Het is een van de herinneringen die bovenkomen door het weer in deze streken dezer dagen.
In de avond demonstreren in de ijsregen, samen met een stuk of duizend andere mensen. De centrale gescandeerde leuze: "Potverdomme, huizen moeten er kommen". De demonstratie was een initiatief van gezamenlijke acitiecomités in Amsterdamse buurten, en ging tegen de sloop van huizen voor prestigeprojecten als metro, kantoren bestemd voor leegstand, een autoweg dwars door de binnenstad en meer. Er was naartoe gewerkt en het was een eerste grote manifestatie.
Actie waar organisatie aan voorafgegaan was. Ik wist er wel iets van, maar ik was toch hoofdzakelijk nieuwsconsument. Ik was er alleen wel bij, op die snijdend koude januariavond, 1972. En ik zou niet kunnen zeggen dat/of ik daarna deel was van "de organisatie". Misschien haakte ik aan bij het rhizoom, de structuur die al tot stand was gekomen en die bovengronds kwam bij die demonstratie. En de onderdelen van deze structuur kende ik en kan ik nog onderscheiden, en het aardige was dat een enkele persoon als vertegenwoordig(st)er van verschillende stroompjes erbij kon komen: Oranje Vrijstaat en de bijbehorende kraakbeweging, afsplitsingen van de studentenbeweging ("buitenuniversitaire praxis", mensen die vooral van buitenaf als "sponti's" aangeduid zullen worden), anarchisten of anderen die al dan niet bij de Socialsitische Jeugd aangesloten waren geweest enzovoort.
Het rhizoom bewerkstelligde dat je de nacht in een slaapzak doorbracht in een tochtige katholieke kerk waar tientallen (182?) "illegale" Marokkanen op de vloer lagen, kerkasiel gezocht hebbende. Een van de organisatoren was een van de "mooie meiden" van de maoisten, zoals Antoine Verbij in zijn Tien rode jaren hen noemde zonder een enkele naam te geven. Ik doe het nu niet omdat ik geen idee heb van haar verdere wederwaardigheden. "Mône" noemden de maoistische bonzen haar - maar in de tijd van de "182" was zij weg bij de Partij en (dus?) mooier dan ooit - weet zij dat ook weer als zij het leest.
Het bracht je even gemakkelijk bij de voorbereiding van de "182 uur voor de 182" op de zandvlakte die onze vrijplaats was, het Waterlooplein, ook bekend als Vlooienpark, het Anti-City-Circusterrein. Er was een organisatorische infrastructuur die dergelijke acties mogelijk maakte. En de strijd om de "182" is gewonnen.
Ook of juist zonder partij kun je toch een organisatiestructuur hebben die dingen mogelijk maken waarover ik nu met verwondering achteraf kan zeggen: dat waren creatieve tijden.
De organisatie, of de infrastructuur (het rhizoom) is nog een tijd gebleven en langzaam verdwenen toen er pretentie aan verbonden werd ("de kraakbeweging" die zich zelf zo noemde in plaats van het te zijn). En er is van hogerhand ook van alles aan gedaan de infrastructuur te vernietigen door middel van ontruimingen, aankopen en bevorderde verschraling van het cultureel klimaat. Een Paradiso dat bijna meteen beschikbaar is voor een manifestatie voor Radio 100-arrestanten (als ikzelf) - ondenkbaar zelfs.
10 januari, 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten