11 november, 2009

Op zijn tolstojaans

De interventies van Geert Mak in het Nederlandse politieke debat (wat heet - en wat volg ik er van?)  vind ik meestal wel sympathiek maar ook altijd wat wazig - het raakt voor mijn gevoel nooit echt een kern. Gebrek aan filosofische onderbouwing? Geen idee - zie hier bijvoorbeeld, een toespraak bij de aanvaarding van een Prijs. (Lichte zucht).

Het aantal zogenaamde intellectuelen dat volledig bereid is tot  een hedendaagse trahison des clercs is niet meer te becijferen. Het is niet alleen een Nederlands probleem, maar het dient wel gezegd dat nergens in West-Europa een partij - nee, niet eens een partij - met xenofobie als belangrijkste programmapunt zo groot lijkt te kunnen worden bij verkiezingen.

En dan is er plotseling deze stem vanuit Moskou, die niet de gebruikelijke riedels in stelling brengt waarmee bij het gezonde volksondervinden wordt aangeschoven maar buldert:



Men kan in Nederland uit de collectieve middelen topsalarissen eisen. Talkshowpresentatoren vragen voor een lezing met gemak een bedrag waarvoor een doorsnee mens een maand moet werken. Tegelijkertijd blijven ze in het openbaar moreel-normatieve uitspraken doen over de levenswandel van anderen.


Dit hypocriete gedrag heeft op een samenleving een veel grotere impact dan men vermoedt. Ik krijg de indruk dat veel Wilders-aanhangers zich hierover meer opwinden dan over de – doorgaans theoretische – bedreiging van de vreemdeling in het portiek. Om het op z’n Tolstojaans te zeggen: men kan van andere mensen pas vergen een goed en zuiver leven te leiden, indien het eigen leven goed en zuiver is. In deze voorbeeldfunctie van de elite wrikt het in Nederland. Ik roep niet op tot heksenjacht, maar met Mak tot bezinning en zelfonderzoek.


Veel van hen, die decennialang hebben gepleit voor de verheffing van het volk, zijn vooral bezig geweest met de verheffing van zichzelf. „Daarom zult gij de vreemdeling liefde bewijzen, want vreemdeling zijt gij geweest in het land van Egypte”, verordonneert Deuteronomium 10:19.


De meeste strijders tegen de nieuwe, gemuteerde nationalistische pest – bij wie ik mij aansluit – zijn de afgelopen jaren vooral vreemdeling geworden van zichzelf. Vreemdeling in het eigen geweten. Maar net als honden de dreiging van een aardbeving voelen, voelt de massa dergelijk spagaatgedrag bijna altijd feilloos aan. Sinds de moord op Fortuyn is er in dit opzicht niks veranderd. En dat is zowel een voedingsbodem voor huidige en toekomstige rattenvangers, als een schande.

Tolstojaans commentaar. Pieter Waterdrinker (Van der Sloot) is de naam, correspondent van De Telegraaf te Moskou. Niet christen-anarchistisch, wel tolstojaans dus, voorzover men dit op een zo'n stuk kan besluiten. Zeer opmerkelijk.

Geen opmerkingen: