18 december, 2009

Kapitaal en liefde - 3


Als Michael Moore in zijn film Capitalism, a love story het woord socialisme gebruikt lijkt dit te verwijzen naar iedere vorm van matiging van de werking van de zogenaamde vrije markt. Hij laat F.D. Roosevelt aan het woord en Jimmy Carter om te illusteren dat het anders zou kunnen in de Verenigde Staten. Op het eerste gezicht merkwaardigerwijze geldt echter Richard Nixon als de laatste liberal president van de VS - wat de beste benadering zou zijn van een sociaal-democraat. Voor wie dit vreemd vindt: de PvdA is volop medeplichtig geweest aan de koloniale oorlog in Indonesië en tekent nog steeds voor neokoloniale avonturen in Irak en Afghanistan. Waarschijnlijk was Nixon sociaal-democratischer dan de PvdA nu is: hij heeft milieuwetgeving doorgevoerd, iets wat in Nederland door het leven gaat onder de afschuwelijke naam "arbo"-wetgeving en hij heeft de spoorwegen genationaliseerd. Liberalen of christen-democraten in Europa hebben ook dergelijke maatregelen doorgevoerd, maar dat was vroeger. Dezer dagen staan juist de sociaal-democraten vooraan in de rij om dit soort wetgeving op te heffen uit naam van de vrije markt.

Het kapitalisme dat Michael Moore verfilmt is het corporatisme, het gevolg van de preventieve contrarevolutie van de jaren zeventig - jazeker, ook begonnen door Nixon - de Bismarck van de twintigste eeuw misschien. Vrij ondernemerschap, concurrentie en streven naar winst zijn niet per se de kenmerken van het huidige heersende economische stelsel en in feite maakt Moore dit ook duidelijk in zijn film. Deze drie hoofdbestanddelen van de propaganda voor het heersende stelsel zouden ook met allerlei vormen van socialisme te verenigen kunnen - wellicht zelfs: moeten - zijn.

De kern van de kapitaalsverhouding is dat het grootste deel van de bevolking afgesneden is van de beschikking over de productiemiddelen. Dit is een proces dat nog steeds aan de gang is in de zogeheten Derde Wereld waar kleine boeren van hun land worden verdreven om een stedelijk proletariaat te vormen - het proletariaat, de mensen die slechts hun arbeidskracht te verkopen hebben. De grondslag van de verhouding is dus al de onteigening van gemeenschappelijk of klein eigendom - diefstal is de basis van de kapitalistische eigendom - een juistere kwalificatie dan de eenvoudige leuze ontleend aan Proudhon.

Als je de kapitaalsverhouding met het kwaad vereenzelvigt, wat Moore in navolging van de in beeld gebrachte priesters doet, moet je wel duidelijk maken dat het niet gaat over vrij ondernemerschap, concurrentie of winststreven. De Kerk van Rome is officieel altijd tegen woeker geweest, wat een bijbelse grond heeft. De enorme uitbreiding van het consumptieve krediet van de afgelopen decennia in samenhang met het bestrijden van de tegenmacht van de georganiseerde arbeidersbeweging kan zonder meer woeker genoemd worden. Voorzover niet de gehele bergrede als vermaning tegen hebzucht en geweld gezien kan worden is Matth. 6:24 toch zeer expliciet - waar de demonische hebzucht gepersonificeerd wordt als Mammon, die tegenover God staat.

Moore geeft een goede richting aan op het punt "wat te doen". Hierover in het slot van dit serietje.

Geen opmerkingen: