Karl-Heinz Kurras, de smeris die op 2 juni 1967 Benno Ohnesorg doodschoot bij de Berlijnse demonstratie tegen het bezoek van de sjah van Perzië, blijkt een dubbelagent te zijn geweest. Het archief van de Oostduitse geheime dienst leverde deze brief op:
Berlin, den 26. April 1955
Verpflichtung!
Aus der Erkenntnis heraus, daß ich als Angehöriger der Stummpolizei* keiner guten Sache diene, habe ich mich entschlossen, meine Arbeitskraft dem Friedenslager zur Verfügung zu stellen.
Trotzdem ich politisch unbeschult bin, bin ich der Meinung, daß der Weg des Ostens die richtige Politik verkörpert.
Um bei dieser Entwicklung mitzuhelfen, bin ich bereit den mir bekannten Vertreter für Staatssicherheit Vorkommnisse aus der Stummpolizei wahrheitsgemäß zu berichten.
Ich erkläre mich bereit, gegenüber jedermann hinsichtlich meiner Tätigkeit größtes Stillschweigen zu wahren
Ich stehe mit keiner anderen Organisation bzw Personen betr. Dieser und ähnlicher Arbeit in Verbindung
Sollte ich angesprochen werden, so gebe sofort eine entsprechende Mitteilung.
Ich werde meine Berichte mit dem Decknamen „Otto Bohl“ unterzeichnen.
Karl-Heinz Kurras
Het doodschieten van student Benno Ohnesorg leidde tot een verharding - eventueel radicalisering te noemen - van de linkse studentenbeweging in West-Duitsland. Er is een stadsguerrillabeweging vernoemd naar de tweede juni, de datum dus van de moord op Ohnesorg.
Het belang van de ehemalige DDR bij een zo repressief West-Duitsland lijkt duidelijk. Inmiddels worden er ook nieuwe vragen gesteld over de aanslag op Rudi Dutschke; de gemankeerde moordenaar heeft evenwel al spoedig tijdens zijn detentie zelfmoord gepleegd.
In feite was er echter een gezamenlijk belang tussen de Oost- en de Westduitse regimes. De repressie die onmiddellijk volgde op de schietpartij was heus niet door de Stasi ingegeven. Het schot in het achterhoofd van Ohnesorg werd door de Westberlijnse politie gedekt: Kurras is nooit vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten