In wat natuurlijk niet anders dan een voortreffelijk boek genoemd kan worden - zo zijn we ook wel weer; meer erover later - krijg ik onverwacht lof toegezwaaid vanwege mijn informatieve doctoraalscriptie over het Nederlandse christen-anarchisme, Onze God is een arbeider. Jammer dat zij niet uitgegeven is, stellen de auteurs.
Jammer, inderdaad, maar er valt nog steeds iets aan te doen. Dan blijft de vraag: hebben zij dan toch op de een of andere manier een Gutenbergversie van de scriptie in handen gehad? Ik heb er indertijd vijf gekopieerd: een voor mijzelf; een voor de beoordelende docent (die zich wel mijn begeleider noemde bij de lovende toespraak naar-aanleiding-van, maar eigenlijk was dit niet het geval); een bevriende andere docent, die als altijd kameraadschappelijk meeleefde; een strenge vriend die inmiddels oio was en die wilde zien of de scriptie aan de vereisten voldeed, nog voor het iudicium (ja, dus); en mijn zuster - om de familie ook iets tastbaars te laten zien. Zelfs mijn verloofde heeft geen Gedrukt Exemplaar gekregen, reken ik uit.
Als ik de titel in de zoekmachine doe kom ik mede uit bij uitgeverij Ravijn, waarvan het archief inmiddels bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis is. Dit instituut had een exemplaar behoren te krijgen - ik ben op dit punt tekortgeschoten, ook dit is nog ongedaan te maken, het is pas twintig jaar geleden tenslotte - maar wellicht heeft het instituut dan toch een typoscript via dit inventarisstuk. Ik moet zeggen dat het mij ontschoten is dat ik ooit het idee geopperd zou hebben bij deze uitgeverij een handelseditie uit te laten brengen. Het is er in ieder geval niet van gekomen.
Het gaat hier om mijn allereerste oefening op de computer - het is dus een dubbel kroonjaar, het tikken was nog een kwestie van overtypen van schrijfmachinestukken die ik thuis had gemaakt. In Het Fort van Sjakoo (de boekwinkel) voerde ik dit tikwerk vervolgens in de computer in, vaak laat op de avond of diep in de nacht - omdat het dan pas kon. De toen kloppende daverende slotzinnen kwamen er om kwart over drie 's nachts uit. Het was nog donker (daar heb je kunstlicht sparende zomertijd voor).
Als bestand heeft de scriptie zich nog zeker een jaar in de computer van Het Fort bevonden. Wellicht is het uitgeprint terwille van Ravijn, er waren persoonlijke dwarsverbanden tussen beide. Een van hen was ik zelf...
Maar omdat de catalogus van het IISG geen treffers op de titel geeft vraag ik mij toch af of de bovengenoemde auteurs het online beschikbaarstellen als "niet uitgegeven" opvatten, maar zelf wel van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt.
17 oktober, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hoi André, ga naar http://search.iisg.nl/search/ en typ bijv. god arbeider en een treffer valt op de archiefinventaris van Ravijn waar blijkbaar het manuscript van jouw hand zich bevindt...
Een reactie posten