31 maart, 2009
In bloei...-1
DAAR IS DE LENTE
Daar is de lente, daar is de zon
Bijna, maar ik denk dat ze weldra zal komen,
De phallus impudicus staat al in bloei
En de blaadjes krijgen bomen.
Mijn vrouw en mijn kat zijn allebei krols
Het valt me moeilijk ze rustig te houden
Ik zal binnenkort weer een heleboel
nestjes moeten bouwen.
Daar is...
De bloembollen barsten open met een
knal en de meisjes ontbloten de kuiten
De bouwvakkers hebben na een nare tijd
weer iets om naar te fluiten.
Daar is…
Daar is de lente daar is de zon,
Bijna maar ik denk dat ze weldra zal komen.
De phallus impudicus staat al in bloei,
En de klokken vertrekken naar Rome.
Daar is…
Liefst uitgevoerd door Rum. Nu ik de tekst hier plak zie ik dat ik een of twee passages nooit goed verstaan heb. De Grote stinkzwam, door Linnaeus eigenhandig Phallus impudicus gedoopt om redenen die geen uitleg behoeven, associeer ik niet per se met de lente, maar hij bloeit van mei tot en met november, dus wel degelijk in de lente - zij het niet in de prille lente dus.
Terwijl ik het tik fladdert een vleermuis langs het raam.
Van snackvarkens en christenplicht
In het toch heel veelzeggende jaar 1968 moet een volstrekt onbelangrijke Engelse politicoloog iets hebben laten vallen over "expressieve poltiek". Ik dacht dat het promotievod van Amanda Kluveld wel het enige zou zijn geweest dat op dit idee heeft voortgemeierd, maar er is in ieder geval nog iemand gepromoveerd op Nederlandse politici die zomaar bepaalde beginselen uitdroegen in de negentiende eeuw: tegen slavernij, koloniale uitbuiting, alcoholisme, vivisectie. De Partij voor de Dieren zou dan in deze traditie passen.
Geschiedschrijving zonder enig historisch inzicht is misschien wel norm aan het worden in Nederland. De promota (uit 2007, toch wel tamelijk lang na Paars, dunkt mij) - Maartje Janse geheten - neemt het echter op voor de Partij voor de Dieren. Dat op misschien D66 na geen enkele Nederlandse partij opgericht is om zijn plannen eens te laten doorberekenen door het Planbureau om te zien of alle percentages kloppen deerde de promota niet. Marianne Thieme citeert haar met genoegen en instemming - er worden tenslotte positieve woorden aan de PvdD gewijd. Het zij zo.
Er staan nog twee (voor mij) nieuwsigheden in Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen die mij niet direct blij maakten. Het snackvarken en het lukraak uitzetten van korhoenders op de Hoge Veluwe. Hoe komt Thieme zo mild, soms? Enerzijds vermelden dat het laatste korhoen op de Veluwe door een koninklijk jachtgezelschap is neergeknald in 1959, anderzijds Beatrix als voorbeeld aanprijzen omdat zij een dag in de week geen vlees eet. Een dag in de week? Een voorbeeld? Ach, misschien ook wel. Zie de besparingstabel per aantal dagen geen vlees eten. Een dag is al veel voor heel wat mensen.
En misschien is het wel goed dat zij steeds spreekt in de eerste persoon meervoud als zij het over "mensen" heeft, omdat tenslotte de warenmaatschappij (het kapitaal) een mensenmaaksel is. En als vertegenwoordigster van de Partij voor de Dieren toont zij zich niet kleinzerig of benepen. De PvdD heeft effect gehad op bijna alle partijen in Nederland, en hoeft niet (en zal ook waarschijnlijk) niet groot te worden om invloed uit te oefenen. Het gaat om dier (en plant en wereld en dus de mens zelf), niet om de partij. Goed zo. Dus als u meer wilt weten over de gevolgen van de intensieve veeteelt (en landbouw): leest Thiemes boek (Wijsheids Jacht Teelt Eigen Cracht, zeg ik altijd maar).
Een verrassende alinea op p.68, dan moeten we dat "jaar nul" maar even door de vingers zien:
De naamgever van het christelijk geloof heeft gezegd: "Wat ge de minsten der mijnen gedaan hebt, dat hebt ge aan mij gedaan." Logischerwijze zullen christenen de dieren ook daaronder moeten rekenen. Temeer daar het christelijk geloof, dat realiseren maar weinig mensen zich, een einde gemaakt heeft aan de tot het jaar nul zeer wijdverbreide offers van dieren.
Wie oren heeft, die hore...
Hell, it wouldn't be a job if I liked it
Soms kan je hobby je droombaan worden, zegt een advertentieplakkaat waar ik te lang tegenaan kon kijken vandaag.
Er zijn mannen die in hun vrije tijd conducteur, misschien zelfs bestuurder zijn op een echte tram, een museumtram dan. Naar ik weet zijn veel van die bestuurders echter oud- of nog-steeds-werkende-bestuurders, vaklui dus. In bepaald opzicht hebben zij een droombaan. Hobby en werk lopen door elkaar.
Maar toen ik eens een gestoorde (gedrogeerde? dronken?) jongeman moedwillig op de rails van een aankomende tram zag opduiken, armen gespreid met een gebaar en een blik die zei: rijd me dan dood, en die natuurlijk juist op tijd wegsprong, bedacht ik dat trambestuurder misschien niet zo heel leuk werk is. Misschien rijdt het op een museumlijn prettiger.
(Ik zal niet uitweiden over wat ik vernomen heb van buschauffeurs en tram- en treinbestuurders, vervolgens).
Ach, het is een jongensdroom, en vooral uit de tijd dat een tram nog een echte tram was, nietwaar.
Veldbioloog, lijkt mij nog steeds een droombaan. Als een hedendaagse Heimans of Thijsse over bloemetjes en beestjes schijven, cursus fotograferen of goed tekenen volgen, en van je hobby je droombaan maken. Tja.
Er is geen twijfel mogelijk: ik geniet van onderzoek doen - snuffelen in oud papier, de contouren van een verhaal zien opdoemen, (nog) verder in het christen-anarchisme verzeild raken. Maar ook echt economisch onderzoek - ik heb het gedaan - schijnbaar levenloze cijfertjes of woorden waarachter ook meer schuilt dan de enkele gegevens zullen leveren - genieten.
Maar (Nederlandse) universiteiten hebben hun bij voorbaat ingebouwde beperkingen tegen wat onderzocht mag worden. En dan, ik ben niet in de prijzen gevallen voorzover ik ooit iets bij een universiteit geambieerd heb. Droombaan? Ik betwijfel het. Ik hoor van bevriende wegwerpdocenten hoe hard het beulen is en dat je niets voor het kiezen hebt (dat wist ik al).
Toen ik laatst een biootje maakte voor een publicatie kon ik met een zucht van opluchting zoniet blijdschap vaststellen: de meestal onbenullige banen die voor brood op de plank moeten zorgen heb ik achterwege kunnen laten. Mensen die vrgen "Wat doe je in het dagelijks leven" moet ik altijd aarzelend antwoorden. Journalistieke ondernemingen waarbij ik betrokken ben (geweest) geven mij het gevoel dat ik een anti-Midas ben: binnen de kortste keren loopt de zaak op de klippen. Niet mijn schuld, maar toch. Dus ook hier: hoezo droombaan?
Ik heb wel mijn vermoedens wat men bedoelt met droombanen, en het heeft waarschijnlijk weinig tot niets met dromen of zelfs met echt talent te maken. Mijn goede vriend Cornelis Prul verwoordt het in het tweede commentaar hier voortreffelijk. Het citaat is niet alleen gebleven, het heeft drievoudig (nu dus viervoudig) zijn weg gevonden op het net, als blokje uit Baran & Sweezy's Monopoly capital:
Asked if he liked his job, one of John Updike’s characters replied, "Hell, it wouldn’t be a job if I liked it." All but a tiny minority of specially lucky or privileged workers would undoubtedly agree. There is nothing inherently interesting about most of the narrowly sub-divided tasks which workers are obliged to perform; and with the purpose of the job at best obscure and at worst humanly degrading, the worker can find no satisfaction in what his efforts accomplish. As far as he is concerned, the one justification is the paycheck. The paycheck is the key to whatever gratifications are allowed to working people in this society: such self-respect, status, and recognition by one’s fellows as can be achieved depend primarily on the possession of material objects. The worker’s house, the model of his automobile, his wife’s clothes — all assume major significance as indexes of success or failure. And yet within the existing social framework these objects of consumption increasingly lose their capacity to satisfy. Forces similar to those which destroy the worker’s identification with his work lead to the erosion of his self-identification as a consumer. With goods being sought for their status-bearing qualities, the drive to substitute the newer and more expensive for the older and cheaper ceases to be related to the serviceability of the goods and becomes a means of climbing up a rung on the social ladder.
Het gebruik van het woord droombaan voor iets waar een mens met een beetje gevoelens alleen een nachtmerrie aan zou besteden illustreert hoe de warenmaatschappij, waarvan het einde zich nu wel degelijk aandient, zich opdringt en presenteert als totalitair beheerser van verlangens en dromen. Het realiteitsprincipe heeft zich allang genesteld in mijn latere jongensdroom: deejay op een schip. Zwalkend zoniet brakend door het leven op zee gaan, landerigheid, opgedrongen playlists, enge touwladders, vervelende of verveelde homoseksuele scheepsgenoten van je af moeten slaan (wat las ik nou laatst weer over TW, een Groot Voorbeeld?) - tja, ik wist toen ik er voor De Vrije Socialist over schreef dat dit de keerzijde van de romantiek was.
Heden vier ik een mooi lustrum als radiomaker. Een passie die nooit een droombaan is geworden of zal worden, omdat Nederland niet zit te wachten op specialisten op het gebied van de Weather Prophets, de Georgia Yellow Hammers, the Rev. Gene McDaniels en de Mighty Avengers. "Kun je niet net doen alsof je de nieuwe van de Dire Straits aankondigt?" - vraag bij de auditie van de andere kant van het glas. "Enthousiast over de Dire Straits? You must be joking." U hoort nog van ons, u hoeft niet te bellen.
Ik heb in de vrije-radio-scene wel mensen (mannen) ontmoet die ook hun inspiratie ontleenden aan de zeezenders. Nu bedenk ik dat wat je als jongere van de muziek wist, juist ontleend was aan degenen die daar al zaten. Pas als je het werk zelf doet, voor radio of in tenten, kom je er aan toe zelf iets voor anderen te ontdekken. Of een leuk interview te houden., laat ik de journalistieke kant niet vergeten.
Lof van Engelse of VS-collega's en een uurtje bij de BBC - veel verder zal het niet meer komen. Geen baan, wel een droom. Ik feliciteer mijzelf met mate.
30 maart, 2009
Noord-Centrumlijn
Een bodemloze put - en juist omdat PvdA en GroenLinks de dienst uitmaken in Amsterdam, en volledig verknoopt zijn met de bouwmaffia aldaar, gaat de zogenaamde Noord-Zuidlijn door, ook al zal de stad er in alle opzichten aan kapotgaan.
Antwerpen heeft ondergrondse trams ("premetro") voor minder geld gekozen. Maar ja, dat is Antwerpen.
Toch maar even tekenen...
Ondraaglijke onbenulligheid van de medische wetenschap
Wat lees ik nu? Stop de persen! O, dat is al gebeurd, in 2006. "Moedermelk" is goed tegen aids (wat je nu hiv moet noemen, dat klinkt minder eng).
Er wordt heel wat afgebeuzeld in de medische wetenschap. Maar laat weten dat je "iets" tegen aids, reuma of jeuk aan het achterwerk weet en de fondsen en de publiciteit gaan stromen.
Waar ik eigenlijk naar op zoek was: het verhaal dat die ene genetisch gemanipuleerde stier er voor moest zorgen dat koeien "moedermelk" gingen leveren.
Buitengewoon verwarrend, want koeien zijn al zodanig gemanipuleerd dat ze enorme hoeveelheden moedermelk (is er andere?) leveren.
Citaat van dezelfde quasi-wetenschappelijke site:
Dat lactoferrine uit moedermelk ontstekingsremmend werkt, was al langer bekend. Bij stier Herman was een stukje menselijk DNA ingebouwd, verantwoor[de]lijk voor de productie van het eiwit. Herman stierf in 2004. Zijn stoffelijk overschot bevindt zich nu in het natuurhistorisch museum Naturalis.
Met "moedermelk" wordt mensenmelk bedoeld, ga ik vermoeden. Dat klinkt ook weer zo cru. Koeien zijn geen moeders, koeien zijn - eh - nou, gewoon, koeien.
¡Sí se puede!
29 maart, 2009
Meatrix
De fractievoorzitster van de Partij voor de Dieren hoeft niet "in de markt gezet" te worden als goed gelijkgeschakeld shopaholic (leuk op tijd bedacht, zeg, zo midden in de kredietcrisis!), die dol is op jurkjes en let op de hangbillen van mannelijke Kamerleden. Zij is een klassieke grootogige schoonheid die als telg van het patriciaat zich ook niet hoeft waah te maken met het vehschgikkelijke accent (Poldehnaidehlands?) van de zich inmiddels als sexy aanpgijzende fgactievoohzitsteh van de club die wel degelijk rijp is voor fusie met de VVD.
(Eigenlijk had ik het helemaal niet hierover moeten of moeten willen hebben, omdat het een vertoog is waar ik geen deel aan wil hebben. Maar de ergernis over de inhoudloosheid en het politieke afdrijven naar ultrarechts van die ene club moest ik toch kwijt. Ik laat het dus staan, ik hoop op begrip).
Marianne Thieme sprak vandaag in Amsterdam over haar Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen. Haar voordracht bestond grotendeels uit een verhaal rond de film Meat the truth, waarop het boekje gebaseerd is. Zij ging uitdrukkelijk in op economische afwegingen van verminderde vleesconsumptie - wat het uitmaakt als iedereen in Nederland van zeven dagen tot een dag geen vlees eet. De uitwerking hiervan is nogal spectaculair. Ik kom er op terug.
Haar boekje sloeg ik zojuist op een willekeurige plaats op en ik lees over de vraag die ik haar gesteld heb:
"Heeft die plant geen verschrikkelijke pijn als je 'm opeet?"
Zelden is het zo dat zulke opmerkingen voortkomen uit oprechte bezorgdheid over het lot van (...) de plant. Meestal komen ze voort uit de dringende behoefte het eigen gedrag te rechtvaardigen, door het te spiegelen aan dat van de dierenbeschermer. Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie, zei eens toen ze geconfronteerd werd met een dergelijk verwijt van vermeende inconsequentie: "Ik leef liever inconsequent goed, dan consequent fout."
Thieme vertelde dat zij regelmatig op scholen spreekt en dat kinderen, zo ongeveer op de leeftijd van tien, elf, geen moeite hebben met vertogen ten ongunste van vlees eten. Hun geweten is nog niet ondergesneeuwd met drogredeneringen. Het is kinderlijk eenvoudig uit te leggen waarom vlees niet kan.
Mijn vraag lag in het verlengde van de redeneertrant van laat ik zeggen zo'n elfjarige. Hebben planten niet ook gevoel en hoe verantwoord je het dat je dieren laat staan en planten wel eet?
(Ik kan hierop als volwassene antwoorden, Peter Singer bij de hand: planten hebben geen zenuwstelsel zodat het onwaarschijnlijk is dat zij pijn lijden. Planten kunnen kwijnen en dit kan men vereenzelvigen met: ongelukkig zijn, maar daadwerkelijk, bewust, lijden onder dit ongeluk doen zij niet. Nog anders gezegd: planten hebben wel een ziel, maar geen geest. Van dieren kunnen wij aannemen dat zij wel geest hebben, al zullen doorgewinterde anthropocentristen dit loochenen).
Thieme antwoordde dat zij vond dat ook plantenconsumptie matig moet zijn en dat planten met respect behandeld moeten worden: geen gif, geen bestrijdingsmiddelen, geen genetische manipulatie. De elfjarige in mij voelde zich serieus genomen en was tevreden met het antwoord.
Bij de signeersessie - ik zit niet te springen om zo'n handtekening, maar het was een gelegenheid nog persoonlijk iets te zeggen - vertelde ik haar dat veel van de economische redeneringen tegen vleesconsumptie al voorkomen in het boek Het dure vlees en - zo'n vraag klinkt pedant - ik vroeg haar te raden uit welk jaar dit boek was. Zij vond dat het naar de jaren zeventig klonk.
Het boek is geschreven door Felix Ortt, het is van 1913 (en het heet dan ook Het dure vleesch, uitgave van de Nederlandsche Vegetariërsbond). Ik vind het ontmoedigend dat de argumenten al zeker honderd jaar gehanteerd worden.
Ik weet nog goed uit eigen ondervinding hoe Roel van Duijn voor de Oranje Vrijstaat het vegetarisme propageerde met het argument dat "vlees" kweken een omslachtige en buitengewoon oneconomische manier van omzetten van plantaardig eiwit is en dat dit ten koste gaat van de hongerige mensen in de wereld. Dan hebben we het over 1969/70. We zijn op dit punt dus eigenlijk niet vooruitgegaan - en daarom mijn vraag, niet als quiz maar als aanwijzing hoe zwaar de strijd is.
Thieme vond het geen reden om ontmoedigd te zijn. Des te beter dan maar.
Achter mij in het rijtje stond een vrouw in een halflange nepbontjas. Eigenlijk kon ik wel zien dat het een nepbontjasje was, en ook als ik het niet kon zien kon ik het wel raden naar aanleiding van haar PvdD-badge. Toch waagde ik haar de vraag te stellen hoe je nepbont nu van echt kunt onderscheiden. Ik weet niet of zij gepikeerd was - ik zei bij voorbaat dat ik wel wist dat de hare niet van van bont was - maar er zijn zoveel (voor mij) twijfelgevallen, ook waargenomen bij vrouwen die ik waardeer.
Je kunt het merken als je ertegen blaast, zei de partijgenote (ja!) tenslotte. Als ik die methode zou beproeven in het dagelijks leven, op onbekende passerende vrouwen, zit ik binnen een dag achter de tralies, vermoed ik....
Zij begreep het probleem wel, want bont ziet er mooi uit, vond zij (daarom droeg zij natuurlijk een nepbontjasje - het is een zware vraag, en men kan ook stellen dat zoiets als nepbont dan eigenlijk moreel onverantwoord is; maar geldt iets dergelijks niet ook voor vegetarische hamburgers en andere zogenaamde vleesvervangers?).
We zijn hier op het terrein van de kleine lettertjes. Laat ik maar (weer) eens wijzen op mijn eigen Dierenbevrijdingsmanifest.
Gemengde activa
Cindy Sheehan (ze bestaat nog!) stelt de vraag die ik als geschoolde halve econoom in gedachten wel stel, maar die in het publieke debat - huh? waar is dat eigenlijk? - niet gesteld wordt: hoe kunnen activa "giftig" zijn?
Ik heb er wel allerlei uitleggingen over gelezen maar het komt er toch op neer: het klopt niet. Dat is het 'm nu juist...
Ye are many, they are few.
Over de demonstratie in Londen naast wat anarchistische azijnpisserij vooral positieve verslagen - het niet-deelnemende publiek toonde zich overal sympathiek. Gunst, ooit ben ik ook zo'n azijnpisser geweest, vermoed ik.
Een site die sympathiek oogt, maar die zijn naam zo serieus neemt dat ik er tenslotte geen touw aan vast kan knopen, en ik ga mij niet registreren voor iets waar ik anders geen kennis van kan nemen - deelnemers aan de demonstratie van Londen: ctrl+alt+shift. De site wordt ergens verweten door een reageerder dat hij "christelijk" is en dat mag niet want de paus en de condooms en Afrika. Zucht.
The whole bakery...
Het is 1999, en dus (?) is de wereld in zwart en wit. Carnaval tegen het kapitaal in Londen, de Battle of Seattle.
De Nieuwe Antikapitalistische Beweging is inmiddels tien en heeft gelijk gekregen.
55.000 demonstranten in Londen vandaag, zo'n twintigduizend in Frankfort/Main en dertigduizend in Berlijn. De beelden die ik op de talloze aan de demonstraties verbonden sites heb gezien laten mij toch voor kleurrijk Londen kiezen voor een illustratie van nu, van 28 maart althans.
Voor 1 april een heel programma als tegenconferentie voor de G-20 in Londen, met opvallend veel sprekers en spreeksters uit de "mainstream", opmerkelijkst: Tony Benn over de 460ste verjaardag van de Diggers.
28 maart, 2009
Zeg maar dag tegen het kapitalisme
Sådan är kapitalismen, Fred Åkerström
Eigenlijk betekent de naam van de LP Oorvijgen tegen het kapitalisme, met een knipoog naar de anarchistische schrijver Stig Dagerman, die een rubriek met de naam Dagsedlar had in het syndicalistische blad Arbetaren maar op het gezicht af vind ik "Zeg maar dag met je handje" ook heel aardig...
Voetstukken - nooit goed
Gij trouwe lezer(es) waart er getuige van hoe Pat Boone van zijn voetstukje viel met betrekking tot Moody river vannacht Nederlandse tijd.
Maar Love letters in the sand blijft staan, piepte hij nog onovertuigd.
Arnold Rypens van The Originals maakt ook hier een einde aan:
LOVE LETTERS IN THE SAND
(Nick Kenny/Charles Kenny/J. Fred Coots)
o: Ted Black Orch. (1931) - Victor
> Song gebaseerd op The Spanish Cavalier van William D. Hendrickson (1881).
c: Russ Columbo (1931) , Rudy Vallee (1931) , Bing Crosby (1931) , Mac Wiseman (1954) , Pat Boone (1957) n°1 US, Joan Savage (1957) , Andy Williams (1962) , Patsy Cline (1964) postuum, Vince Hill (1967) , Tom T. Hall (1986) , Leon Redbone (1994) , Sixpence None The Richer (1996) , Bobby Bare (2005) ,
Toch zal het voor mij steeds nog een nummer van zekere zomerse dagen zijn, jaren zeventig...
Sixpence None The Richer is een bandje dat goed ligt bij zoals dat heet maatschappelijk betrokken evangelicalen.
Ambrose Mayfield Orchestra
There she goes. Evangelicaal? De zangeres kan het nummer niet aan maar daar staat tegenover dat ze mij wel ernstig in de war zou hebben gebracht als ze op de thee was gekomen.
The real thing. Het is niet de hartekreet van een verlegen jongeman maar een schreeuw om een shot, heb ik begrepen. Over voetstukken en vallen gesproken. Maar het blijft een schitterend nummer.
Maar Love letters in the sand blijft staan, piepte hij nog onovertuigd.
Arnold Rypens van The Originals maakt ook hier een einde aan:
LOVE LETTERS IN THE SAND
(Nick Kenny/Charles Kenny/J. Fred Coots)
o: Ted Black Orch. (1931) - Victor
> Song gebaseerd op The Spanish Cavalier van William D. Hendrickson (1881).
c: Russ Columbo (1931) , Rudy Vallee (1931) , Bing Crosby (1931) , Mac Wiseman (1954) , Pat Boone (1957) n°1 US, Joan Savage (1957) , Andy Williams (1962) , Patsy Cline (1964) postuum, Vince Hill (1967) , Tom T. Hall (1986) , Leon Redbone (1994) , Sixpence None The Richer (1996) , Bobby Bare (2005) ,
Toch zal het voor mij steeds nog een nummer van zekere zomerse dagen zijn, jaren zeventig...
Sixpence None The Richer is een bandje dat goed ligt bij zoals dat heet maatschappelijk betrokken evangelicalen.
Ambrose Mayfield Orchestra
There she goes. Evangelicaal? De zangeres kan het nummer niet aan maar daar staat tegenover dat ze mij wel ernstig in de war zou hebben gebracht als ze op de thee was gekomen.
The real thing. Het is niet de hartekreet van een verlegen jongeman maar een schreeuw om een shot, heb ik begrepen. Over voetstukken en vallen gesproken. Maar het blijft een schitterend nummer.
RG de 50-quidman zit met zijn hoofd bij 1 april
Joe Hill, Phil Ochs
The guy with the English accent...
Naar aanleiding van een bij voorbaat al zinloos te noemen conferentie in Londen volgende week worden toespelingen gemaakt op de Engelse Revolutie van 1649 - goed, 360 klinkt niet als een kroonjaar, maar het is een lustrum.
De heersende klassen zijn benauwd, juist omdat onvoorspelbaar is wat er zal gebeuren namens het morrende volk.
1649 - de eerste uiting van het anarchisme, en dus de eerste uiting van christen-anarchisme. Voordien bestond de staat eigenlijk nog niet.
Attila the Stockbroker over Levellers en Diggers.
Labels:
Attila the Stockbroker,
Billy Bragg,
Diggers,
Joe Hill,
Levellers,
Phil Ochs
RG de 50-quidman schrijft een liefdesbrief in het zand
Endless sleep, Jody Reynolds - er is een tekstvariant waarin de zee de zanger uitnodigt zich bij zijn liefste te voegen, en dat doet hij dan. Maar nu dus niet die spookachtige versie...
Een nummer op grond waarvan ik bereid zou zijn het op te nemen voor Pat Boone, Moody river. Nu ik het naast Jody Reynolds zet weet ik ook dit niet meer zeker. In de plomp springen omdat je een keer vreemd bent geweest - christelijke familiewaarden? Die passage was de enige die mij ontgaan was. Tot nu toe.
Dat de witte VS afstand wilde nemen van Pat Boone (die campagne heeft gevoerd voor Bush II, wat moet ik nog zeggen?) bleek al uit de film Good morning Vietnam. Vertaalde Boone dan niet zwarte muziek voor een wit publiek? Misschien wel. Hij is er niet armer van geworden. En niet minder rechts. Maar als ik moet kiezen tussen James Taylor en Pat Boone dan twijfel ik niet, ook al is de eerste vast een liberal.
De definitieve versie van How sweet it is. Jammer dat er geen filmbeeld is van Jr. Walker met uitpuilende blazerswangen...
Labels:
Jody Reynolds,
Junior Walker,
Pat Boone,
Thanatos
27 maart, 2009
De hel van Jipsinghuizen
Een beeld van de hel van Jipsinghuizen, zoals hier genoemd. Toen Lex Wouterloot zijn voordracht hield over arbeidssimulatie voor overbodigen kende ik de schuldige schoonheid van het Oostgroningse landschap nog niet. De vermelding moet mij toen dan ook ontgaan zijn.
Arbeidssimulatie als verplichte volksscholing
Noot
Ongecorrigeerd en slechtgeprogrammeerd staat het op een rare url in schrijfmachineletter de jongste dag van het Net af te wachten. En dat terwijl het in zijn vlijmscherpe analyse en met zijn Toonderachtige ironie een even actueel als raak artikel is! Ik neem de vrijheid deze bijdrage aan Arcade #5 - voorgedragen op de tournee Flaneren in de media, 1994 - die al op het net staat opgeschoond met een frisse letter en enkele veelzeggende illustraties hier aan te bieden. Wellicht poets ik spoedig ook mijn eigen bijdragen aan Arcade dan ook maar op voor het net. (AdR)
door Lex Wouterloot
Ons land kent nog steeds een Partij van de Arbeid hoewel de laatste overtuigde socialisten sappelen in de Willem-Dreeshuizen. Niettemin zou er een sociale basis voor een sociaal-democratische partij moeten bestaan, als wij bijvoorbeeld de gesel van de massawerkloosheid in beschouwing nemen. Het Paarse Kabinet hecht er aan om te verklaren dat
het streven naar volledige werkgelegenheid de centrale beleidsdoelstelling blijft. Deze geloofsbelijdenis klinkt echter iedereen wat plichtmatig in de oren. Er lijkt alleen maar mee onderstreept te worden dat de virtuele realiteit van de arbeidersbeweging het niet zonder plichtmatige referentie naar het arbeidsvraagstuk kan stellen. Grondige reflectie op het arbeidsbegrip heeft de PvdA zich nog niet durven permitteren, ondanks de verschuivende panelen en de sociale effecten van de informatica-revolutie. Met het verdwijnen van een sociaal streven van de PvdA is de utopische dimensie uit het politieke programma verdwenen en ontbreekt er een rechtvaardiging voor het arbeidsethos.
Het zwevende karakter van de sociaal-democratie wordt geïllustreerd door het project van de 'sociale vernieuwing' dat geleidelijk aan baanbreekt. De sociale vernieuwing is het schoorvoetende antwoord van de sociaal-democratie op het liberale dereguleringsoffensief. Het onuitgesproken oogmerk van dit project is de verzorgingsstaat maatschappelijk nuttig te maken. Een uitkering bij werkloosheid wordt in het kader van de 'sociale vernieuwing' geijkt als beloonde lediggang, waar dus iets aan gedaan moet worden. De vermetele gedachte die school maakt is dat het maatschappijk nut van het algemeen bevorderd kan worden door werklozen in te zetten bij verrichten van onrendabele, maar daarom niet minder wenselijke werkzaamheden die ongelukkigerwijs blijven liggen. Speerpunten in dit werkgelegenheidsbeleid zijn de banenpools van stadswachten, klussenbazen en graffiti-verwijderaars.
Enige jaren geleden zou de verplichte arbeidsinzet voor langdurig werklozen ondenkbaar geweest zijn. Het bewustzijn was nog niet gerijpt dat de uitvoering van deze perifere taken een bijdage aan 'sociale vernieuwing' zou kunnen geven. Opmerkelijk is de politiële component van de postmoderne werkverschaffingsprojecten. Dezer dagen rolt het ene
werkgelegenheidplan na het andere van de persen met voorstellen om werklozen op grote schaal te mobiliseren voor het bevordering van de veiligheid op straat en de realisering van haar esthetische dimensie, de properheid. Tien jaar geleden werd er wat lacherig gedaan over het idee, maar momenteel is de stadswacht een vertrouwde verschijning in het straatbeeld van de grote steden geworden. Voorop in de uitwerking van de stadswacht-filosofie liep de gemeente Dordrecht. Sinds de voltooiing van de Statenvertaling is deze stad bij velen enigzins in de vergetelheid geraakt. Ten onrechte want er is in het klussen in het openbaar bestuur heel wat afgeëxperimenteerd.
In tegenstelling tot de populistische bombarie die het vooroorlogse Plan van de Arbeid omgaf, kenmerkt haar postmoderne variant zich door haar bureaucratische procesgang. De Bermuda-driehoek van de democratie die Politiek, Politie en Paperasserie met elkaar gevormd hebben, is het toverwoord 'surveillance' gesproken. Vroeger dienden werklozen gecontroleerd te worden, tegenwoordig beijvert men zich om werklozen om te vormen tot controleurs. Dat past in een bredere ontwikkeling die zich reeds lang aftekent. Sinds de politiebeambte in functie geen pet meer draagt, heeft de leus 'die pet past ook u' zijn wervende kracht verloren. De politie is niet langer je beste kameraad, zoals het kinderlied wil, maar eenvoudigweg je gelijke. Dat impliceert dat wij op z'n tijd allemaal een beetje surveillant en ordehandhaver zijn, alleen hebben sommigen er hun beroep van gemaakt. Als het aan de PvdA ligt, dan mogen dat er nog veel meer worden.
Hoe moeten wij het socialistisch bewakingsoffensief dat stilletjes ingezet is, begrijpen en duiden? De betekenis van de nieuwe
arbeidsinzet in het kader van stadswacht en grafitti-verwijdering wordt duidelijk als wij haar vergelijken met de structuur van de oude sociale dwangarbeid. Bij het tijdvak van het industriële socialisme hoorde de werklozenpolitiek van het gedwongen grondwerk. Werklozen moesten, om hun schamele uitkering te verwerven, de wil tot werken tonen, door letterlijk de hand aan de spade te slaan. Inzet bij ontginning van woeste grond, graven van kanalen en de doorvoering van cultuurtechnische werken passioneerde de vooroorloogse sociale vernieuwers. In de vermaledijde Rijkswerkinrichting te Frederiksoord met haar vestiging voor paupers op de heidevelden, de Dienst Uitvoerende Werken met de hel van Jipsinghuizen en het Bosplan waar boekhouders en procuratiehouders de kruiwagens deden rollen, werd aan concrete oplossingen van het sociale vraagstuk gewerkt.
Terugkijkend op dit manuele grondverzet en het gezwoeg in weer en wind van kantoorklerken, lijkt er iets ongerijmds te zitten aan deze arbeidsprojecten. In de tijd van de industrialisatie, mechanisatie en modernisering werd aan de werkloze een archaïsche activiteit als greppels graven toegedacht als meest passende 'additonele arbeid'. De Maatschappij van Weldadigheid meende zelfs nog dat het paupervraagstuk opgelost zou kunnen worden, door de werkloze sloebers aan een hutje op de hei te helpen. Het getuigde van grote nuchterheid en werkelijkheidszin dat de toenmalige werklozen zelf niet zoveel voelden voor dat gespit. Al dat graafwerk was, zo zou later blijken uit de becijfering van het reële nut van de cultuurtechnische werken, hoofdzakelijk een rituele handeling, waarmee primair het contemporaine arbeidsethos vormgegeven werd. Het mensonterende geploeter in de DUW was de uitdrukking van een politiek regime waarin het werken ten koste van veel ellende gevierd diende te worden. Vanuit ons perspectief bezien, springt de zinloosheid van het graafwerk in het oog. De hel van Jipsinghuizen heeft spiegelgladde akkers opgeleverd die weinig landbouwkundige meerwaarde bezitten. Inmiddels zijn door een gewijzigde beleidsperceptie van het landschap, de egale carré's zelfs ontsierende ingrepen geworden die de baten verlagen. Het egale landschap vormt een verstoring van de toeristische kwaliteit van het natuurlijke profiel. Op verschillende plaatsen is daarom met bulldozers weer reliëf gebracht in de akkers. De landbouw loont niet meer op de arme zandgronden die uit heide en andere woeste grond is gewonnen. Op de keper beschouwd heeft het egaliseren van geaccidenteerd terrein alleen tijdelijk politieke vruchten afgeworpen.
De morrende werklozen die potentieel een bron van onrust vormden, werden lichamelijk uitgeput, moreel gekrenkt en mentaal gebroken. En niet in de laatste plaats: politiek ongevaarlijk gemaakt. In de fundamentele zinledigheid vond deze gedwongen arbeidsinspanning haar uiteindelijke rechtvaardiging. Het graafwerk aan de Colijnsvlakte en het omspitten van het Bourtangermoor waren opgezet met een politiek doel: de beheersing van de onderklasse. In de vooroorlogse
jaren, de bezetting en de Koude Oorlog was het de vrees voor het communisme die inspireerde tot sociale vernieuwing. Het feit dat er in de Sovjet-Unie nog veel meer zinloos grondwerk werd verricht, zoals bijvoorbeeld aan het moordende Witte-Zeekanaal was minder bekend, en voor alle betreffende partijen onwelkom nieuws. Bijvoorbeeld voor de burgemeester van Delfzijl, Jan Buiskool, die een door de staat gefinancierde ontwikkelingsmaatschappij oprichtte, teneinde de 'beroepswerklozen' het demoraliserende en mensonterende lot van het handophouden te besparen. Wellicht herkent u in deze constructie van 'public-private partnership' de opzet van wat tegenwoordig werkcorporaties' heet, zoals die van de de Rotterdamse NV Werk. Anderen zal het bekend zijn dat vernoemde Jan Buiskool een vrijzinnig democraat was, dus een prakticijn van de Paarse filosofie. Een liberaal die zich niet te elitair vond om zich zo op zijn eigen wijze om het volk te bekommeren. Ten overvloede zij vermeld dat de sociaal-democraten zeer ingenomen waren met de 'gezonde hardheid' van Buiskool die menige AOW-er in Oost-Groningen zich nog goed kan heugen. Velen lijken de mening toegedaan, dat het ook in onze tijd aan die tucht ontbreekt. Vandaar dat overal werkverschaffingsprojecten verzonnen worden die moeten voorzien in duizenden banen in de veiligheidssector.
Het gonst van plannen tot het aanstellen van flat- en stadswachten, Buurtconciërges en tramconducteurs. Daarnaast wordt er een nieuwe campagne ingezet om de door gekken en onbesuisden besmeurde muren en gevels te reinigen. Kleine criminaliteit en viltstift-vandalisme zijn verheven tot de waarschuwingssignalen van een nieuwe subversie. Geüniformeerd dient de langdurig werkloze aan te treden om de strijd met deze dreigingen aan te gaan. De vele wachtlopers die langs de openbare weg, in de holle trappehuizen en op de tochtige trambalkons zullen verschijnen, doen verrichtingen
die enige jaren geleden in beleidvoorbereidende kringen nog 'werkvervangende activiteiten' heetten. Inderdaad kan men in Amsterdam constateren dat er al velen gemotiveerd zijn om zich te melden voor deze publieke vormen van arbeidssimulatie. Wij zien de stadswacht patrouilles in hun kekke rood-blauwe uniform in steeds meer wijken verschijnen: verklede langdurig werklozen die met een landerige tred zich op hun individuele arbeidstraject begeven. In rotten van twee, en vaak zelfs in rotten van drie, zien wij hen ontspannen bezig met het observeren, signaleren en binnen hun bevoegdheid, corrigeren. Een
eerstelijns bewakingsfunctie voor al diegenen, die een uniform op straat nog associëren met veiligheid die de terugtredende staat moet waarborgen.
Net als eertijds bij het egaliseren van geaccidenteerd terrein is de gesimuleerde arbeid van de stadswacht, buurtconciërge, tramconducteur ook vooral geconcipieerd om de werkwillige in een publieke rol te dringen. Een evidente bedoeling achter het concept 'stadswacht' is de werkwilligen in een uniform te kijk te laten lopen. Om die reden is er voor het uniform zo'n grillige kleurstelling gekozen, een die in de Amsterdamse volksmond geassocieerd wordt met de Smurfen. De Amsterdammers staan in dat oordeel niet alleen. Direct na haar introductie in Dordrecht was de Stadswacht daar het meest populaire object van spot in de jaarlijkse carnavalsoptocht. De stadswacht heeft in de eerste plaats een theatrale functie. Het rollenspel biedt de politiek, de benauwde burger en werkwillige de kans om hun intenties te etaleren. De politiek laat zien dat ze niet een stelletje klungels zijn, die niet anders doen dan geld over de balk smijten. De benauwde burger weet zich gerustgesteld dat er een tegenprestatie wordt verlangd voor het potverteren in de RWW. En de langdurig werkloze ervaart, om in Rotterdamse termen te spreken, wat het is om weer in aanraking te komen met 'werk'.
Waar de werkwillige in de arbeidspool ontegenzeggelijk mee in aanraking komt is psychologische disciplinering. Dat het om weinig anders gaat dan het nabootsen van een functie, wordt duidelijk als men ziet hoe men banen creëert. Het kernbegrip in de filosofie van de sociale vernieuwing is 'additioneel werk'. Wat zou men daar onder moeten verstaan? Welke problemen blijven er in een geordende kapitalistische maatschappij liggen? Dat kunnen alleen maar zaken zijn die geen waarde hebben. Afval dus. Langdurig werkloze werkwilligen ontfermen zich in de banenpools met het uitvoeren van rondslingerende restwerkjes. Letterlijk zwerfvuil opvegen dat collega-reinigingsbeambten met een volwaardig salaris niet aankunnen. Het wegboenen van graffiti. Registreren van obstakels, gebreken en bronnen van hinder en onveiligheid op straat. In de informaticamaatschappij is in de gedaantes van stadswacht, kretenreiniger en klussenbaas het 'heitje voor een
karweitje' teruggekeerd als professionele padvinderij voor volwassenen.
Deze in essentie politiële arbeidsvoorziening appelleert aan een wereldbeeld dat even oneigentijds is als datgene wat de filosofen van de spade ooit aanhingen. Waar komt toch de gedachte vandaan dat de nijpende veiligheids- en vervuilingsproblemen juist op straat gesitueerd moeten worden? Het idee dat het noodzakelijke werk op straat ligt is absurd. Er wordt louter aan een beeldspraak en een populair vooroordeel geappelleerd dat het èchte leven op straat te vinden is. En dat terwijl de openbare ruimte vrijwel heeft opgehouden te fungeren als een terrein voor maatschappelijke en economische activiteit. De functionele stad kent de straat primair als het domein voor het verkeer. Sociaal leven speelt zich hier slechts in afgeleide zin af. De stadswachters en hun collega-opzichters worden in een doorzichtig rollenspel geparkeerd. De conceptie van het sociale in de 'sociale vernieuwing' is net zo archaïsch en gefingeerd als de wijkgedachte die ooit de PvdA in de jaren zeventig zoveel windeieren leverde. De werkcorporaties met hun arbeidssimulaties bieden mensen, die wel meer kunnen dan wat rondwandelen, figurantenrollen in een politiek straattheater.
Een fundamenteel misverstand dat aan de werkgelegenheidsprojecten ten grondslag ligt, is dat men voor de oplossing van de werkloosheid bij de werklozen moet beginnen. Dat de capaciteiten van het afgestompte leger arbeidsreservisten tot norm verheven worden van het 'additioneel werk'. Dat stompzinnigheid tot beschavingsnorm wordt. Toch blijft er veel werk liggen, dat potentieel van grote maatschappelijk betekenis is en nut zou kunnen afwerpen. Die klussen strekken zich uit van het vinden van remedies voor ongeneselijke ziekten tot het noteren van ongeschreven gedichten, van de uitvinding van een computer die werkt op onze eigen hersenactiviteit tot de kweek van een eetbare Hollandse tomaat. Het is verbazingwekkend waarom men de werkgelegenheid juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt wil stimulen. Een heel wat meer voor de hand liggende aanpak is het creëren van oplossingen aan de bovenkant, waardoor er een doorstroming naar aantrekkelijker banen op gang komt voor lager geschoolden. In Nederland investeert men echter liever in de toekomst door te bezuinigen op research en development.
Wij zullen binnenkort ook weer veel te doen krijgen over bezuinigingen op het kunstenbudget. Zoals u weet gaat het hier om uitgaven, die altijd 'drukken' op de begrotingen. Ik wil hier niet de kunstbeoefening bepleiten als een oplossing voor de werkloosheid en voorstellen om de Banenpool te vervangen door de Contraprestatie. Het zou al een stuk eleganter zijn door beschaafde arbeidssituaties te creëren dan verveelde vandalen te surveilleren, maar zo'n voorstel zou maar de indruk wekken dat de inzet van dit betoog niet ernstig is of dat ik de menselijke natuur idealiseer. De kunst herinnert ons er, in al haar zuiverheid, aan dat de menselijke arbeidsinspanning een artificieel proces is. Men moet zichzelf een taak stellen alvorens men zich daadwerkelijk aan de arbeid wijdt. Welke taak dat is - of moet zijn - behoort tot het domein van de politiek. Arbeid is een menselijke inventie en zonder imaginair doel of levensbeschouwelijk perspectief is arbeid zinloos. Dit laatste lijkt me het geval bij het politiële pragmatisme van de combine van PvdA en politie.
De mobilisatie van werklozen voor onzinnige activiteit stemt tot nadenken over de achtergrond van de arbeidsobsessie die uitgedragen moet worden. Alleen al met de titel van zijn roman De wereld gaat aan vlijt ten onder verwierf Max Dendermonde zich een eervolle vermelding in het geschiedenisboek van het Koninkrijk der Nederlanden. Het politieke probleem van de arbeid laat zich ook stellen in de terminologie van de lediggang. Als erfgenaam van de verlichtingsfilosofie is de sociaal-democratie van mening dat de menselijke vrijheid gerealiseerd kan worden door een arbeidsinspanning. Na de sociale ontregeling van de moderne tijd dienen wij ons echter de vraag te stellen of de utopie van het socialisme geen nieuwe betekenis gegeven kan worden door haar te verrijken met een meer oosterse vrijheidsopvatting die ook luiheid en lediggang insluit. Socialisme moet daarbij geen vrijetijdsfilosofie worden, maar een ander zicht geven op werk en werkloosheid. Het kan een opgave zijn om betaalbare vormen van beschaafde gelatenheid als dichtkunst en koffiehuiscultuur, opdat wij onze menselijke conditie - die gekarakteriseerd wordt door de noodzaak om te wachten - ontwikkelen.
Ook in 1937 werd er geworsteld met de oplossing van het werkloosheidsvraagstuk. In dat jaar werd er een commissie ingesteld die de mogelijkheid van “eenige vorm van Arbeidsdienst voor de Nederlandse jeugd” moest onderzoeken, nadat in Duitsland het goede voorbeeld was gegeven. Leden van deze commissie waren o.a. dr. W. Banning (SDAP), mr. L. Einthoven (Politie Rotterdam) en ir. Z. Th. Fetter (Philips). Ook toen meende men wijselijk dat het niet nodig was om te preciseren waar het sociale vernieuwingsproject voor stond. De commisie had zwijgplicht en vermeed het woord Arbeidsdienst omdat het Nieuwe Duitsland daar reeds beslag op had gelegd, maar verkoos te spreken van De Verplichte Volksscholing ten dienste van de opbouw van onze volksgemeenschap. Arbeidssimulatie en volksverlakkerij vormde toen en nu het politieke antwoord op het bestaan van een grote massa economisch overbodigen. De werklozen van straat halen door ze de straat op te sturen: daar komt sociale vernieuwing op neer. Arbeidssimulatie is een kunstmatig en geforceerd procedé om een onoplosbare sociaal probleem als werkloosheid simpelweg om te vormen tot politiek beheersbare en te manipuleren
fenomenen. De Stadswacht is zelfs geen beleidsconstructie meer, maar puur politiek design.
De culturele betekenis van de arbeidersbeweging school ooit in haar ageren voor een imaginaire orde waar de mens zinvolle arbeid zou verrichten. In het designersocialisme van de jaren '90 is er van dit culturele ideaal niets meer te bespeuren.
Ongecorrigeerd en slechtgeprogrammeerd staat het op een rare url in schrijfmachineletter de jongste dag van het Net af te wachten. En dat terwijl het in zijn vlijmscherpe analyse en met zijn Toonderachtige ironie een even actueel als raak artikel is! Ik neem de vrijheid deze bijdrage aan Arcade #5 - voorgedragen op de tournee Flaneren in de media, 1994 - die al op het net staat opgeschoond met een frisse letter en enkele veelzeggende illustraties hier aan te bieden. Wellicht poets ik spoedig ook mijn eigen bijdragen aan Arcade dan ook maar op voor het net. (AdR)
Arbeidssimulatie als verplichte volksscholing
Ons land kent nog steeds een Partij van de Arbeid hoewel de laatste overtuigde socialisten sappelen in de Willem-Dreeshuizen. Niettemin zou er een sociale basis voor een sociaal-democratische partij moeten bestaan, als wij bijvoorbeeld de gesel van de massawerkloosheid in beschouwing nemen. Het Paarse Kabinet hecht er aan om te verklaren dat
het streven naar volledige werkgelegenheid de centrale beleidsdoelstelling blijft. Deze geloofsbelijdenis klinkt echter iedereen wat plichtmatig in de oren. Er lijkt alleen maar mee onderstreept te worden dat de virtuele realiteit van de arbeidersbeweging het niet zonder plichtmatige referentie naar het arbeidsvraagstuk kan stellen. Grondige reflectie op het arbeidsbegrip heeft de PvdA zich nog niet durven permitteren, ondanks de verschuivende panelen en de sociale effecten van de informatica-revolutie. Met het verdwijnen van een sociaal streven van de PvdA is de utopische dimensie uit het politieke programma verdwenen en ontbreekt er een rechtvaardiging voor het arbeidsethos.
Het zwevende karakter van de sociaal-democratie wordt geïllustreerd door het project van de 'sociale vernieuwing' dat geleidelijk aan baanbreekt. De sociale vernieuwing is het schoorvoetende antwoord van de sociaal-democratie op het liberale dereguleringsoffensief. Het onuitgesproken oogmerk van dit project is de verzorgingsstaat maatschappelijk nuttig te maken. Een uitkering bij werkloosheid wordt in het kader van de 'sociale vernieuwing' geijkt als beloonde lediggang, waar dus iets aan gedaan moet worden. De vermetele gedachte die school maakt is dat het maatschappijk nut van het algemeen bevorderd kan worden door werklozen in te zetten bij verrichten van onrendabele, maar daarom niet minder wenselijke werkzaamheden die ongelukkigerwijs blijven liggen. Speerpunten in dit werkgelegenheidsbeleid zijn de banenpools van stadswachten, klussenbazen en graffiti-verwijderaars.
Enige jaren geleden zou de verplichte arbeidsinzet voor langdurig werklozen ondenkbaar geweest zijn. Het bewustzijn was nog niet gerijpt dat de uitvoering van deze perifere taken een bijdage aan 'sociale vernieuwing' zou kunnen geven. Opmerkelijk is de politiële component van de postmoderne werkverschaffingsprojecten. Dezer dagen rolt het ene
werkgelegenheidplan na het andere van de persen met voorstellen om werklozen op grote schaal te mobiliseren voor het bevordering van de veiligheid op straat en de realisering van haar esthetische dimensie, de properheid. Tien jaar geleden werd er wat lacherig gedaan over het idee, maar momenteel is de stadswacht een vertrouwde verschijning in het straatbeeld van de grote steden geworden. Voorop in de uitwerking van de stadswacht-filosofie liep de gemeente Dordrecht. Sinds de voltooiing van de Statenvertaling is deze stad bij velen enigzins in de vergetelheid geraakt. Ten onrechte want er is in het klussen in het openbaar bestuur heel wat afgeëxperimenteerd.
In tegenstelling tot de populistische bombarie die het vooroorlogse Plan van de Arbeid omgaf, kenmerkt haar postmoderne variant zich door haar bureaucratische procesgang. De Bermuda-driehoek van de democratie die Politiek, Politie en Paperasserie met elkaar gevormd hebben, is het toverwoord 'surveillance' gesproken. Vroeger dienden werklozen gecontroleerd te worden, tegenwoordig beijvert men zich om werklozen om te vormen tot controleurs. Dat past in een bredere ontwikkeling die zich reeds lang aftekent. Sinds de politiebeambte in functie geen pet meer draagt, heeft de leus 'die pet past ook u' zijn wervende kracht verloren. De politie is niet langer je beste kameraad, zoals het kinderlied wil, maar eenvoudigweg je gelijke. Dat impliceert dat wij op z'n tijd allemaal een beetje surveillant en ordehandhaver zijn, alleen hebben sommigen er hun beroep van gemaakt. Als het aan de PvdA ligt, dan mogen dat er nog veel meer worden.
Hoe moeten wij het socialistisch bewakingsoffensief dat stilletjes ingezet is, begrijpen en duiden? De betekenis van de nieuwe
arbeidsinzet in het kader van stadswacht en grafitti-verwijdering wordt duidelijk als wij haar vergelijken met de structuur van de oude sociale dwangarbeid. Bij het tijdvak van het industriële socialisme hoorde de werklozenpolitiek van het gedwongen grondwerk. Werklozen moesten, om hun schamele uitkering te verwerven, de wil tot werken tonen, door letterlijk de hand aan de spade te slaan. Inzet bij ontginning van woeste grond, graven van kanalen en de doorvoering van cultuurtechnische werken passioneerde de vooroorloogse sociale vernieuwers. In de vermaledijde Rijkswerkinrichting te Frederiksoord met haar vestiging voor paupers op de heidevelden, de Dienst Uitvoerende Werken met de hel van Jipsinghuizen en het Bosplan waar boekhouders en procuratiehouders de kruiwagens deden rollen, werd aan concrete oplossingen van het sociale vraagstuk gewerkt.
Terugkijkend op dit manuele grondverzet en het gezwoeg in weer en wind van kantoorklerken, lijkt er iets ongerijmds te zitten aan deze arbeidsprojecten. In de tijd van de industrialisatie, mechanisatie en modernisering werd aan de werkloze een archaïsche activiteit als greppels graven toegedacht als meest passende 'additonele arbeid'. De Maatschappij van Weldadigheid meende zelfs nog dat het paupervraagstuk opgelost zou kunnen worden, door de werkloze sloebers aan een hutje op de hei te helpen. Het getuigde van grote nuchterheid en werkelijkheidszin dat de toenmalige werklozen zelf niet zoveel voelden voor dat gespit. Al dat graafwerk was, zo zou later blijken uit de becijfering van het reële nut van de cultuurtechnische werken, hoofdzakelijk een rituele handeling, waarmee primair het contemporaine arbeidsethos vormgegeven werd. Het mensonterende geploeter in de DUW was de uitdrukking van een politiek regime waarin het werken ten koste van veel ellende gevierd diende te worden. Vanuit ons perspectief bezien, springt de zinloosheid van het graafwerk in het oog. De hel van Jipsinghuizen heeft spiegelgladde akkers opgeleverd die weinig landbouwkundige meerwaarde bezitten. Inmiddels zijn door een gewijzigde beleidsperceptie van het landschap, de egale carré's zelfs ontsierende ingrepen geworden die de baten verlagen. Het egale landschap vormt een verstoring van de toeristische kwaliteit van het natuurlijke profiel. Op verschillende plaatsen is daarom met bulldozers weer reliëf gebracht in de akkers. De landbouw loont niet meer op de arme zandgronden die uit heide en andere woeste grond is gewonnen. Op de keper beschouwd heeft het egaliseren van geaccidenteerd terrein alleen tijdelijk politieke vruchten afgeworpen.
De morrende werklozen die potentieel een bron van onrust vormden, werden lichamelijk uitgeput, moreel gekrenkt en mentaal gebroken. En niet in de laatste plaats: politiek ongevaarlijk gemaakt. In de fundamentele zinledigheid vond deze gedwongen arbeidsinspanning haar uiteindelijke rechtvaardiging. Het graafwerk aan de Colijnsvlakte en het omspitten van het Bourtangermoor waren opgezet met een politiek doel: de beheersing van de onderklasse. In de vooroorlogse
jaren, de bezetting en de Koude Oorlog was het de vrees voor het communisme die inspireerde tot sociale vernieuwing. Het feit dat er in de Sovjet-Unie nog veel meer zinloos grondwerk werd verricht, zoals bijvoorbeeld aan het moordende Witte-Zeekanaal was minder bekend, en voor alle betreffende partijen onwelkom nieuws. Bijvoorbeeld voor de burgemeester van Delfzijl, Jan Buiskool, die een door de staat gefinancierde ontwikkelingsmaatschappij oprichtte, teneinde de 'beroepswerklozen' het demoraliserende en mensonterende lot van het handophouden te besparen. Wellicht herkent u in deze constructie van 'public-private partnership' de opzet van wat tegenwoordig werkcorporaties' heet, zoals die van de de Rotterdamse NV Werk. Anderen zal het bekend zijn dat vernoemde Jan Buiskool een vrijzinnig democraat was, dus een prakticijn van de Paarse filosofie. Een liberaal die zich niet te elitair vond om zich zo op zijn eigen wijze om het volk te bekommeren. Ten overvloede zij vermeld dat de sociaal-democraten zeer ingenomen waren met de 'gezonde hardheid' van Buiskool die menige AOW-er in Oost-Groningen zich nog goed kan heugen. Velen lijken de mening toegedaan, dat het ook in onze tijd aan die tucht ontbreekt. Vandaar dat overal werkverschaffingsprojecten verzonnen worden die moeten voorzien in duizenden banen in de veiligheidssector.
Het gonst van plannen tot het aanstellen van flat- en stadswachten, Buurtconciërges en tramconducteurs. Daarnaast wordt er een nieuwe campagne ingezet om de door gekken en onbesuisden besmeurde muren en gevels te reinigen. Kleine criminaliteit en viltstift-vandalisme zijn verheven tot de waarschuwingssignalen van een nieuwe subversie. Geüniformeerd dient de langdurig werkloze aan te treden om de strijd met deze dreigingen aan te gaan. De vele wachtlopers die langs de openbare weg, in de holle trappehuizen en op de tochtige trambalkons zullen verschijnen, doen verrichtingen
die enige jaren geleden in beleidvoorbereidende kringen nog 'werkvervangende activiteiten' heetten. Inderdaad kan men in Amsterdam constateren dat er al velen gemotiveerd zijn om zich te melden voor deze publieke vormen van arbeidssimulatie. Wij zien de stadswacht patrouilles in hun kekke rood-blauwe uniform in steeds meer wijken verschijnen: verklede langdurig werklozen die met een landerige tred zich op hun individuele arbeidstraject begeven. In rotten van twee, en vaak zelfs in rotten van drie, zien wij hen ontspannen bezig met het observeren, signaleren en binnen hun bevoegdheid, corrigeren. Een
eerstelijns bewakingsfunctie voor al diegenen, die een uniform op straat nog associëren met veiligheid die de terugtredende staat moet waarborgen.
Net als eertijds bij het egaliseren van geaccidenteerd terrein is de gesimuleerde arbeid van de stadswacht, buurtconciërge, tramconducteur ook vooral geconcipieerd om de werkwillige in een publieke rol te dringen. Een evidente bedoeling achter het concept 'stadswacht' is de werkwilligen in een uniform te kijk te laten lopen. Om die reden is er voor het uniform zo'n grillige kleurstelling gekozen, een die in de Amsterdamse volksmond geassocieerd wordt met de Smurfen. De Amsterdammers staan in dat oordeel niet alleen. Direct na haar introductie in Dordrecht was de Stadswacht daar het meest populaire object van spot in de jaarlijkse carnavalsoptocht. De stadswacht heeft in de eerste plaats een theatrale functie. Het rollenspel biedt de politiek, de benauwde burger en werkwillige de kans om hun intenties te etaleren. De politiek laat zien dat ze niet een stelletje klungels zijn, die niet anders doen dan geld over de balk smijten. De benauwde burger weet zich gerustgesteld dat er een tegenprestatie wordt verlangd voor het potverteren in de RWW. En de langdurig werkloze ervaart, om in Rotterdamse termen te spreken, wat het is om weer in aanraking te komen met 'werk'.
Waar de werkwillige in de arbeidspool ontegenzeggelijk mee in aanraking komt is psychologische disciplinering. Dat het om weinig anders gaat dan het nabootsen van een functie, wordt duidelijk als men ziet hoe men banen creëert. Het kernbegrip in de filosofie van de sociale vernieuwing is 'additioneel werk'. Wat zou men daar onder moeten verstaan? Welke problemen blijven er in een geordende kapitalistische maatschappij liggen? Dat kunnen alleen maar zaken zijn die geen waarde hebben. Afval dus. Langdurig werkloze werkwilligen ontfermen zich in de banenpools met het uitvoeren van rondslingerende restwerkjes. Letterlijk zwerfvuil opvegen dat collega-reinigingsbeambten met een volwaardig salaris niet aankunnen. Het wegboenen van graffiti. Registreren van obstakels, gebreken en bronnen van hinder en onveiligheid op straat. In de informaticamaatschappij is in de gedaantes van stadswacht, kretenreiniger en klussenbaas het 'heitje voor een
karweitje' teruggekeerd als professionele padvinderij voor volwassenen.
Deze in essentie politiële arbeidsvoorziening appelleert aan een wereldbeeld dat even oneigentijds is als datgene wat de filosofen van de spade ooit aanhingen. Waar komt toch de gedachte vandaan dat de nijpende veiligheids- en vervuilingsproblemen juist op straat gesitueerd moeten worden? Het idee dat het noodzakelijke werk op straat ligt is absurd. Er wordt louter aan een beeldspraak en een populair vooroordeel geappelleerd dat het èchte leven op straat te vinden is. En dat terwijl de openbare ruimte vrijwel heeft opgehouden te fungeren als een terrein voor maatschappelijke en economische activiteit. De functionele stad kent de straat primair als het domein voor het verkeer. Sociaal leven speelt zich hier slechts in afgeleide zin af. De stadswachters en hun collega-opzichters worden in een doorzichtig rollenspel geparkeerd. De conceptie van het sociale in de 'sociale vernieuwing' is net zo archaïsch en gefingeerd als de wijkgedachte die ooit de PvdA in de jaren zeventig zoveel windeieren leverde. De werkcorporaties met hun arbeidssimulaties bieden mensen, die wel meer kunnen dan wat rondwandelen, figurantenrollen in een politiek straattheater.
Een fundamenteel misverstand dat aan de werkgelegenheidsprojecten ten grondslag ligt, is dat men voor de oplossing van de werkloosheid bij de werklozen moet beginnen. Dat de capaciteiten van het afgestompte leger arbeidsreservisten tot norm verheven worden van het 'additioneel werk'. Dat stompzinnigheid tot beschavingsnorm wordt. Toch blijft er veel werk liggen, dat potentieel van grote maatschappelijk betekenis is en nut zou kunnen afwerpen. Die klussen strekken zich uit van het vinden van remedies voor ongeneselijke ziekten tot het noteren van ongeschreven gedichten, van de uitvinding van een computer die werkt op onze eigen hersenactiviteit tot de kweek van een eetbare Hollandse tomaat. Het is verbazingwekkend waarom men de werkgelegenheid juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt wil stimulen. Een heel wat meer voor de hand liggende aanpak is het creëren van oplossingen aan de bovenkant, waardoor er een doorstroming naar aantrekkelijker banen op gang komt voor lager geschoolden. In Nederland investeert men echter liever in de toekomst door te bezuinigen op research en development.
Wij zullen binnenkort ook weer veel te doen krijgen over bezuinigingen op het kunstenbudget. Zoals u weet gaat het hier om uitgaven, die altijd 'drukken' op de begrotingen. Ik wil hier niet de kunstbeoefening bepleiten als een oplossing voor de werkloosheid en voorstellen om de Banenpool te vervangen door de Contraprestatie. Het zou al een stuk eleganter zijn door beschaafde arbeidssituaties te creëren dan verveelde vandalen te surveilleren, maar zo'n voorstel zou maar de indruk wekken dat de inzet van dit betoog niet ernstig is of dat ik de menselijke natuur idealiseer. De kunst herinnert ons er, in al haar zuiverheid, aan dat de menselijke arbeidsinspanning een artificieel proces is. Men moet zichzelf een taak stellen alvorens men zich daadwerkelijk aan de arbeid wijdt. Welke taak dat is - of moet zijn - behoort tot het domein van de politiek. Arbeid is een menselijke inventie en zonder imaginair doel of levensbeschouwelijk perspectief is arbeid zinloos. Dit laatste lijkt me het geval bij het politiële pragmatisme van de combine van PvdA en politie.
De mobilisatie van werklozen voor onzinnige activiteit stemt tot nadenken over de achtergrond van de arbeidsobsessie die uitgedragen moet worden. Alleen al met de titel van zijn roman De wereld gaat aan vlijt ten onder verwierf Max Dendermonde zich een eervolle vermelding in het geschiedenisboek van het Koninkrijk der Nederlanden. Het politieke probleem van de arbeid laat zich ook stellen in de terminologie van de lediggang. Als erfgenaam van de verlichtingsfilosofie is de sociaal-democratie van mening dat de menselijke vrijheid gerealiseerd kan worden door een arbeidsinspanning. Na de sociale ontregeling van de moderne tijd dienen wij ons echter de vraag te stellen of de utopie van het socialisme geen nieuwe betekenis gegeven kan worden door haar te verrijken met een meer oosterse vrijheidsopvatting die ook luiheid en lediggang insluit. Socialisme moet daarbij geen vrijetijdsfilosofie worden, maar een ander zicht geven op werk en werkloosheid. Het kan een opgave zijn om betaalbare vormen van beschaafde gelatenheid als dichtkunst en koffiehuiscultuur, opdat wij onze menselijke conditie - die gekarakteriseerd wordt door de noodzaak om te wachten - ontwikkelen.
Ook in 1937 werd er geworsteld met de oplossing van het werkloosheidsvraagstuk. In dat jaar werd er een commissie ingesteld die de mogelijkheid van “eenige vorm van Arbeidsdienst voor de Nederlandse jeugd” moest onderzoeken, nadat in Duitsland het goede voorbeeld was gegeven. Leden van deze commissie waren o.a. dr. W. Banning (SDAP), mr. L. Einthoven (Politie Rotterdam) en ir. Z. Th. Fetter (Philips). Ook toen meende men wijselijk dat het niet nodig was om te preciseren waar het sociale vernieuwingsproject voor stond. De commisie had zwijgplicht en vermeed het woord Arbeidsdienst omdat het Nieuwe Duitsland daar reeds beslag op had gelegd, maar verkoos te spreken van De Verplichte Volksscholing ten dienste van de opbouw van onze volksgemeenschap. Arbeidssimulatie en volksverlakkerij vormde toen en nu het politieke antwoord op het bestaan van een grote massa economisch overbodigen. De werklozen van straat halen door ze de straat op te sturen: daar komt sociale vernieuwing op neer. Arbeidssimulatie is een kunstmatig en geforceerd procedé om een onoplosbare sociaal probleem als werkloosheid simpelweg om te vormen tot politiek beheersbare en te manipuleren
fenomenen. De Stadswacht is zelfs geen beleidsconstructie meer, maar puur politiek design.
De culturele betekenis van de arbeidersbeweging school ooit in haar ageren voor een imaginaire orde waar de mens zinvolle arbeid zou verrichten. In het designersocialisme van de jaren '90 is er van dit culturele ideaal niets meer te bespeuren.
26 maart, 2009
Het staal en beton van weleer
Iets over het koekblikkenmaterieel van de Amsterdamse "metro" zoekende - voor een (geheel ander) verhaal - kwam ik terecht in de tovertuin van Nico Spilt. Mijn verhaal over Een Rit Met de Loverstrein naar IJmuiden - voor De Groene, 1997 - moet ik maar eens op het net zetten (als de techniek het nog toelaat). De illustraties erbij staan op de genoemde site.
Twee fotocitaten: een drieassig stel op lijn 16 en een tot drieledige wagen omgebouwde enkelgelede op lijn 5 in de Vijzelstraat, dertig jaar geleden. En een foto van de Opstapper, die ik wel op mijn geweten heb en voor mijn verantwoording neem, zoals het ding nu heet en rijdt hoef ik het niet meer. Maar ik heb er zelf nooit een foto van gemaakt, en nu is het te laat.
De desindustrialisatie van Nederland in kaart en Nederland als museum: Nederland als geheel en Nedersticht.
Labels:
Desindustrialisatie,
Industrie,
Openbaar vervoer
Ruim vijf weken hongerstaking
Een persbericht van Prime over een hongerstaking die nog steeds doorgaat.
36 dagen hongerstaking van Ali Reza Imani
De toestand van de hongerstaker Ali Reza Imani is bijzonder slecht, hij is gisteren twee keer flauw gevallen. Hij heeft ook een paar keer een bloedneus gehad. Zijn haar is al erg uitgevallen, hij heeft vaak erge buikpijn, hoofdpijn en pijn in zijn botten. Zijn ogen en concentratie gaan hard achteruit. Het kritische punt is zeer nabij.
Werkwijze IND bij hongerstakingen
De heer Imani zou ons volgens afspraak iedere dag bellen, maar vanaf maandag heeft hij niet meer gebeld. Dat is zorgwekkend. PRIME weet uit ervaring dat, wanneer hongerstakers het kritische punt bereiken, de IND gaat proberen de hongerstakers van hun ondersteuners en bekenden te isoleren. Op het moment dat ze niet meer helder kunnen denken slaat de IND toe. De IND maakt ze blij met een dood vogeltje of oefent zoveel druk uit dat ze uit wanhoop gaan stoppen. De IND heeft een doel en dat is om de actie te breken. De symptomen worden bestreden , maar de problemen niet vanuit de basis op een humane manier opgelost.
Sorab Kirzadze
Uit medische wanhoop is Sorab Kirzadze gisteren begonnen met een hongerstaking.
Uit onze gesprekken is gebleken dat hij erg depressief is, zijn medicatie tegen de Hepatitus-C wordt niet gegeven omdat er nog steeds uitzetting dreigt. Hij voelt dat alsof men hem een langzame dood laat sterven. Hij is op 19 februari ook in zijn lever geschopt.
Ibrahim Hassan
Ibrahim Hassan is eind vorige week zonder dat iemand iets gehoord heeft opgehaald en uitgezet. Hij is degene die op 19 februari vreselijk geslagen is . De informatie is hier te vinden.
Aziz Makhtoumov
Aziz Makhtoumov wordt binnenkort gepresenteerd bij de ambassade van Tajikistan om zijn uitreispapieren te regelen, terwijl zijn familie hier in een asielprocedure verwikkeld is vanwege zeer serieuze problemen door hun politieke achtergrond.
Groep Rotterdam
De groep Rotterdam bestond uit 6 asielzoekers, die na 18 februari 2009 naar het detentiecentrum in Zeist werden gebracht. Daarna werden ze naar het uitzetcentrum Zestienhoven gebracht. Een van hen was Ali Reza Imani, die vanwege zijn honger-en dorststaking naar het penetentiair ziekenhuis in Scheveningen werd gebracht. Van de rest kregen wij tot vandaag geen bericht. Ze bleken geen telefoonkaart te hebben. Wij hebben dat geregeld en zullen van hen morgen bericht krijgen over wat er met hen is gebeurd.
De IND heeft kennelijk nog steeds als doel zoveel mogelijk mensen uit te zetten zonder oog te hebben voor de mensenrechtensituatie.
Good morning mr. Leitch...
Eerlijk gezegd dacht ik - na de oprichting van Greenpeace naar aanleiding van deze "jacht" - dat dit niet meer gebeurde.
Misvatting.
25 maart, 2009
Passie voor mossen
Een speurtochtje naar hoe het de mensen van Tegen de stroom verder is gegaan bracht mij bij dit interview met Ger Harmsen. Nee, heeft er niets mee te maken verder, ik ga het niet uitleggen want dan leg ik alsnog een spoor dat niet te vinden was.
J.J. Hof heeft hele boekwerkjes volgeschreven over mossen, eerlijk gezegd doen ze mijn hart niet sneller kloppen. O ja, zich neervlijen op het zachte mos met een leuke dame en die valt in slaap na het drinken van witte port - want zo gaat het, nietwaar? Ik denk dat de mossen van Jan Hof Harmsens interesse voor deze natuursporter hebben gewekt, en door Harmsen ben ik dan weer op zijn spoor gekomen.
"Hebben we de massa eindelijk bereikt, moeten we ze met ijzeren staven wegslaan."
Bolsjewieken hebben (hadden?) wel degelijk gevoel voor humor...
Tien jaar wennen aan het barbarendom
Tien jaar geleden was het gemakkelijker niet-murwgeslagen door de dagelijkse vanzelfsprekendheid van het barbarendom in te gaan tegen de frisse-vrolijke-oorlogsretoriek die de propagandamedia over ons uitstortten. Ik weet niet eens of mijn beschouwing over de eenzijdige NAVO-oorlog tegen Servië nog ergens online staat. Het waren tijden waarin het internet een aanzienlijk kleinere rol speelde, zeker wat mij betreft, als tegenmedium. Het waren dagen waarin ik door de oorlog in contact kwam met mensen die een nieuw anarchistisch blad (Tegen de stroom) gingen uitgeven dat beoogde tot een organisatie te komen. Ik heb er ook voor geschreven, al leek en lijkt die organisatie mij illusoir. De betrokken kameraden hebben het ook al tamelijk snel opgegeven. Niet dat ik daarmee nu blij ben...
En zie het genante overzicht van wat de Britse pers en de BBC uitkraamden over een oorlog die nog eenzijdiger was dan de aanval op Gaza rond de jaarwisseling.
Op de foto: het vrouwenklooster van de Heilige Drieëenheid, Kosovo, opgeblazen namens de NAVO in juni 1999..
24 maart, 2009
Broken hearted pirates
Een samenvatting van een film die gisteren in Engeland in première is gegaan. The Count lijkt mij The Emperor (Rosko), Quentin is dan Ronan O'Rahilly. Gavin moet John Peel zijn en Keith Skues (of Kenny Everett?) zou model hebben kunnen staan voor Dave. Althans aan de hand van deze beschrijving.
"The Boat That Rocked" is an ensemble comedy in which the romance takes place between the young people of the '60s and pop music. It's about a band of rogue DJs that captivated Britain, playing the music that defined a generation and standing up to a government that, incomprehensibly, preferred jazz. The Count, a big, brash, American god of the airwaves; Quentin, the boss of Radio Rock -- a pirate radio station in the middle of the North Sea that's populated by an eclectic crew of rock and roll DJs; Gavin, the greatest DJ in Britain who has just returned from his drug tour of America to reclaim his rightful position; Dave, an ironic, intelligent and cruelly funny co-broadcaster; and a fearsome British government official out for blood against the drug takers and lawbreakers of a once-great nation.
Het merkwaardige is dat de eerste Britse zeezenders Caroline en Atlanta in hun begintjd nogal wat jazz uitzonden - jazz was hip, evenals andere big-bandmuziek. De Britse regering hield van koren die ons something simple wilden laten zingen en lette vooral in samenwerking met de bonden op de needle time: het draaien van grammofoonplaten was broodroof van uitvoerende muzikanten. Het heeft lang geduurd voordat bij de BBC de Beatles zelf werden opgezet in plaats van het live huisorkest dat hun hit naspeelde.
Jimmy Smith heeft nog aan boord van Caroline opgetreden. Was het zo romantisch te werken op zo'n schip als het luisteren ernaar onmiskenbaar was?
Merkwaardigerwijze begrip ik dit toch wel van de verhalen. Ik vind A whiter shade of pale van oudsher een vreselijk nummer, maar Keith Skues schrijft dat het hem doet denken aan het draaien van dit nummer op het schip bij storm - daar werd je wel bleekjes bij. En de herinnering daaraan blijkt dan toch met een zekere romantiek omkleed.
Wat onverantwoordelijk spelend met de gedachte van het romantische zenden vanaf zee liet ik in een stuk over vrije radio in De Vrije Socialist het idee van een anarchistische zender vanaf zee vallen. De Nederlandse vissers waren in die tijd opmerkelijk genoeg syndicalistisch georganiseerd (geen idee of dit nog zo zou zijn) dus aan een afgeschreven schuit met bemanning moest wel te komen zijn. In diezelfde dagen waren er prutserige initiatieven van landpiraten om een boot varende en in de lucht te houden, en het werd niets in beide gevallen. Het weerhield een vrije-radioblad er niet van aan te kondigen dat geïnspireerd door mijn stuk in de Vrije er een "linkse zeezender" voor de kust zou gaan zenden. Op het ogenblik van verschijnen was de ploeg al aan boord. Alle linkse stromingen waren er vertegenwoordigd (ongelooflijk voor 1979/80, trouwens). Maar als je maar even nadenkt wat er allemaal aan te pas zou moeten komen - geld niet als laatste en onbelangrijkste punt - om zoiets met een minimum aan professionaliteit te organiseren dan mag je blij zijn dat het er nooit van gekomen is. Mij is bezworen dat het geen canard was, maar toch hebben die linkse zeetypes zich muisstil gehouden...
Piraten met een gebroken hart (die is er niet van Simon Dupree en ik ga hem er niet op zetten. Deze is wel via Caroline horen geweest, Broken hearted pirates natuurlijk niet in zijn tijd).
Erg on-Dupree, wel beeldschoon: Kites.
Gemengd nieuws van het crisisfront
De val van de Tsjechische regering krijgt iets meer aandacht, waarschijnlijk vooral omdat Tsjechië het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt - zodat dit niet luidkeels genegeerd kan worden. En is er een alternatief?
Hongarije evenwel, evenzeer EU- en NAVO-lid tegenwoordig, zakt economisch geheel weg en de val van de regering daar wordt voor kennisgeving aangenomen.
Herman Wolf opnieuw bezocht
Of men zelf wat onderzoek is gaan doen, of het een gevolg is van wat ik hier eerder geschreven heb (gedeeltelijk zeker!) of dat het een gelijktijdigheid is: op de site Joods monument is er nogal wat meer over Herman Wolf verschenen. Zijn voornaam heeft, heel Duits, een extra ennetje gekregen, dat hij als in Nederland actief filosoof nu juist niet hanteerde. En hij heeft familie die hem overleefd heeft. Die dus niet is vermoord.
Ik word overvallen door een gevoel van onredelijke boosheid - naast verdriet - op zo'n treffer. Ik wist niet dat de man Joods was, laat staan dat hij om die reden vermoord was. Hoewel dit laatste aan het eerste te koppelen is - als massief, onwrikbaar gegeven van gruwel is er dat ene, bijna onzegbare in de Europese geschiedenis van de vorige eeuw.
En zo kwam ik er ook achter dat "de Poortman" inmiddels online is, voor bio-bibliografisch onderzoek met betrekking tot Nederlandse wijsgeren hoef je de deur niet meer uit. Herman Wolfs "persoonskaart", overlijdensbericht en bibliografie.
Aan het laatste kunt u afmeten waarom ik mij met hem bezig zou houden en hoezeer hij raakte aan thema's van belang voor het religieus anarchisme.
Labels:
Herman Wolf,
Religieus anarchisme,
Religieus socialisme,
Ziel
23 maart, 2009
De zee! de zee!
Een evocatief beeld, verbonden aan een tentoonstelling in het Zuiderzeemuseum die tot in november loopt. Klederdracht en mondainheid sluiten elkaar uit. Zou je denken. Toch hoorde ik eens van een mondain Zeeuws meisje dat zij thuis wel in klederdracht liep (ze bloosde er een beetje over) - die voor katholieken nog wel.
Het schiet ook door mij heen dat mijn eerste geliefde, Zeeuwse, een keer in een vlaag van durf een jurk had gekocht met een décolleté tot op heur navel. Verrast en verheugd moedigde ik haar aan de jurk te dragen zoals deze bedoeld was. Geen sprake van! Geschrokken van haar moed heeft ze er naar mijn weten altijd een t-shirt onder aangetrokken. In haar geboorteplaats droeg ze geen klederdracht, daar was het de streek niet naar.
En ik denk aan een bevriende schilderes, al even brunette als de twee bovengenoemde vrouwen - ik dacht zelfs dat het in zijn surrealisme een schilderij van haar had kunnen zijn maar het is echt een foto.
Ik mag mij mede aansprakelijk weten voor de vorm die haar Zeeuws Meisje heeft gekregen. Zij zocht een model in Zeeuwse klederdracht en meende zich te herinneren dat op de verpakking van het gelijknamige broodsmeermiddel een meisje in klederdracht stond. Maar die margarine bestond toch niet meer? Altijd bereid de schone kunsten te bevorderen hebben wij ons opgeofferd door een pakje voor-geen-cent-te-veel te kopen en de verpakking aan de kunstenares toe te spelen. Zie het resultaat.
Mijn eigen dromerigheid - Zeeland ligt toch niet aan de Zuiderzee, sufferd...
Ik zat in gedachten nog bij de eeuwige Nederlandse strijd tegen De Vijand.
War on war
War on drugs.
War on crime,
War on terror (of is het: war on terrorism?).
Tienduizend treffers zo'n beetje op war on recession.
De Nederlandse anarchistische beweging - seculier of religieus - had tot na de bezetting als motto: Oorlog aan den oorlog.
War on war krijgt zowaar ook heel wat treffers.
Met of zonder de verbuigings-n krijg ik ook meer dan duizend Nederlandse treffers.
Toch houd ik niet van de beeldspraak.
22 maart, 2009
Meer dan vijftien minuten...
Als om mijn gelijk onmiddellijk te onderstrepen leveren heel wat sites van zogeheten serieuze kranten de illustratie bij mijn vorige post.
Er is een beroemdheid overleden in Engeland.
En de reden van haar beroemdheid was dat zij beroemd was. Geen speciaal talent voor wat dan ook. Gewoon beroemd.
En ze had kanker. Dat maakte haar extra beroemd. Dat is wel een applausje waard.
Reden om in de serieuze kranten uitgebreid uitgeluid te worden.
De juiste inzichten gesubsidieerd
(Billy Bragg, uiteraard)
Hamas is een terroristische organisatie. Mahmoud Abbas is een gematigde Palestijnse politicus die de legitieme regering van ..eh... de Palestijnse Gebieden vertegenwoordigt. Dertien doden aan Israelische zijde, waarvan zeker vier door "eigen vuur", wegen op tegen ruim dertienhonderd gedode Palestijnse mensen.
Iran is geen democratie. Zimbabwe is geen democratie. Venezuela is een dictatuur. Israel is de enige democratie in het Midden-Oosten.
Nederland is ook een democratie. De Verenigde Staten zijn het meest democratische land ter wereld.
China herbewapent. Eng. Rusland herbewapent. Eng. Rusland pleegde agressie tegen Georgië vorig jaar.
En dat zijn maar de kruimeltjes op internationaal gebied.
Op nationaal gebied:
Er is een islamprobleem. Immigranten moeten integreren. De milieumaffia heeft het maar wat makkelijk met zijn beschermde slakjes en kevertjes waardoor wij in de file moeten blijven staan. De pers is links. De televisie is links. De radio is links. Dierenbevrijders zijn terroristen.
Niemand heeft deze crisis kunnen voorzien. We moeten de tering naar de nering zetten. AOW, pensioenen en andere uitkeringen omlaag. Het ligt allemaal aan de jaren zestig. Er moet niet minder maar juist meer markt komen dan komt het vanzelf goed.
De krijtlijnen waarbinnen met opinies gespeeld mag worden, maar niet te veel. Men beweegt zich al buitenspel als men zegt dat de media in Nederland (en natuurlijk niet alleen daar) gelijkgeschakeld zijn.
Goed, ik weet waar Hofland was toen het Algemeen Handelsblad verdween, samen met de Nieuwe Rotterdamse Courant. Dat weet hij zelf ook nog maar al te goed.
Maar waar was hij toen Het Vaderland verdween?
De Tijd/Maasbode?
Het Vrije Volk?
De Waarheid?
Het Nieuws van de Dag?
De Nieuwe Linie?
De Typhoon?
Het Binnenhof?
Het Nieuwsblad van het Noorden?
Het Centrum?
(De lijst van regionale dagbladen kan wel heel lang worden, ik laat het hier gemakshalve bij).
Ik wil er zelfs wel iets om verwedden dat hij ingestemd heeft met het verdwijnen van RVZ, Radio 100, Radio Rataplan, Koekeroe Reedio, om van Radio Oktaaf, Radio Bhang, Radio Amsterdam Noord en alle andere zogenaamde piratenstations maar te zwijgen (excuses, ik kom uit Amsterdam, deze lijst is nog veel langer dan die van de zogenaamde regionale kranten) - of ook zeezenders als Radio Atlantis, Radio Caroline, Radio Noordzee enzovoort.
Hoe onafhankelijk denkt u eigenlijk dat de journalisten zijn die het bovengenoemde speelveld bepalen en bespelen, mijnheer Hofland? Waarom moet NRC-Handelsblad blijven als de drie liberale kranten van de drie grootste steden zonder probleem konden worden opgeheven - met alle respect -, en dat is ten opzichte van u zeker geen cliché?
Omdat de jongens en meisjes van de televisie en de radio anders niet zouden weten wat ze om de reclame zouden moeten draperen - want ze parasiteren op de gedrukte pers. Kijk eens aan, ze kunnen vast wel op het internet terecht voor de juiste inzichten, de sites zijn al bekend en ze worden al volop gebruikt.
VS-wapens voor Mexicaanse drugsmaffia
De formeel Engelstalige Verenigde Staten van Amerika hebben een groot deel van het onafhankelijke México geannexeerd - sluipenderwijs, via infiltratie en oorlog. Er wonen nog heel wat Spaanstaligen die nooit de grens zijn overgetrokken, de grens trok over hen heen. Maar de immigratie uit het restant van México is ook omvangrijk.
Wat het precieze belang van de VS is in het presenteren van México als een "mislukte staat", een drugs- en een gangsterparadijs, waar op zijn Colombiaans een permanente staat van oorlog om drugs aan de gang is, is mij niet duidelijk. Met de grens bij de hand, een grens die trouwens aanvechtbaar en poreus is, haal je de oorlog alleen maar verder in huis.
En dan blijkt dat een groot deel van de wapens waarmee deze oorlog wordt uitgevochten afkomstig is uit de VS zelf - ook op zijn Colombiaans. Waar moeten ze anders vandaankomen?
(Voor de zekerheid: de gewapende man op de afbeelding is van de politie, naar men zegt op jacht naar drugsbandieten. Uiteraard komen de wapens van de Mexicaanse politie ook uit de VS).
21 maart, 2009
Thuiskomen
Merle Haggard & Johnny Cash - Sing Me Back Home
De mooiste versie is natuurlijk die van de Everly Brothers, but you cannot win 'em all. Twee jaar geleden was er geen filmpje van te vinden.
Vanwege de doorverwijzing in de vorige post. Huiveringwekkend (gaat het publiek echt gillen?).
Merle Haggard was trouwens ook heel erg VPRO, maar lag niet goed bij iedereen.
De mooiste versie is natuurlijk die van de Everly Brothers, but you cannot win 'em all. Twee jaar geleden was er geen filmpje van te vinden.
Vanwege de doorverwijzing in de vorige post. Huiveringwekkend (gaat het publiek echt gillen?).
Merle Haggard was trouwens ook heel erg VPRO, maar lag niet goed bij iedereen.
RG de 50-quidman zoekt de zonzijde
Jaren-zeventig muziek. De eerste grifte zich stevig in mijn bewustzijn met Kerst 1973, toen op het eind van de middag Radio Seagull weer verscheen en Andy Archer deze opzette.
Reelin' in the years, Steely Dan.
De volgende vond ik "heel goed" in zijn tijd. En toen kwam er de tijd dat ik zelfs niet aan jaren-zeventig rock moest denken...
Nu deze niet meer wordt uitgemolken op foute radiostations gaat het stof liggen.
China Grove, Doobie Brothers.
Ik worstel mij door Jonathan Bartley's boek heen, en tref er herhaaldelijk een "christelijke" campagne tegen The life of Brian in aan. Het is mij toch wat. Ik wist niet dat het mijn laatste plaat daar zou zijn, ik draaide hem bij sluitingstijd ver in de nacht in het studentencafé waar ik dan ook sinds mijn studententijd kwam en de buitenkans had gehad te deejayen. Het voltallige personeel floot mee.
Always look on the bright side of life, Monty Python.
Reelin' in the years, Steely Dan.
De volgende vond ik "heel goed" in zijn tijd. En toen kwam er de tijd dat ik zelfs niet aan jaren-zeventig rock moest denken...
Nu deze niet meer wordt uitgemolken op foute radiostations gaat het stof liggen.
China Grove, Doobie Brothers.
Ik worstel mij door Jonathan Bartley's boek heen, en tref er herhaaldelijk een "christelijke" campagne tegen The life of Brian in aan. Het is mij toch wat. Ik wist niet dat het mijn laatste plaat daar zou zijn, ik draaide hem bij sluitingstijd ver in de nacht in het studentencafé waar ik dan ook sinds mijn studententijd kwam en de buitenkans had gehad te deejayen. Het voltallige personeel floot mee.
Always look on the bright side of life, Monty Python.
Labels:
Deejaying,
Doobie Brothers,
Monty Python,
Rock,
Steely Dan
Vee vee pee pee er er oo oo, zegt RG de 50-quidman
Om redenen die er nu even niet toe doen werd bij mij het totaalprogramma VPRO-Vrijdag in herinnering gebracht. Het zou niet eerlijk zijn te ontkennen dat ik er een aantal jaren trouw naar geluisterd heb. De formule: muziek en actualiteiten door elkaar als totaalprogramma, was toen iets nieuws voor Nederland. Je moet er nu toch niet meer aan denken naar zoiets te luisteren.
Enfin, in die pionierstijd was er ook zoiets als typische VPRO-muziek. Drie voorbeelden.
Christine's tune, Flying Burrito Brothers.
Geen idee of een van de meisjes in het begin Christine beoogt te zijn. Is die ene niet eigenlijk Linda Ronstadt?
Don't bogart me, Fraternity of Man. Wel gedraaid, naar mijn weten nooit afgekondigd, zodat je maar moest raden wie of wat. Heeft mij een aantal jaren gekost...
Wat ging er rond in die studio?
Amsterdam, Buck Owens & the Buckaroos. Dit werd zowaar een hit, dankzij de VPRO, in Nederland - het had zijn titel wel mee natuurlijk. Waarschijnlijk zingt Buck over Amsterdam NY, maar het maakt niet uit.
Enfin, in die pionierstijd was er ook zoiets als typische VPRO-muziek. Drie voorbeelden.
Christine's tune, Flying Burrito Brothers.
Geen idee of een van de meisjes in het begin Christine beoogt te zijn. Is die ene niet eigenlijk Linda Ronstadt?
Don't bogart me, Fraternity of Man. Wel gedraaid, naar mijn weten nooit afgekondigd, zodat je maar moest raden wie of wat. Heeft mij een aantal jaren gekost...
Wat ging er rond in die studio?
Amsterdam, Buck Owens & the Buckaroos. Dit werd zowaar een hit, dankzij de VPRO, in Nederland - het had zijn titel wel mee natuurlijk. Waarschijnlijk zingt Buck over Amsterdam NY, maar het maakt niet uit.
20 maart, 2009
Revolutie in de regen
Maar laat de lompe Hollanders smelten van rancune bij hun kaas, hun krenten en hun krantje.
Ook op La Rénion werd algemeen gestaakt en gedemonstreerd gisteren - de mobilisatiegraad op straat reikt tot vijf procent van de bevolking. Reken zelf maar uit hoeveel dit naar Nederlandse verhoudingen zou zijn.
Men trotseert er de regen voor.
Elders "outremer" en in Frankrijk heeft men de smaak te pakken na de overwinningen die zijn binnengehaald bij de algemene stakingen van Guadeloupe en Martinique.
Nieuwssite Rénion.
Chestertons orthodoxie
Apologieën voor het christendom zijn zelden de moeite van het lezen waard. Daarvoor zijn het apologieën tenslotte - ik denk dat het geen ongelukkig toeval is dat het Griekse woord in het Engels tenslotte "excuses" is gaan betekenen.
Voor G.K. Chestertons Orthodoxy maak ik op dit punt graag een uitzondering, omdat zijn orthodoxie geen dogma's verdedigt maar het geloof zelf - en dat is nu eenmaal iets heel anders.
Het boek is ook in het Nederlands gemakkelijk antiquarisch te vinden, maar het staat in het Engels ook online, alsmede: hier.
Het boek was een inspiratiebron voor Peter Maurin, de stichter van de Catholic Worker. U heeft geen excuses meer...
Het Vanopsteltendenken
Het is weer eens een andere rancune dan tegen de islamitische medemens, het is de meestvoorkomende vorm van discriminatie die ongestraft kan worden bedreven en gepropageerd: het Vanopsteltendenken. Als ze al niet op de Dam hebben gelegen met een joint bij de hand dan houden ze wel hun handje op voor medische zorg en AOW.
Een maatschappelijk stelsel dat gebaseerd is op hebzucht en rancune sterft aan zijn hebzucht en rancune. En vooral in Nederland, het land van de Van Opsteltens, Balkenendes en hun geestelijke erfgenaam met het babyhoofdje en de geblondeerde haartjes zal de rancune uitgeleefd worden.
19 maart, 2009
Hoop op Madagascar
De eerste beleidsdaad van de nieuwe president van Madagascar, Rajoelina, is het schrappen van het uitbesteden van landbouwgrond aan Daewoo. Dit klinkt veelbelovend en is ongetwijfeld de reden waarom de "internationale gemeenschap" de machtswisseling afkeurt.
Dezelfde internationale gemeenschap die zes jaar geleden bij de overval op Irak, ter gelegenheid van Now Rooz, muisstil bleef. Dezelfde internationale gemeenschap die zweeg bij de bombardementen op Gaza.
Dit is de tweeduizendste post op dit weblog, dit terzijde.
Abonneren op:
Posts (Atom)