Ze belde mij op een schokkend laat uur op, zij het niet in het holst van de nacht. Haar delier was half over, het tijdsbesef was nog beschadigd. Na een kwarteeuw drong het nog eens tot mijn moeder door dat ik deejay was. Eén keer heeft zij mij gehoord, oudejaarsavond 1980. De eerste keer toen zij het erover had vond zij het bijzonder, de tweede keer was zij zichzelf weer en was het maken van een radioprogramma voor mij een uiting van zware gestoordheid, want zo wilde zij graag over en tot mij praten, tot het einde van de jaren tachtig in ieder geval.
Maar dat was nu op de een of andere manier ver weg. "Je mag al mijn platen hebben hoor". In het besef dat ik daar voor "de zaal" niet veel aan zou hebben dankte ik niettemin. Vandaag heb ik ze opgehaald uit de woning die zij zal moeten opgeven.
Ik vind er tot mijn verrassing Reinhard Mey tussen.
Wie vor Jahr und Tag
Geen idee wanneer zij opgehouden zal zijn naar muziek te luisteren, zij is al vijfentwintig jaar doof. Via de loeiharde televisie of misschien de radio nog wel, maar zelf voor een plaat gaan zitten - geen idee...
Op een dag was ik zelf rijp voor Reinhard, en ik zal zo oud zijn geweest als zij was toen zij de plaat kocht. Ik heb het op cd en nu dus ook op vinyl. Ik weet niet of het louter een leefijdskwestie is.
Het volgende vond ik in zijn eigen tijd al prachtig, maar lang niet alles van de Carpenters vond ik verdraaglijk. En misschien denk ik over veel van hen nog steeds zo. Maar na een weekeinde waarin een meisje mij er met klem op gewezen had dat het zonde zou zijn als ik bleef steken in verdriet en gerechtvaardigde boosheid (die erkenning was heilzaam) over het einde van een relatie - was ik rijp voor de Carpenters.
Mellow en sentimenteel.
I'll say goodbye to love. De extraductie vind ik nog steeds adembenemend omdat zij de gelaten wanhoop van de zangeres benadrukt.
Nat "King" Cole ligt anders. Die was voor de generatie boven mij, en het irriteerde mij dat hij regelmatig te horen was op Atlanta/Caroline, tot en met het bericht van zijn overlijden. Van Route 66 wist ik niks, dus het heeft ongeveer tot die Carpentersdoorbraak geduurd voordat ik ook dit kon waarderen.
Mona Lisa
En dit vond ik jarenlang tameljk vreselijk. Het bleef maar in de Billboard Hot 100 staan en werd dan braaf gedraaid door Keith Martin of Bob Walton, toch al easy-specialisten op een gaandeweg popachtiger wordend Caroline.
En toen, decennia later, alleen op reis door Ierland, werd ik, lopende over een brug over de Liffey, overvallen door dit nummer in mijn hoofd, ik weet niet hoe het kwam. Ik kocht die dag nog een cassette van Tony Bennett en luisterde op de walkman, er in opgaand en intussen van oost naar west reizende het landschap in mij opnemend. Onvergetelijk.
I left my heart in San Francisco
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten