11 juni, 2010

Kaddisj voor een kakkerlak


Dezer dagen moest ik denken aan een scène waar ik getuige van was, vierendertig jaar geleden, bij de Allenbybrug. Het zegt iets over het Israelische leger maar ook over de gehele toestand tussen Jordaan en Middellandse Zee.

Het was wachten om toegelaten te worden, maar dat het door zou gaan leek vast te staan. Staande wachtend in de zon had ik twee Israelische soldaten tegenover mij, een vrouw en een man. De vrouwelijke, gekleed in het (toen nog) gangbare uniform met minirok, griezelde op zeker ogenblik. Als uit het niets was er plotseling een kakkerlak dicht bij haar opgedoken. Die vond zij eng. Alsof het diertje langs haar been omhoog zou willen lopen. Bijzonder meisjesachtig, het geheel.
De mannelijke soldaat trapte het beestje dapper dood.
Ik kon hun gesprek volgen, ze spraken Engels met elkaar.
Bang zijn voor kakkerlakken lijkt een vrouwelijke specialiteit in Israel.

Van het handjevol dienstweigeraars waarvan ik weet in Israel zjn de meesten vrouwelijk. Tot mijn spijt zijn er de laatste tijd geen bijgekomen. Dienstweigeringsbewegingen krijgen nooit een massaal karakter, tenzij er een uitzichtloze oorlog uitgevochten wordt. De situatie in Israel/Palestina is wel uitzichtloos, maar is in feite geen oorlog. Vrouwelijke soldaten worden niet ingezet in wat men gevechtssituaties noemt, maar zij maken wel deel uit van het Israelische bezettingsleger, zoals geschetst. En ook die bezetting is geen oorlog. Een echte oorlog kan het Israelische leger al lang niet meer aan.

Moge een kakkerlak het ergste zijn dat zij ontmoeten en mogen zij dan alsnog besluiten het schepsel, vrij in de buitenlucht, met rust te laten.

Geen opmerkingen: