[Domela's] opvolgers zijn er nooit meer in geslaagd het vrije socialisme tot een massabeweging op te stuwen en wentelden zich in sektarisme, afsplitsingen en haarkloverij over richtingen, strategieën en programma's.
Anarchisme werd een broeierige biobak, waarmee ontelbare individuen, groepen en organisaties worden aangeduid, herkenbaar aan hun voorkeur voor directe actie boven parlementaire besluitvorming, die huiverig staan tegenover multinationale kapitaalstromen en een pleidooi houden voor lokaal ingebedde economische verbanden, die een bijna pathologische hekel hebben aan hiërarchie, dwang en uniformen, en die het schurken bij elkaar in communes en kraakpanden belangrijker vinden dan het opgaan temidden van het gezapige klootjesvolk in een burgerlijke samenleving die ze zo verafschuwen.
Natuurlijk, de beweging kende haar eigen hoogtepunten: de jaren zestig met provo en de kabouters, de eigenwerk en zelfbeheerbeweging van de jaren zeventig en tachtig, punkers en hippies. Maar niemand onder de veertig kent of leest vandaag nog inspiratoren als Arthur Lehning of Anton Constandse. Die erfenis is terecht gekomen op de mestvaalt van de geschiedenis en we hebben 'salonhistorici' als Arie Hazekamp nodig om ons aan deze traditie te helpen herinneren.
Tegen die achtergrond bestaat de Pinksterlanddagen (PL) echter nog steeds. De PL is al zeventig jaar lang het enige medium waardoor al die verschillende individuen, groepen en organisaties zich aan elkaar en de buitenwereld kunnen tonen. Of simpeler gezegd, zonder PL zou er wellicht geen Nederlands anarchisme bestaan. Als sociale beweging schijnt het anarchisme weliswaar morsdood, maar als feestelijke herinnering aan het anarchisme blijkt de PL springlevend. De PL is even retro als Abbafeestjes, Mondriaanjurkjes en Kurt Cobain-memorials.
Op de PL staat de tijd elk jaar rond pinksteren drie dagen stil: we komen terecht in een plattelandscommune, waar niets herinnert aan de maatschappij van waaruit we enkele dagen geleden naar Appelscha vertrokken. Er bestaat hier geen leger of mobiele eenheid, geen fabriek of kantoor, geen multiculturalisme of diversiteit, geen bier en drugs, geen intellectualisme en ironie, geen kunst en wetenschap, geen mode en entertainment, geen prostitutie en vivisectie. De PL is de gereformeerde hemel waarvan de SGP tijdens de bijbelklas stilletjes droomt. Gelukkig dat de PL maar enkele dagen duurt. Want al snel snakken we weer naar de spanningen en sensaties van de 'global village'.
Siebe Thissen over de Pinksterlanddagen, op de Pinksterlanddagvan 2003 zelf.
Is anarchisme per definitie "retro"? Is het voorbij in Nederland voordat het begonnen is? Het zou kunnen dat het hoogtepunt, zoals Hans Ramaer stelt, kort na de Eerste Wereldoorlog viel, in organisatorisch opzicht. Een periode waarin anarchisme zowel het streven als de toestand was van wat voor beweging in al haar schakeringen doorging. Als streven heeft het de grote crisis niet overleefd, kan men zeggen.
Is het verhaal daarmee ten einde? Of ligt het verhaal van het anarchisme juist nog voor ons, in tijd en plaats? Ik blijf er bij dat dit het geval is.
Lees net met nogal wat fronsen bij Els van Daele over de Mokergroep, in verband met bovenvermelde zeventigste verjaardag van de Pinksterlanddagen:
Zulk soort geschiedschrijving hoort dan ook bij de gezapigheid van de nog steeds voortkabbelende, anarchistische beweging alhier. "Ze bestaat om te bestaan," om het in Mokerse taal uit te drukken.
De niet-stemmers waren gisteren voor het eerst de grootste partij in Nederland gisteren. Verkiezingen zijn bij uitstek het ogenblik geweest waarop zich noemende anarchisten uit een soort winterslaap wakker werden de afgelopen decennia. Maar ook dit is "de anarchistische beweging" niet. Als er zoiets is, is er eigenlijk pas bij nabeschouwing over te schrijven of te spreken. Nu het lugubere bezuinigingsregime de zegen van het kiesvee heeft gekregen is er ruimte genoeg voor de toekomst van voorbije decennia.
Wie weet, en al met al is anarchisme nooit alleen nationaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten