21 januari, 2013

Saudade de Janeiro


Esperança
In een vlaag van weemoed zocht ik op YT Medicina social van Pedro Barroso, lied tegen de inhalige op geld beluste dokters, pleidooi voor geneeskunde voor het volk. Ik heb het hem zelf horen/zien opvoeren in Nijmegen, 15 mei 1976. Ik kan het niet vinden, wel de uitgebreide andere kant van de single, Primeiro de Maio. Als uitgestrekte middelvinger gaat er Nederlandse reclame aan vooraf.

De weemoed wordt pas echt groot als tot mij doordringt dat dit pleidooi inmiddels (ook) van toepassing is voor Nederland en ongetwijfeld meer Europese landen, hoewel Nederland het verst verworden heet te zijn op weg naar geneeskundige zorg voor de winst, niet voor de genezing van wie dat nodig heeft. Ik gold nooit als optimistisch in de ogen van anderen, toen, in de jaren zeventig, maar ik was het wel - en zo pessimistisch dat ik verwacht zou hebben dat er een regime zou komen dat alles als koopwaar zou aanmerken zou ik nooit hebben kunnen zijn. Dat er weer openlijk gepraat zou worden over "vrouwen die er om vragen" door hun kleding. Dat er op voor Nederlands doorgaande televisie een programma zou zijn Herken de homo.

Mijn optimisme liet in die dagen bijvoorbeeld niet toe dat het Soehartoregime Oost-Timor onder de voet zou lopen en annexeren en een kwarteeuw zou terroriseren, tot er niets meer op te bouwen viel, laat staan dat het Socialisme er tot stand zou komen.

Aan het begin van mijn politieke bestaan staat de oorlog namens Shell en Unilever tegen Biafra. Tientallen jaren later wordt Mali gebombardeerd terwille van de uraniumwinning, olie, fosfaat, goud. Dat ik deze flarden in een vlaag van moedeloosheid opschrijf bewijst voor mijn gevoel wel dat ik optimistischer ben (geweest) dan ik dacht.
Ursula LeGuin schrijft dat anarchisten per definitie optimistisch zijn.
Voorwaarts naar de eerste mei dan maar weer!

Geen opmerkingen: