26 mei, 2013

Metameditatie over metaliteratuur


Een intrigerende passage in Lodewick's Literatuur - geschiedenis en bloemlezing laat een meisje al zwemmend nadenken over de toekomst. Het komt uit De paarden van Holst van Gerard van Eckeren (Maurits Esser) en de passage houdt op een punt op dat als cliffhanger aangemerkt kan worden. Het meisje is de kust aan het kwijtraken.
Je moet het boek gelezen hebben om te weten dat zij ook echt verdrinkt. Ik vertel het toch maar even hier.
Zwemmend in een poel die verkoeling moet bieden denk ik aan de passage. Vroeger dacht ik veel meer na bij het zwemmen, zwom ik ook meer, zij het nooit zo intens als John Pilger van zichzelf beschrijft. Het gaat om de koestering van het water, niet om enige sportieve prestatie.

En het dringt tot mij door dat dit meditatief zwemmen zoals ik het noem - meditari betekent tenslotte nadenken - gebaseerd is op metaliteratuur. Meta-meditatie over een meditatie in een boek dat verwijst naar het gedicht van een ander.
De literatuur als eigen universum dat voor velen een definitief gesloten boek zal zijn.

Geen opmerkingen: