11 maart, 2010

De verleidster en haar eiland


De mensen die van Chagos gedeporteerd zijn beschrijven de eilanden als paradijselijk: zij kregen een graanrantsoen van de plantage, maar in principe was er alles wat voor eigen onderhoud nodig was. Armoede was niet aan de orde, rijkdom evenmin - een sober bestaan. Het lijkt alsof het voor witte Europeanen (Noordamerikanen zijn hierbij uiteraard inbegrepen) van christelijke achtergrond niet erger gezegd kan worden. Een paradijs is iets waaruit men verdreven dient te zijn. En bij de paradijsmythe hoort ook het verhaal van de verleiding, de verlokking tot het verbodene. De verstrengeling van de motieven gaat zo ver dat een - vooral voor de mannelijke toeschouwer - als verlokkend beschouwd kledingstuk als het tweedelige badpak voor vrouwen genoemd is naar een voorheen paradijselijk eiland waar bomproeven zijn gehouden. Een smakeloosheid die veelzeggend is voor de cultuur die haar voortgebracht heeft.

Het valt niet te bepalen of het bestaan op de vele eilanden die overweldigd zijn door de witte Europese kolonialen echt zo idyllisch was. Vergeleken met het bestaan van vele Chagossianen nu, gedeporteerd en aan hun lot overgelaten in de sloppen van Mauritius en de Seychellen, is het bestaan op het moederland een verloren paradijs. Veel Chagossianen stammen af van mensen die zelf weer gewelddadig uit hun omgeving zijn gesleept als slaven, van Moçambique of Madagascar meestal. Een behandeling die afdoende weerlegging is van iedere pretentie van beschaafdheid. Als het Zeer Korte Verslag van de Verwoesting van de Westindische Landen van Bartolomé de Las Casas niet al voldoende zou zijn geweest.

Voor degenen die er wonen of naartoe willen gaan zijn vele eilanden afgelegen en moeilijk bereikbaar, geïsoleerd is niet voor niets afgeleid van het Italiaanse woord voor eiland - militair denkenden in hun kantoor zien een "strategische ligging". Vanaf een bezet eiland kunnen de zee en de vaarroutes beheerst worden. Degenen die er wonen zijn een lastige bijkomstigheid die als het er op aankomt afgevoerd dienen te worden: de "veiligheid" - van de Verenigde Staten in het algemeen - vereist dit. De VS zijn zelf gebaseerd op verdrijving of genocide van de oorspronkelijke bevolking en het mechanisme werkt voort. Wij denken aan de mensen van Kwajalein, die alleen nog degenen mogen dienen die op hun eiland de “veiligheid” van de VS heten te bewaken. De verdrevenen van Okinawa en andere eilanden van de Ryukyu Archipel. En bovenal aan de Chagossianen wier bestaan een voortdurend getuigenis is van de manier waarop een paradijselijk bestaan in een door mensen gemaakte hel wordt veranderd – voor de Chagossianen en voor degenen die ervandaan gebombardeerd worden en voor hen die in het concentratiekamp op het eiland worden gemarteld.

Men zou kunnen zeggen: in hun verlatenheid, schijnbare ongereptheid en mogelijk paradijselijke verlokkelijkheid vertegenwoordigen eilanden een vrouwelijk principe. Zeker getoetst aan de paradijsmythe waarmee de bijbel begint, het verhaal dat voor menigeen begin en einde van deze verzameling boeken is. Vrouw noch Eiland zijn verleidsters maar de meer-dan-symbolische verkrachting die zij ondergaan van een door “mannelijk” geweld beheerste cultuur zorgt met terugwerkende kracht voor een kwalificatie die wangedrag dient te rechtvaardigen.

Geen opmerkingen: