01 december, 2012

Lissabon, zevenendertig jaar geleden

Het was de laatste avond van mijn eerste verblijf in Portugal, de dagen na de contrarevolutie van 25 november 1975. Jan Bervoets leidde mij Alfama in voor een sfeervollere eetgelegenheid dan de Ticketrestaurants waarvoor we een bon hadden. De caldo verde was er inderdaad zeer smaakvol en ik merkte waarom salade zo heet: men dient er zout op te doen. Tot zover de culinaire kant van die avond.
Op de terugweg werden wij aangesproken door een dronken man die in ieder geval al snel doorhad dat wij geen echte toeristen waren en hij verhaalde van zijn blijdschap over de val van het fascisme en vertelde woordeloos van marteling. Hij was van de communistische partij. Wij omhelsden elkaar broederlijk, de politieke verschillen vielen weg en hij hief het lied van de partij aan.


Avante camarada, Luísa Bastos en anderen
Jan kende het, ik niet. Als ik het nu hoor verplaats ik naar een plein in Lissabon niet ver van de Avenida da Liberdade. Ondanks de contrarevolutie geloofde ik nog in de wereld zonder meesters die voor de deur stond.


A Internacional

Wij zongen de Internationale elk in eigen taal, de Portugese versie heeft een stuk of zes coupletten overigens. Ik geloof nog steeds in deze wereld die komt maar word ook wel enigszins verdrietig als tot mij doordringt dat "we" niet veel zijn opgeschoten intussen.
Ik heb even gedacht een andere versie van het revolutielied bij uitstek te zoeken maar zie hier van af. Ik kon tekst en melodie pas goed tot mij door laten dringen toen ik de plaat thuis opzette.

Grândola vila morena, José Afonso

Zingen is een vorm van bidden, veruiterlijkte innerlijkheid, een oproep tot geloof. Bij de Internationale heb ik dit besef van oudsher al kon ik het vroeger niet zo benoemen.

Geen opmerkingen: