21 november, 2010

Willem Barnard 1920-2010


De messiaanse mare
gaat als een lopend vuur,
een storm in dorre blâren,
het is het laatste uur.

De caesar en de mammon,
die zijn voor God gelijk,
hun rijk gaat op in vlammen,
het oude wereldrijk.

De mammon en de caesar,
die deelden het geweld,
er is een mens verrezen
en die behoudt het veld.

De caesar is de keizer,
de staat die geldt als god,
maar Jezus zal verrijzen,
verrijzen uit de dood.

Voor dertig zilverlingen
en voor een kus verkocht,
wist onze Heer te dwingen
de mammon en zijn macht.

De mammon is de baäl,
maar Jezus is de Heer
die al zijn beelden slaan zal
tot in de aarde neer.

Laat ons dan niet als slaven
het geld zijn toegewijd,
maar goud en goed en have
besteden in de strijd.

En laat ons vrienden werven
zoals hij ons beveelt,
want als wij doodarm sterven,
dát is wat blijvend geldt.

(Van de mammon, in: Verzamelde liederen, Baarn 1986).

Geen opmerkingen: