29 mei, 2012

Esdoornlente


Plotseling werkte het ideologische gruwelsprookje over de afwezigheid van “een alternatief” voor het kapitalisme – in het heersende vertoog tot voor kort steeds al dan niet “vrije” markteconomie genoemd – niet meer. Na ruim dertig jaar is het door de mand gevallen door instortende banken die plotseling met enorme staatssteun overeindgehouden moeten worden. Het is niet eens zeker of de verontwaardigden een helder alternatief voor ogen staat, maar het verhaal waarmee inmiddels meer dan een generatie sufgepraat is wordt niet meer geslikt.

En wat nu? Italië, Griekenland, Spanje, Tunesië en Egypte (ik zou eerder van een “mediterrane lente”spreken dan wat er in de staatsmedia wordt gezegd) hebben de weg gewezen. Maar nog nergens heeft de massamobilisatie tegen crisis en bezuiniging geleid tot een uitdaging van de macht op een andere wijze dan door demonstraties. Laat ik zo eerlijk zijn meteen te zeggen dat ik ook niet zou weten hoe dit in zijn werk zou moeten gaan en hoe zo’n uitdaging op een hogere vorm van (of liever: echte) democratie zou kunnen uitlopen. Het is gemakkelijker te zeggen wat je niet wilt, en zelfs hieraan toe te voegen wat je wel wilt, dan de contouren van verwezenlijking van een andere maatschappij zichtbaar te maken. Sommige anarchisten en zelfs herleefde marxisten hebben het over “het opbouwen van een organisatie”. Daar zijn twee dingen tegen in te brengen: waarom zou dit nu wel lukken? en belangrijker: het gevoel of besef van urgentie bij de mobilisatie tegen massawerkloosheid, bezuinigingen, ecologische katastrofe – wij willen de wereld en wij willen hem nu.

Het tweede decennium van deze eeuw begint al opvallende gelijkenis te vertonen met de legendarische zoniet bijna mythische “jaren zestig” (die grotendeels in de jaren zeventig vielen trouwens). Studenten en docenten in Québec demonstreren tegen enorme collegegelden, worden getroffen door een gelegenheidswetje dat demonstreren moet verbieden en honderdduizenden gaan de straat op. Franstalig protest, begonnen op de symboolgeladen datum 22 maart (toeval overigens) en culminerend (tot nu toe) in de maand mei – nee, het is geen herhaling en de gelijkgeschakelde pers die bij studentenprotest in Frankrijk altijd begint te meieren over mei’68 zwijgt zoveel mogelijk over Québec. In deze wereldwijdewebtijden moeilijk vol te houden, zie hier de pure beeldpoëzie die aansluit bij het boven geplaatste filmpje.
Wat deze en andere mobilisaties - "Chicago" is ook in ieder geval een begrip voor de huidige revoltegolf - opleveren is de “revolutie in het hoofd” en de bevrijding die gezamenlijke actie altijd met zich meebrengt – een roes misschien, maar ook een ervaring die men de rest van het leven meedraagt.

Het woord “revolutie” is al vaak gebruikt de afgelopen twee jaar in verband met de nieuwe verzetsbewegingen. De enige twee landen waar de mobilisatie tot de val van de macht heeft geleid kunnen ook weer niet als toonbeelden van grote verandering gelden – de preventieve contrarevolutie slaat zelfs fors toe in Egypte – maar hierover valt, evenals met betrekking tot Griekenland bijvoorbeeld, nog niets definitiefs te zeggen. Steeds schriller wordt de ongeloofwaardigheid van de verplichte loonarbeid (waartoe de Ewiggestrigen van GroenLinks nu ook zo mooi oproepen) die een steeds abstracter karakter krijgt en het razendsnelle verval van wat toch eens parlementaire democratie leek met bepaalde vrijheden voor ”de burger”. De permanente noodtoestand dient er voor te zorgen dat van deze vrijheden zelfs geen herinnering meer overblijft. Ook daartegen kan men in het geweer komen- als de herinnering er nog is.

Geen opmerkingen: