Uit het boek Rood Verzetsfront: aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland, p.278-279:
Caesar van Lieshout meldt zich bij het RVF in het begin van 1978. Hij doet dat middels een brief, waarin hij schrijft dat hij homofiel is en dat hij om die reden voortdurend te maken heeft met discriminatie. Discriminatie, zo heeft hij vastgesteld, is een integraal onderdeel van deze maatschappij en daarom moet de hele maatschappij worden hervormd. Hervorming gaat natuurlijk niet vanzelf, daar moet voor worden gestreden.
(U krijgt meteen een proeve van de stijl).
Het grappige is dat voor de ware marxisten-leninisten in die dagen homofilie een burgerlijke afwijking was waar het proletariaat uiteraard niet aan leed. Maar men had dus ook marxisten-leninisten die er anders over dachten. Sterker nog, die het voldoende motivatie vonden om de allerheiligste Gewapende Strijd aan te vatten.
Het is ongelooflijk met wat voor argumenten men besloot maar schietwapens of explosieven te accepteren van politieagenten (zoals Van Lieshout) en daarmee aan de slag te gaan. "Dat nooit weer" vinden over het nazisme, radicaal voor de verdrukten kiezen, dus voor "de Palestijnen" en tenslotte de Joodse passagiers van een gekaapt vliegtuig apart zetten ter fine van executie. Die niet doorging, maar dat was niet de verdienste van de kapers.
Ik ben homofiel en dus moeten er gebouwen opgeblazen worden. Wijs knikte men op de marxistisch-leninistische scholingsavond. De argwaan kwam later.
C'est pire qu'un crime, c'est une faute.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten