26 januari, 2009

Zij staat bij het raam


Wat ook de verschillen mogen zijn, de volgende passages van Henriëtte Roland Holst over jeugdige mystieke ervaringen van Romain Rolland komen mij bekend voor: van Stoffel Muller en Godfried Bomans. Mystiek is eenheidsbesef en daarmee zijn de drie verenigd.

HRH:
Het inzicht dat de mens geschapen werd om God bij te staan in zijn strijd voor volmaaktheid van vorm en wezen, trof de knaap als een bliksemflits. Op dat ogenblik ontwaakte in hem, kort nadat zijn ouders terwille zijner opvoeding naar Parijs verhuisd waren, het gevoel zijner roeping.
(...)
Vier uur. Winter. De schemering valt, na het doffe daglicht van een grijze ijzige hemel. Ik zit aan mijn tafel. Zij staat bij het raam bij de muur. Buiten in de Micheletstraat blaast de noordenwind. Maar ik zie niets van buiten...
(...)
Scheppende en geschapen natuur, wezen en wording, alles is in alles, is in God. "Ik ook, ik ben in God. Van mijn ijzige kamer, waar de winternacht valt, ontkom ik in de afgrond der substantie in de witte zon van het wezen."

De spelling is aangepast. Pas tegen het einde van het boek, en na herlezing van de middelste passage, drong tot mij door dat de "zij" die bij het raam staat geen persoon is, maar de tafel.

Geen opmerkingen: