29 januari, 2009

De Afrikaanse diaspora in Iran en de Mashreq


De Iraanse speelfilm Roozi Khe Zan Shodam (De dag warop ik vrouw werd) heeft drie vrouwen in verschillende levensfasen in de hoofdrol. De film is opgenomen aan de kust, tegenover en op het eiland Qeshm, de vrijhandelszone. Volkomen vanzelfsprekend zijn veel dorpelingen-figuranten in de film zwart, Afrikaans-van-bezuiden-de-Sahara van voorkomen. Zij spreken Perzisch, zijn sjiiet en toch ook zeer herkenbaar Afrikaans.
Er zijn nogal wat plaatsen aan de Golf waar mensen van Afrikaanse herkomst wonen. In Irak manifesteren zij zich nu bij de komende verkiezingen: een Nederlands bericht hierover, en waarschijnlijk de nieuwsbron, uit The Guardian.

De meest gehoorde verklaring voor de aanwezigheid van deze diasporagemeenschappen is: slavernij. Maar ook emigratie en van-oudsher-inheemsheid worden genoemd. Die laatste twee klinken aardiger, ik ben niet bevoegd te oordelen wat waar is. Misschien alle drie.

Toen ik in Palestijns Jericho was (er ligt ook een Ariha in Syrië), jaren geleden inmiddels, viel mij op dat de bevolking voorzover op straat waar te nemen, grotendeels Afrikaans donker was. Jericho geldt als een van de oudste steden ter wereld. Toen ik de zwarte mensen van Jericho zag meende ik te begrijpen waarom het de Europese wereld niet interesseert wat de Palestijnen is aangedaan.

En wordt aangedaan - want er zou nog heel wat komen.

Geen opmerkingen: