27 februari, 2009

Door reine liefde waarachtig mens worden - de Rein Levenbeweging 1901-1932


In de Kersttijd van 1973 – gedeeltelijke verduistering, autoloze zondag, zo moet Nederland er pakweg zeventig jaar geleden uitgezien hebben… – organiseerde de Federatie van Vrije Socialisten een landelijke bijeenkomst in het Natuurvriendenhuis in het Twentse Bornerbroek. De “nazit” werd informeel gehouden op de slaapzaal voor Mannen, tussen de stapelbedden. Er werd (tabak) gerookt, iemand had een fles sterke drank bij zich die rondging, er was één vrouw in het gezelschap (steeds een tamelijk schaarse mensensoort in “onze kringen”). De herbergmoeder kwam waarschijnlijk op de geanimeerde geluiden van de slaapzaal af en zei verwonderd dat het de bedoeling was dat men deed alsof men thuis was in het Natuurvriendenhuis. “Maar ik begrijp dat jullie dat ook doen.” Roken, drinken, dat was zij niet gewend, sterker nog: je mocht alleen met elkaar naar bed om kinderen te maken (pas nu ik het opschrijf vraag ik mij af of ze wat in haar hoofd haalde over dat ene meisje dat braaf wegging na de nabeschouwing).

Dat afwijzen van roken en drinken herkende ik wel van de kameraden die de vooroorlogse beweging hadden meegemaakt, maar die opmerking over de eisen die gesteld werden aan geslachtsgemeenschap strookte niet met mijn libertijnse beeld van libertairen. Niet dat ik zelf een wild leven leidde in die dagen, maar het moest toch kunnen en mogen, juist van oudsher bij anarchisten, meende ik. Het heeft nog een behoorlijke tijd geduurd tot het raadsel van deze mededeling voor mij tot een oplossing kwam. En gaandeweg spijt het mij dat ik door de verbazing van toen niet heb kunnen doorvragen – maar dan zou dit raadsel niet jarenlang op een antwoord gewacht hebben.

Tolstoj op zijn meest exotisch, en onverdraaglijkst, spreekt in de Kreutzersonate en de Beschouwing over het huwelijk zijn afschuw uit over de vleselijke gemeenschap in het algemeen. Eigenlijk komt deze toch altijd neer op geweld, is de strekking, en daarom dient zij nagelaten te worden. De schrijver op vorderende leeftijd die het allemaal wel gezien en gedaan heeft meent zijn inzicht voor te kunnen schrijven aan de nieuwe generaties, en zeker aan zijn eigen echtgenote. Navolging op dit punt was in ieder geval in West-Europa steeds een stap te ver, maar juist in hun opvattingen over liefde en seksualiteit vertonen de mensen die hem min of meer navolgden een onmogelijke en kromme moraal. Het is gemakkelijk anachronistisch te oordelen over deze verkondigde moraal, dit is niet mijn bedoeling. Ik zal hier tot slot op terugkomen.

*


In 1901 werd door christen-anarchisten van de Internationale Broederschap te Blaricum de Rein Levenbeweging opgericht. Het streven was individueel de vloek der onreinheid, veroorzaakt door onwetendheid en heerschappij van de zinnenlust, te bestrijden. Zonder persoonlijke bekering tot reinheid kon de samenleving als geheel ook niet verbeterd worden. De onwetendheid ten aanzien van het geslachtsleven diende krachtig aangepakt te worden. Met rein wordt – voor de duidelijkheid en zekerheid – dus kuis in de Noordnederlandse betekenis bedoeld, al dient er bij aangetekend te worden dat de oprichters wel degelijk ook – zeldzaam in het Nederland van die dagen – persoonlijke hygiëne voorstonden. De beweging streefde naar neutraliteit op politiek gebied, wat met zich meebracht dat “gewoon”-kerkelijken uitdrukkelijk bij de organisatie betrokken werden. Hetgeen overigens wel tot wrijvingen leidde. De roomse leer hield (en houdt) in dat je het maar te doen hebt als gehuwden, en ja, daar dienen kinderen van te komen, maar niet andersom, zoals de christen-anarchistische moraal het bij uitstek wilde: alleen gemeenschap om kinderen voort te brengen. En in Liefde, Reinheid en Schoonheid, om beiden echt Mensch te worden (er werd duidelijk verschil tussen deze begrippen met en zonder de hoofdletter verondersteld).

Deze zich in meer dan een zin op ijle hoogten bevindende moraal bracht met zich mee dat men zich, in de enthousiaste begintijd van de beweging, in de rosse buurten begaf om de boodschap van reinheid aan man en vrouw te brengen. De situatie daar, en in allerlei onver- of onvoorgelichte omgevingen, werd als vuil en vuns afgeschilderd, woorden die vaak vallen. Het is zeer opvallend dat de zich in het algemeen in milde en verdraagzame termen uitdrukkende christen-anarchisten, Felix Ortt voorop, maar ook Lod. van Mierop, de grote gangmaker van de beweging, zonder nadere toelichting de kwalificatie vuil in verband met praatjes en plaatjes gebruiken. Hier school groot gevaar. Drankgebruik en prostitutie lagen op de loer. Geslachtsziekten waren dan ook nauwelijks te vermijden. Deze ziekten waren een waarachtige verwoester van rein en eerlijk huwelijksgeluk. En in het algemeen was seksualiteit, buiten de voortplantingsfunctie om, onnatuurlijk en derhalve volgens een gewetensvolle moraal ongeoorloofd. Dit leidde tot een morele spagaat: de gevoelens van de homoseksueel mochten en konden niet afgewezen worden, maar de praktijk wel. Het eerste standpunt evenwel was al meer dan genoeg reden voor de “gewone” christenen om de christen-anarchisten en de RLB als propagandisten voor het alleronzegbaarste af te schilderen. Waar nog bij kwam dat de christen-anarchisten vanwege de wettelijk vastgelegde ongelijkwaardigheid tussen man en vrouw het burgerlijk huwelijk afwezen ten gunste van het “vrije huwelijk” – wel als monogame blijvende verbintenis bedoeld, maar niet voor de wet. Ook dit werd een probleem gevonden door de kerkelijken, zodat de verhoudingen steeds moeilijk bleven. De RLB schermde zich naar de linkerzijde ook af, tegen de neo-malthusianen, die voorbehoedsmiddelen aanprezen, en daarmee de ware reinheid ondermijnden.

Onanie, waarmee zelfbevrediging door mannen werd bedoeld, was onnatuurlijk, vrijwel zeker vroegtijdig – de man was pas op zijn vijfentwintigste echt geslachtsrijp en dus was iedere vroegere uiting van seksualiteit vanzelfsprekend onnatuurlijk - en uitputtend, zoniet lichamelijk dan toch in ieder geval wat betreft wilskracht en karakter. Bleke, weke, willoze getormenteerde jongelingen leverde deze “geheime gewoonte” op. Verlangens bij vrouwen waren vanzelfsprekend edel en rein, tenzij het sletten betrof die hun lichaam veil hadden (woorden die men zich niet ontzag te gebruiken). Homoseksualiteit en zelfbevrediging waren bij de vrouw, die in ware reinheid pas Vrouw werd, klaarblijkelijk in het geheel niet aan de orde. Met haar beklemtoning van erotiekvrije, kameraadschappelijke omgang tussen jongeren van beide geslachten, gecompleteerd door de onerotische rei- en volksdansen van haar velddagen, was de beweging de ware wegbereidster van de jeugdbewegingen die niet veel later in de afgelopen eeuw opkwamen.

In 1907 begon Van Mierop voor zichzelf met het blad Levenskracht ter propagering van een rein leven, en zonder de christen-anarchisten kwamen de kerkelijke leden niet ver met de beweging, zodat al spoedig dit blad het orgaan van de RLB werd en het oorspronkelijke blad Rein Leven werd opgeheven. De zedelijkheidswetgeving van Regout van 1911 beëindigde het staatstoezicht op de prostitutie – die hiermee verboden werd, evenals homoseksualiteit in de praktijk. Voor de kerkse christenen in de RLB ontstond hiermee het nieuwe dilemma dat voorlichting verder bemoeilijkt en eigenlijk onmogelijk werd. De christen-anarchisten hadden met het geven van binnen de grenzen van de moraal van de RLB geboden voorlichting geen problemen. RLB-prominente Titia van der Tuuk heeft verscheidene volumineuze voorlichtingsboeken voor en over vrouwen op haar naam staan.

Tijdens de mobilisatie gedurende de Eerste Wereldoorlog komt er een opleving in de belangstelling voor de RLB, maar de aanwas beklijft niet. Jongeren kunnen terecht in de diverse blauwe en rode jeugdbewegingen, de ooit-jongeren blijven achter. Op haar hoogtepunt heeft de beweging trouwens niet meer dan zo´n zeshonderd leden gehad. In 1929 moet Van Mierop door ziekte zijn werk aan Levenskracht staken, en er is niemand bereid de taak over te nemen. De religieus-anarchistische beweging van die dagen heeft geen interesse voor, soms zelfs een afkeer van het streven van de RLB. Formeel bestaat de organisatie nog voort na zijn dood in 1930 – van een vergadering ter opheffing (vermoedelijk in 1932 gehouden) bestaat niet eens een verslag.

*


De Rein Levenbeweging was op veel punten progressief in haar tijd. Dit is moeilijk voorstelbaar in de tijd na de seksuele revolutie van de jaren zestig (de enige van die jaren die wellicht echt was en echt voortbestaat), en het is heel gemakkelijk anachronistisch schouderophalend of negatief te oordelen over de RLB. Maar het bespreekbaar maken van homoseksualiteit, het geven van praktische voorlichting, het bepleiten van relaties buiten het burgerlijk huwelijk om, het was nieuw, het was geavanceerd en het lijkt zo moeilijk te rijmen met de moraal van zoveel mogelijk onthouding, koppeling van seksualiteit aan voortplanting en hooggestemde idealen van liefde en menschwording met Hoofdletters. Een niet-anachronistische kritiek, nu: voor christen-anarchisten nogal merkwaardig stond men wel gemakkelijk klaar met oordelen blijkbaar in de veronderstelling dat men zelf niet geoordeeld zou worden. Maar Van Rees had een minnares naast zijn echtgenote, en Felix Ortt is twee keer gescheiden en twee keer hertrouwd. Het zij verre van mij hierover te oordelen, maar ik kan de conclusie niet vermijden dat men in de RLB beter met wat minder Grote Woorden had kunnen schermen en wat realistischer over het Echte Leven had kunnen nadenken. Van de prominente leden heeft voorzover ik kan nagaan vooral Lod. van Mierop de idealen van de RLB trouw nageleefd, en het moet hartverscheurend zijn geweest voor hem, op zijn ziekbed dat zijn sterfbed zou worden, te merken dat de Beweging geen Levenskracht had zonder hem.

- Dit is een verslag gebaseerd op - langzamerhand legendarisch wordend - lopend onderzoek. De enige studie in een openbare collectie over de RLB is van de hand van A. de Groot, De weg tot kuisheid voert door de nuchterheid, een geschiedenisscriptie uitgegeven te Groningen in 1983.