Ik denk niet dat men mij herkende als oud-collega van SCORPIO toen ik er jaren geleden alweer een stripschriftnummer uit de opruimingsbak haalde, een euro, een Toonderspecial. In Nederland zou je zoiets nooit zo goedkoop vinden en ik sprak er ook mijn verbazing over uit.
"Een Ollander, daar is hier geen interesse voor," was het antwoord.
"Hij is geen Hollander, hij komt uit Groningen," was mijn gestoken antwoord.
"Dat is voor ons hetzelfde."
Zet die Europese of Grootnederlandse gedachte uit uw hoofd, mocht u die echt koesteren, wat u hopelijk niet doet.
Voor mijn gevoel heb ik het opmerkelijke verhaal van een van de zoons van Toonder uit dit boekje eerder naverteld in het openbaar, maar ik kan het niet vinden. Daar gaat-ie dan.
Toonder zat driftig te tikken, dat kon je door de deur van zijn werkkamer horen.
Daar ging de bel. Op de stoep stond Waling Dijkstra, die Marten dringend wilde spreken.
Dat kan echt niet, zei zijn zoon, hij is aan het werk en daar wil hij niet bij gestoord worden, dat weet ik zeker.
Waling hield aan. Hij had een mathematische formule voor de ontwikkeling van stripfiguren uitgewerkt en die moest Marten beslist zien.
Zijn zoon aarzelde, want Waling was niet zomaar weg te sturen.
Hij zou even kijken of zijn vader gedisponeerd was.
Het intense tikken op de schrijfmachine ging door. Zoon keek even om het hoekje de werkkamer in, in de verwachting boos weggestuurd te worden.
Aan de tafel achter de schrijfmachine zat niemand. Het tikken werd gedaan door iets/iemand die onzichtbaar was.
Ontdaan ging de zoon terug naar de deur, belet was echt niet mogelijk, zei hij terecht, en Waling drong niet verder aan.
Jaren later vroeg zoon dan in het openbaar in geschrifte of zijn vader nog eens zou uitleggen hoe dit zat.
De uitleg is niet gekomen, naar mijn weten.
Een van de betrokkenen in het verhaal heeft een rol in mijn leven gespeeld, en voor mijn gevoel was hij net zo magisch als de officiële hoofdfiguur van het verhaal.
Waling was mathematicus dus die formule klinkt heel herkenbaar. Ook, dat er tenslotte niets van terechtgekomen is.
Misschien heb ik haar wel in een bundel geschriften van zijn hand die ik gered heb van de boekverbrandende barbaren.
Ik heb wat gedachten over dit verhaal die ik zo het lot het mij toestaat alsnog zal uitwerken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten