23 mei, 2009

Nog een cocktail voor mijnheer?


Een van de vele manifesten die de decemberrevolutie van Griekenland begeleid hebben. Is intussen de rust van het graf weergekeerd?

Neen, maar de opstandigheid gaat dezer dagen vooral uit van buitenlandse arbeiders, op wie de politie zich speciaal richt door overvloedige identiteitscontroles en overvallen op veelbezochte recreatieplaatsen.

Het is afwachten of de revolutie doorzet. Dat Griekenland een ingrijpende transformatie heeft ondergaan het afgelopen ruim-halve jaar is iets wat elders liever niet gezien wordt door de heersende klassen en hun media.

*


Iedere burger moet partij kiezen tijdens een burgeroorlog. Zoniet dan moet hij tot schadevergeoding veroordeeld worden en moeten hem zijn burgerrechten worden afgenomen.
Solon, Staatsordening van Athene, zesde eeuw v. Chr.


Toen de vlammen waren gedoofd kwamen de wijzen van de staat naar voren om schattingen te doen, analyses, overzichten en voorspellingen te geven, maar bovenal beloften: "We zullen de politie ontwapenen" - dit wil zeggen: we zullen ze een gloednieuw arsenaal van niet-dodelijke wapens geven als elektrische kunppels, tasers en pantserwagens. "We zullen het onderwijs hervormen" - dit wil zeggen: we zulen alle dekanen en hoofden en de rest van de beheerders van dat moeras van apartgezette en nutteloze kennis dat "wetenschap" genoemd wordt en we zullen een nieuw systeem van domhouden maken, een nieuw stelsel waarin jongeren geleerd wordt te buigen, te klikken en te likken. "We zullen de democratie redden" - dit wil zeggen: we zullen nieuwe manieren zoeken om apathie, verbanning en vrijwillige slavernij als een verworvenheid, een recht, als vrijheid te verkopen. De opstandelingen luisteren naar de Sirenen van dedemocratie en denken: Verrek, die lui in de wildernis, hebben ze nog niet gehoord dat de taktiek van onderhandelen dood is?

Van wie hopen ze op de redding van hun Bastille? De smerissen? De winkeliers? De journalisten? De vakbonzen? De studentenbonden? Zelfs als alle onderdrukkende krachten, van de hoogste priester van het spektakel tot de laagste staatsgeweldsfunctionaris, hun onderlinge onenigheden even terzijde kunnen schuiven, zullen ze niet het fundament van alle mogelijke overleg geloofwaardig kunnen maken: de mogelijkheid dat er iets te winnen valt bij het voortduren van dit systeem. Zelfs als de banken al onze schulden schrappen. Zelfs als de smerissen patrouilleren met bloemen in hun haar en een "savoir vivre" onderarm. Zelfs als het ministerie de eindexamens afschaft, iedereen met lof laat slagen en met een beurs naar Harvard stuurt. Zelfs als ze duizend eisen voor ons bedenken en elke eis met een presidentieel bevel verwezenlijken, ook dan zal de werkelijkheid hardnekkig blijken: in deze opstand is er geen enkele zielige eis geweest, niet omdat wij op anderen hebben gewacht om eisen te stellen voor ons, maar omdat opstanden geen eisen stellen - ze vallen aan. Wij hebben niets nodig - wij willen alles!

De slaven van het kapitaal, de lakeien van de bemiddeling kunnen zich zelfs geen politiek zonder onderhandleingen voorstellen. voor hen is het hele leven een bazaar. Doordrenkt met de logica van de waren, is verkopen en de voorwaarden daaraan verbonden het enige dat zij kunnen bedenken. Maar de opstand heeft bewezen hoe de verworpenen der aarde dialoog voeren: door eigenhandig steen voor steen op te lichten van wat hen uitbuit, wat hen onderdrukt. En dit is niet alleen of niet in de eerste plaats de politiestaat, maar het geheel van de kapitaalsverhouding, van de klasseuitbuiting en de praal van waren, naar de schouwburgen en opera's van de bourgeoise corruptie, de pretentieuze sluier van degenen die na het kijken naar Brecht en het luisteren naar Sjostakowitsj Ludmila gaan verkrachten en Ahmet hun parketvloeren in de was laten zetten.

De opstand was niet een stap in de richting van onderhandelingen. Het was het einde van de bazaar, het einde van de universele capitulatie die de Republiek heet. Daarom begirjpen de bazen het niet. Want hun koopwaar wordt stoffig en blijft onverkocht. En het enige dat zij nog in handen hebben is een steeds onhandiger beheer van het geweld. Wanneer degenen die politiebureaus aanvallen middelbare-scholieren zijn. Wanneer hele buurten in plaats van te klagen over brandende barricades bloempotten naar de smerissen gooien vanaf hun balkons. Als het tegenwoordig zelfs voor een bereden smeris moeilijk is een parkeerbon uit te delen zonder uitgescholden te worden dan weet de macht dat al zijn pogingen om het maatschappelijke tegengeweld als duivels af te schilderen verloren zijn. Bij het weerlichten van de opstand dat de duisternis van ideologieën verscheurt krijgt de maatschappij, hoe kort ook, ogen en ziet zij de contouren van de werkelijkheid: de onderdrukkende basis van haar opzienbarende privileges. Wie weent over brandende winkels - laat hen naar Azië gaan en kijken hoe de slaven de waren produceren die de etalages van de boeven van de winkelstraat vullen. Wie huilt over het gebroken marmer van de universiteiten - laat hen de rekening vragen aan de hulpjes van de bestuurderen die het tot zes keer toe in rekening hebben gebracht en hun villa's ermee hebben opgesierd. En wie uitzinnig is over zijn vernielde auto - laat die eens gaan wandelen in de NIgerdelta en zien hoe het bloed vloeit naast de olievelden die hun tanks vullen.

De uitzondering, de moord op Alexis, heeft de overwinning van de logica van de uitzondering teweeggebracht door te laten zien hoe het werkelijk zit: de heerschappij. De heerschappij van structureel geweld om de privileges naar sekse en huidskleur veilig te stellen: van het zuur dat K. Kouneva's gezicht verbrandt, de slaven van het aardbeienveld van Zuid-Griekenland, de vermoorde prostituees van het centrum van Athene en de onzichtbare dode immigranten op het politiebureau dat vergunningen afgeeft, tot de slachthuizen van Palestina en de Kongo. Daarom wordt maatschappelijk tegengeweld gericht tegen het systeem van uitbuiting en onderdrukking als geheel - de vijand wordt niet gepersonificeerd. Het wordt niet teruggebracht tot een tijdelijke en krampachtige wraakkunst, maar het organiseert zich in een voortdurende en hardnekkige aanval op de fundamenten van dit systeem: de maatschappelijke verhoudingnen die het reproduceren.

Wij hebben alle redenen ter wereld aan onze zijde. Niet alleen omdat ze een van ons hebben vermoord, ook niet slechts omdat de crisis van hun systeem de beloften verzwakt heeft die ons van daden afhielden. Deze wereld kan alleen vervreemding, eenzaamheid, scheiding, tucht, plundering, verwoesting en dood baren. Steeds intensere weigeringen verschijnen aan de kim als een onweersbui die op het punt staat alle privileges van deze verrotte wereld weg te vagen. Tenslotte hebben wij ons allen verenigd, wij leven en hebben besloten ons tegen dit alles te keren. Daarom is iedere school, iedere universiteit, iedere straat, iedere stad staat nu open voor onze wens dat het nooit meer hetzelfde zal zijn. Dit te weten verandert de stille dood die zij voor ons voorbereiden onder welke naam ook: hervorming, onderdrukking, verandering van regering, in een nieuwe frontlijn van het leven dat wij willen leiden. Iedere keer massaler, ieder keer onverzoenlijker. Iedere keer beslister, iedere keer minder bereid tot onderhandelen, collectiever.

We hebben het gezegd en we zeggen het weer: we hebben geen reden om op onze schreden terug te keren - alles behoort aan iedereen - alles hoort in onze handen.

Solidariteit met de vervolgden van de opstand.
Onmiddellijke vrijlating van de gevangenen.

Geen opmerkingen: