarschijnlijk de twee grootste arbeidersacties in het tijdvak 1950-2000 (o ja, de Amsterdamse ambtenarenstaking van 1955 ontbreekt geheel, bij nader inzien - tenzij die nog terloops ter sprake komt later)?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten